Het lijkt alsof architect Marc Corbiau beter bekend is bij de beau monde dan bij architectuurfreaks. In verrassend veel naslagwerken, vooral Vlaamse, ontbreekt zijn naam. Ten onrechte, want hij werkte voor veel gefortuneerde Vlamingen. Akkoord: hij is niet de meest vooruitstrevende architect, zijn stijl is hedendaagse art deco te noemen. Corbiau mag dan wel houden van een minimale architectuur, in het boek van Pierre Loze merk je gauw dat hij geen Spartaan is: zijn creaties zijn een streling voor het oog. Hij houdt van monumentale woningen, groots en copieus. Het succes van zijn stijl merk je nog het best aan zijn ontelbare epigonen die villawijken volbouwen met modern, classicistische architectuur. Hoewel van Waalse afkomst en zeer actief in Vlaanderen, speelt hij hier een belangrijke rol in de interieurarchitectuur en tuinaanleg: door zijn opdrachten kregen heel wat ontwerpers sterallures. Insiders weten dat Corbiau thuishoort in een internationale stijl, ook hij heeft zich aan voorbeelden gespiegeld. Dat doet geen afbreuk aan de kwaliteit van zijn werk. (Lannoo, 1980 fr.) PS

Bloemen en interieurdecoratie zijn een passie voor Pieter Porters. Samen met groenschrijver Ivo Pauwels publiceerde hij Bloemen voor het interieur, een vervolg op het succesvolle ‘Geschikt en Gebonden’. Porters’ stijl is in één woord te vatten: barok. Zowel zijn bloemencreaties als de presentaties ervan baden in weelderigheid. Zelfs zijn meest sobere arrangementen krijgen iets overdadigs. De prachtige foto’s van Luc Wauman beklemtonen die rijkelijke sfeer. (Lannoo, 895 fr.) HV

Iedereen denkt dat beeldende kunstenaars in boeiende interieurs wonen: een misverstand. Toch trachten fotograaf Louis-Philippe Breydel en auteur Raoul Buyle het tegendeel te bewijzen. Hun boek Kunst & leven, thuis bij Belgische kunstenaars van vandaag bewijst hoe banaal veel van hun interieurs zijn ingericht. Het zijn vaak rommelige woningen, inspiratieloos volgestouwd met prullaria en versleten design. Het boek toont slechts enkele uitzonderingen. Bovendien is de tekst pijnlijk schreeuwerig van stijl. Hopelijk ligt dat aan de manke vertaling die meer heeft van een computerproduct, dan van een vlotte journalistieke tekst. (Alice Editions, 1997 fr.) PS

Je zou bijna vergeten dat het Oude Egypte twee grote historische verhalen rijk is: dat van de farao’s en de herontdekking in de negentiende eeuw. In Kunstschatten uit Egypte krijgt dat tweede luik ruim aandacht. Het ontdekken van deze ooit totaal vergeten cultuur is een pakkende story die onze westerse beschaving meer dan twee eeuwen in de ban hield. Persoonlijk vind ik deze laatste ontdekkingstocht, die voor de Franse Revolutie begon, minstens zo aantrekkelijk als het verhaal van de piramidencultuur. In dit boek kom je veel te weten over de heroïsche opgravingen, strooptochten van schattenjagers en het ontcijferen van de hiëroglyfen: een detectiveverhaal dat prachtig werd geïllustreerd. (Davidsfonds, 2980 fr.) PS

Wie heimelijk het idee van kloosterordes en abdijgemeenschappen wel iets vindt hebben, maar er niet over denkt zo’n plaats van God, gebed en contemplatie ooit daadwerkelijk te betreden (wegens een jeugdtrauma voor nonnen, of simpelweg wegens atheïsme) kan vanop veilige afstand zijn/haar (voor)oordelen bevestigd zien/verwonderd toekijken in Fili(i)(ae), een fotoboek van Hans Roels en Tony Van Nuffelen. Dit tweetal heeft de afgelopen drie jaar een kruistocht door Vlaanderen gemaakt om abdijen en hun aan alle ogen onttrokken bewoners op beeld vast te leggen. Het heeft een reeks statische, bewust van empathie verstoken groepsportretten opgeleverd; de foto’s focussen zowel op de eeuwenoude architectuur van de gebedsoorden als op de groeven en rimpels in het gelaat van broeders en zusters. De prenten zijn tegelijk afstandelijk en onheilspellend, koel en monumentaal. En dus toch een beetje postmodern, een kijk waaraan zelfs door de tijd op de proef gestelde godsdienstrites niet kunnen ontsnappen. (Pandora, 1950 fr.) PdP

Griet Schrauwen

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content