De naam van Gerard Malanga zal voor eeuwig verbonden blijven met die van pop-keizer Andy Warhol. Als Andy’s eerste assistent en vertrouweling was hij de eerste minister van The Factory uit de sixties, maar sinds de jaren ’70 profileert Malanga zich vooral als dichter en fotograaf. Een nu te verkrijgen overzichtswerk concentreert zich op zijn beeldenmakerij: chronologisch overloopt het de auditiefilms die hij van ondertussen weggedeemsterde Factory-sterren maakte, portretten van beat-iconen, rocksterren en andere randkunstenaars uit zijn vriendenkring (Ginsberg, Iggy Pop, Bukowski) en een serie naaktstudies van frêle deernes. Malanga is weliswaar geen Avedon, maar vooral zijn seventies-portretten zijn antiglamoureus en ongekunsteld, wat veel goedmaakt. Bij het doorbladeren van dit boek sla je niet achterover van de fotografische kunde, maar verlang je vooral ook een bohémien in New York te zijn. Met Andy in de buurt. ( Screen Tests, Portraits, Nudes 1964-1996. Steidl c/o Scalo, richtprijs 1450 fr.) PDP

Karakter is niet zo’n mooi woord. Er zit veel onbuigzaamheid in verborgen. Tenzij je het begrip karakter niet beschouwt als een morele constructie van allerlei voorschriften van dwangmatige aard. In De kracht van karakter ziet James Hillman het karakter veeleer als “de esthetische stijl van blijvende trekken“, wat betekent dat we na onze dood bij anderen voortleven in de vorm van anekdotes, verhalen, dromen en herinneringen, als een stem “die doorwerkt in hen die nog een leven voor zich hebben”. Hillman schrijft op een prettige en erudiete manier over karakter en ouderdom, over de veranderingen die het karakter op latere leeftijd ondergaat. Ouder worden is geen pretje, want het betekent: ’s nachts wakker worden, uitdrogen, geheugenverlies en prikkelbaarheid. Maar als we oud worden, krijgen we misschien ook de kans om de kroon op het werk te zetten: “De laatste levensjaren bevestigen het karakter en brengen het tot voltooiing.” (Bert Bakker, 725 fr.) PdM

Soms is Jean Rolin in Zones getuige van een betoging, van een helpend gebaar, van een banale ruzie. Het zijn scènes aan de kiosk, aan de bushalte, in het volkse restaurant, in de goedkope supermarkt met kartonnen dozen. Het zijn plekken waar geen toeristen komen. De auteur begon halverwege de jaren ’90 door buurten van Parijs te zwerven waar hij normaal nooit een stap zou zetten. Hij verplaatst zich met bus en metro. Hij observeert de wereld vanuit dompige hotels, waar hij vaak met te veel drank op gaat slapen: “Daarna heb ik me uiterst somber gemeld bij de receptie van Hotel de Londres et du Brésil, waar ik in een naar zweetvoetende ruikende kamer…” Enzovoort. Ook de ochtend begint vaak aan de toog. Rolin laat de marginale dingen op zich af komen en vervloekt als vrijwillige outsider al het ceremoniële en feestelijke dat Parijs en Frankrijk teistert: “Here, bewaar ons voor het Fête de la Musique, bewaar ons voor Jack Lang – dat we hem nooit meer terug zien -, bewaar ons voor herdenkingen, bewaar ons voor alles wat de Staat verzint om ons te verheffen.” Rolin schrijft dat het moeilijk was om zijn dobberende bestaan vol te houden. We geloven hem op zijn woord. (Atlas, 700 fr.) PdM

Monk’s Mound in Noord-Amerika, de kanalen van China, Angkor Wat in het huidige Cambodja of de lemen moskeeën van Timboektoe in Centraal-Afrika. Chris Scarre is de uitgeefster van het prachtige kijk- en leesboekDe zeventig klassieke wereldwonderen – De grote monumenten en hun bouwwijze. Geen moeite wordt gespaard om ons wegwijs te maken in de monumentale kunstwerken overal ter wereld. Het gebied rond de Middellandse Zee is rijkelijk vertegenwoordigd, onder andere met het paleis van koning Minos (Knossos, Kreta) dat in 1900 v.Chr. werd opgetrokken en dat ons nog altijd weet te fascineren met zijn lichte fresco’s, zijn verzonken binnenhoven, zijn onopgeloste raadsels. De auteurs geven ons in kort bestek alle informatie: doel van de bouwwerken, technische details, materiaal, duur van de werkzaamheden, ingezette mankracht, plattegronden, reconstructies, tekeningen. Het boek is overzichtelijk en ingedeeld in grote rubrieken zoals graven en begraafplaatsen, tempels en heiligdommen, paleizen, havens, grote beelden en natuurlijk de zeven wereldwonderen zelf. Plinius de Oudere beschreef de Colossus van Rhodos: “Slechts weinig mensen kunnen hun armen om een van zijn duimen slaan, en zijn vingers zijn groter dan de meeste beelden.” Een voortreffelijke literatuurlijst en een handig register completeren dit unieke naslagwerk. (Thoth, 1398 fr.) PdM

In Warme taart met pindakaas zijn Toon en Tootje Konijn niet blij als Marius Mol ongevraagd bij hen komt logeren. Hij zit de hele dag in hun beste stoel, eet al hun lekkere eten op en helpt nooit mee. Maar gelukkig kan Marius een heleboel andere dingen: kaarten, gedichten maken, schilderen en beeldhouwen.

Jantien Buisman, winnares van een Zilveren Griffel voor ‘Kees en Keetje’, schreef het verhaal en illustreerde het ook met potloodtekeningen. (De Harmonie, 480 fr.)

Griet Schrauwen

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content