Het woord ‘navelstaren’ heeft een heel andere betekenis gekregen nu niet alleen nubiele wichten, maar ook mollige meiden en rijpere dames met hun middenrif te pronk lopen. Over de nieuwe arrogantie van het buikgevoel.

Hij kon er niet naast kijken, de stakker. Naast die lonkende navel op een bedje van buikspek, bedoel ik. Terwijl hij toch volstrekt eerbare bedoelingen had : krantje lezen op een zomers caféterras, een koele Rodenbach binnen handbereik. U kent het type wel : Willy Claes-kapsel, streepjeshemd met korte mouwen. Ambtenaar op een of ander ministerie, of studiemeester op een college. Vrijgezel, zonder twijfel, die zich allang bij die stand van zaken had neergelegd. Tuin- en terrasloos, zodat hij zich op zwoele avonden tegen wil en dank onder de menigte begeeft. Waar hij oog in navel komt te zitten met een vrouw in een korte rok en een kinderhemdje, die haar blik spiedend over het caféterras laat gaan, op zoek naar een vrije stoel. Nutella-bruin, hoog Sint-Anneke-Plage-gehalte. Kijkt ’s morgens in de spiegel en vindt zichzelf dik te doen. En als Veronique De Cock met haar buik bloot mag lopen, waarom zij dan niet ? Dat haar middenrif met de jaren een Centraal Massief geworden is en zij daar op korte afstand middelbare ambtenaren mee uit hun lood slaat, zal haar een zorg wezen. Terwijl dat soort mannen, het Brylcreme- en streepjeshemd-met-korte-mouwentype, nu juist extreem schrikachtig is. Achteruit ging de stoel, omhoog de krant. Ik zat erbij en ik keek ernaar en met mij het hele terras. Gniffelend, samenzweerderig. Wie heeft er ’s zomers televisie nodig ? Dat ze de Reyers- en Medialaan gewoon dichtgooien, samen met de bouw.

Ze zijn er natuurlijk al langer dan deze zomer, de blote buiken. Het begon met de reclamespotjes voor cK van Calvin Klein : geslachtsloze elfjes in stoere legerbroeken die bij ontstentenis van heupen zo laag hingen, dat de zoom over de grond schuurde en lekker rafelig werd. Zo laag ook, dat boven de tailleband het elastiek van een no-nonsense-onderbroek zichtbaar werd en daarboven een demarcatiezone van bleek, kwetsbaar vel. “Sexy, ikke ? Welnee, mijn moeder heeft mijn T-shirt te warm gewassen. En mode kan me aan de reet roesten, ik draag kleren omdat ik anders gearresteerd word.” Terwijl het natuurlijk een modetrend is als een andere. Een look bovendien die – zoals de meeste – vooral lange, sprietdunne spring-in-’t-velds flatteert. Alsof de Galliano‘s, McQueens en Dolce & Gabbana’s van deze wereld ooit iets ontwerpen met korte dikkerdjes in hun achterhoofd.

Ik moet eerlijk bekennen dat ik die prille buikjes, of non-buikjes zo je wil, met iets van weemoed aanschouw. Toen mijn middenrif zich tot expositie leende, bepaalden soepjurken en slobbertruien het modebeeld. En nu is het onherroepelijk te laat. Goed, je kunt natuurlijk naar de fitness. Onderrug tegen de vloer drukken, bekken kantelen, schouders van de vloer en crunchen maar. En vergeet ook je bekkenbodemspieren niet te spannen. Of nog beter : alles spannen. En vooral niet verzuimen te ademen. Maar dan nog : alleen als je Demi Moore of Madonna heet en dagelijks met een personal trainer in de weer bent, ziet je afgetrainde middenrif er echt als een wasbord uit. Een ietwat pathetisch gezicht, overigens, want dat moeiteloos veerkrachtige van jong vlees krijg je toch niet terug. In het slechtste geval kweek je ijzeren buikspieren met daarbovenop een knusse atol van abdominaal vet. Zoals bij buikdanseressen bijvoorbeeld : die centrifugeren hun buikspek dermate energiek, dat je zou verwachten dat het smelt als sneeuw voor de zon. Maar het tegendeel is waar : de beste en meest gewaardeerde danseressen hebben een flinke reserveband onder hun middel. En laat je vooral niet wijsmaken dat een weggezogen buikje voorgoed foetsie is. Als je je eet- en leefgewoonten niet drastisch verandert, weet ik uit verschillende betrouwbare bronnen, bekruipt het vet je binnen de kortste keren opnieuw, als een gluiperige mutant uit een horrorfilm.

Blijft de vraagt waarom zoveel vrouwen tegenwoordig per se met hun buik bloot willen lopen. Want geef toe, een blote buik is veel intiemer dan een diep decolleté. Al was het maar omdat er een navel in zit. In het beste geval een perfect buikenputje als een kuiltje in de wortelpuree, om saus in te gieten. Of als een slordig afgewerkt knoopsgat, een uitgelopen likeurpraline of het boze oog. Het zou me niet verwonderen dat in de States, waar dagvaarden een nationale hobby is, een rare navel een legitieme reden is om de navelstrengdoorknipper gerechtelijk te vervolgen.

Maar daar lopen we tegenwoordig dus allemaal mee te pronk. Meer nog : we versieren het. Met glinsterende stenen, ringetjes, spijkers en andere zware metalen. Ook niet meer zo prille vrouwen. Terwijl de buik toch het landschap bij uitstek is dat het verhaal van een vrouwenleven vertelt : zwangerschappen, keizersneden, gewichtsschommelingen, allemaal laten ze sporen na. Maar dat zal ons een zorg wezen. Jarenlang al vertellen therapeuten ons dat we het slachtoffer zijn van een negatief zelfbeeld, veroorzaakt door onbereikbare schoonheidsidealen. Maar nu heeft het er alle schijn van dat er, voor elke vrouw die zich uithongert, na de maaltijd haar vinger in haar keel steekt of godbetert in haar eigen vlees kerft, oneindig veel meer zijn die in de spiegel van H&M of Zara kijken en vinden dat ze best gezien mogen worden in een kort topje. Of een bikini. De stranden liggen vol met vrouwen die in drie minuscule driehoekjes zonder complexen hun ampele lichamelijkheid tentoonspreiden. Of in nog minder. Best mogelijk dat ze daarmee de wetten van de esthetica tarten. Noem het de wraak van het vlees : zo ziet een echte vrouw eruit, heren McQueen, Galliano en Ford. Compleet met hobbels en bobbels, alles erop en eraan.

Ik ben oké, jij bent oké ? De suffragettes van het blote middel hebben dat credo van de seventies enigszins aangepast : “Ik ben oké, mijn buik is oké en als jij dat niet oké vindt, kun je de boom in.” n

Linda Asselbergs / Foto’s Marc Goldchstein

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content