Voor hij thrillers begon te schrijven, was de Amerikaan Don Winslow privé-detective. Hij deed onderzoek onder meer in Londen, Amsterdam en in de Verenigde Staten. Voorts werkte hij meer dan 15 jaar als branddeskundige in Los Angeles. Van zijn kennis maakte hij gebruik om Brand verzekerd te schrijven, en als lezer kom je ook veel te weten. Bijvoorbeeld waarom brandstichters ervoor zorgen dat hun hond nooit het slachtoffer wordt. De held van het verhaal: Jack Wade die meer dan tien jaar geleden aan de deur werd gezet bij de politie omdat hij hardhandig een bekentenis loskreeg van een verdachte. Hij werkt nu bij een verzekeringsmaatschappij als brandexpert. Als Wade advies moet geven over de brand waarin een jonge vrouw omkwam, is hij het niet eens met de politie. Die denkt dat de vrouw te veel heeft gedronken en een brandende sigaret de oorzaak van het allesvernietigende vuur was. Maar waarom zaten er geen sporen van rook in de longen van het slachtoffer? Jack Winslow heeft het wat te uitputtend over technische gegevens, maar zijn hoofdpersonage is vrij overtuigend. (De Boekerij, 665 fr.) FB

Het boekje komt op tijd. De Olympische Spelen – Alle feiten voor de echte sportliefhebber (Arjan Weenink, Harold de Croon) geeft werkelijk wat de titel belooft. In korte hoofdstukjes krijgen we voorgeschoteld wat sedert de eerste Olympiade in Athene 1896 elke vier jaar in diverse sporttakken is gepresteerd.

Vroeger duurden de Spelen wel wat langer. In Antwerpen werden ze in 1920 van 20 april tot 12 september gehouden. Er waren 29 deelnemende landen. Nu zijn dat er ongeveer 200. Antwerpen was een noodoplossing, want wegens de oorlog waren er geen Spelen in Berlijn in 1916. In Antwerpen waren er drie primeurs: de Olympische eed werd afgelegd, de Olympische vlag met vijf gekleurde ringen werd gehesen en de Olympische duiven werden er voor het eerst losgelaten. Helaas is het boekje heel Hollands. Bij elke Spelen worden op één pagina het Nederlandse goud, zilver en brons vermeld. Een ietwat commerciële geest zou daar toch de Belgische medailles aan toegevoegd hebben (Prometheus, 350 fr.) PdM

Uitgeverij Atlas maakt van de gelegenheid gebruik om Australië in het zonnetje te zetten. Bill Bryson schreef in Tegenvoeters een hilarisch verslag over zijn reis dwars door het continent, en hij wordt terecht vergeleken met Paul Theroux. Tim Flannery bracht voor het boek Sydney allerlei verhalen samen (o.a. van Darwin en Mark Twain) om een beeld en de geschiedenis te schetsen van de stad die van ballingsoord voor Britse gevangenen evolueerde tot ‘de koningin van het zuiden’. En Atlas brengt ook Patrick White weer in de herinnering, de Australiër die in 1973 de Nobelprijs voor literatuur kreeg. De roman ‘Voss’ (uit 1957) wordt beschouwd als het hoogtepunt van zijn oeuvre. (Atlas, 995 fr. elk)

Film, muziek, literatuur en sport: daaraan wijden de samenstellers van de Millennium Encyclopedie een volledig boekdeel van Kunst en Cultuur. . Onder het motto ‘Cultuur is Ontspanning’ komt de jonge lezer van alles te weten over dans, muziek, drukkunst, ceramiek, musea… en ook sport, kamperen en reizen komen uitgebreid aan bod. Interessant als eerste kennismaking. Boeiend zijn vooral de talrijke biografieën die her en der in het boek verspreid staan.

(Lannoo, 495 fr.) CVM

Toen De trap van steen en wolken van Gentenaar Johan Daisne in 1942 verscheen, was het een innoverend en controversieel werk. Daisne was toen 30 en had al een paar korte werken op zijn naam staan. ‘De trap’ zou zijn eerste grote roman worden. Hoofdfiguur is Evert ter Wilghe: een arts (Daisne wou altijd dokter worden) die in zijn vrije tijd een roman schrijft. In die roman beschrijft hij de onmogelijke liefde van Gun voor Ra, de blonde godin. De achtergrond is een soort aztekenlandschap. Droom en werkelijkheid (Evert kampt ook met een onmogelijke liefde) zijn nauw met elkaar verweven. Fictie en realiteit worden zelfs met elkaar verzoend. Daisne zal het ‘magisch realisme’ noemen, een literair genre dat zowel bewonderaars als verguizers had. Tijdgenoot Boon behoorde tot de tweede categorie. Hij hield meer van ‘mensen’ dan van ‘heroën’, zoals Daisne zijn hoofdpersonages omschrijft. (Houtekiet, 690 fr.) FB

De Zwitserse kunstenaar Stefan Banz maakt foto’s en video’s van zijn eigen gezin. Hij laat zijn familieleden geen tafereeltjes spelen, maar registreert hun doen en laten, hun triviale drama’s en hun banale geneugten. Zelf verwijnt hij niet helemaal achter de camera, want hij komt veelvuldig in beeld. In zijn video’s suggereert Banz geen kunstzinnig verantwoord onheil, noch moeten zijn banden dienen om zijn familiegeluk ironisch te sublimeren. Neen, voor Banz is de pure realiteit grappig, bizar of rusteloos genoeg. En als de werkelijkheid gevangen wordt door een technologisch, in theorie niet-menselijk medium als film, foto of video, dan wordt die vanzelf vervreemdend. A Shot Away Some FLowers, een verzameling videostills in boekvorm, heeft dan ook precies dat effect. (Scalo, ca. 850 fr.) PDP

Griet Schrauwen

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content