In Ontwerpen met planten slagen Piet Oudolf (kweker en tuinontwerper in Nederland) en Noël Kinsbury (tuinarchitect en schrijver in Groot-Brittannië) erin om de klassieke ingrediënten zo door elkaar te gooien dat je wel verplicht bent de tuin met andere ogen te gaan bekijken. Planten vormen voor hen vooral een palet om een tuin mee te schilderen. Zij leggen daarbij de nadruk op structuurgevende elementen: bloeiwijzen als aren en schermen, vorm en textuur van de bladeren. Ze hebben het over grassen die licht vangen en planten die beweging brengen in de tuin. Kleur is slechts een van de vele aspecten en niet eens het belangrijkste. De tekst is helder, aangevuld met praktische plantenlijstjes en tientallen schitterende foto’s: een kijk- en leesboek dat je visie op de tuin wel eens grondig zou kunnen beïnvloeden. (Terra/Lannoo, 1095 fr.) HV

Over hagen en hekjes van Richard Bird behandelt een thema waar elke tuinliefhebber moet over nadenken: wat doe ik met de afscheiding? Bird heeft het over klimmers langs de muren, over leifruit, een prieel in de haag, vlechtschermen, toegangspoorten en trompe-l’oeils. Elk idee wordt geïllustreerd met foto’s, je krijgt een lijstje met benodigde materialen en op de uitklappagina de stap-voor-stap-instructies om aan de slag te gaan. Een minpuntje: de vertaler vond het blijkbaar onnodig om in het lijstje met nuttige adressen ook Vlaanderen op te nemen. Een oud zeer. (Terra/Lannoo, 798 fr.) HV

Veel meer dan onze westerse tuinen, is de Japanse tuin ontworpen om een oase van rust te creëren en uit te nodigen tot meditatie. Maar het blijft moeilijk om als westerling dergelijke tuinen in al hun complexiteit te begrijpen. De symboliek van zorgvuldig geplaatste rotsen, de betekenis van de patronen in het aangeharkte grind, de rol van water en bruggetjes, het mos, de beplanting, het blijft vaak een gesloten boek. Met Zentuinen doet Sunniva Harte een poging om precies die complexe symboliek te ontsluieren. Geen makkelijk boek, maar wel boordevol informatie en rijkelijk geïllustreerd. (Bosch & Keuning, 1190 fr.) HV

In Veronika besluit te sterven, de jongste roman van de Braziliaanse auteur Paulo Coelho, slikt een jonge Sloveense een overdosis slaappillen. De zelfmoordpoging mislukt en ze belandt in een psychiatrische inrichting. De behandelende geneesheer vertelt haar dat ze weliswaar nog leeft, maar dat de chemicaliën haar hart onherstelbaar hebben beschadigd. Ze heeft nog hooguit zes dagen te leven. In de week die haar nog rest, overwint Veronika haar doodsverlangen en ontwikkelt ze een ongekende levenslust. Haar doen en laten wordt nauwlettend gevolgd door dokter Igor, de directeur van de kliniek, die haar zonder dat ze het weet gebruikt als proefkonijn voor het testen van een revolutionair medicijn tegen geestesziekte. Veronika is uiteindelijk niets meer of minder dan het prototype van de hedendaagse westerse mens: iemand die in het leven geen risico’s meer durft te nemen en daardoor almaar minder ervaart en voelt. Als gevolg daarvan nemen kicks en sensaties de plaats in van emoties. De voortdurende strijd tegen de verveling wordt op den duur zo uitzichtloos, dat zelfmoord de enige oplossing lijkt. Veronika besluit te sterven is een pleidooi voor een ongeremde levenslust. (Arbeiderspers, 599 fr.) PdM

Tot in 1991 was de saxofoon in Albanië verboden. De Duitse fascisten verordenden dat alle lichte orkesten en dansbands hun saxofoons zoveel mogelijk moesten vervangen door cello, viool of een geschikt “volksinstrument”. Maxim Gorki trok in 1928 in de Pravda van leer tegen het instrument. Jazz oefende volgens Gorki een onweerstaanbare aantrekkingskracht uit op randfiguren “die met cynische heupbewegingen, reagerend op het ritme, de geslachtsdaad nabootsen.” Honderden Russische bandleiders werden in de jaren dertig wegens hun voorliefde voor uit Amerika overgewaaide swing tot de dood veroordeeld. Over de zedenloze saxofoon schreef Rudie Kagie een spannend boek, De verboden saxofoon, waarin wordt aangetoond dat alle autoritaire regimes een grote aversie ontwikkelden tegen het instrument. Maar ook in Amerika was het wantrouwen groot tegenover de ongeremdheid van de sax. De Amerikaan Big Jay McNeely dreef het publiek zozeer tot extase met zijn saxofoon dat de overheid hem dwong zijn beroep op te geven en postbode te worden. (De Prom, 595 fr.) PdM

Pol Moyaert

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content