Wie of wat is Bless? Het label adverteert enkel in alternatieve stijlbladen maar collecties maken ze niet. Wel verschillende, gelimiteerde producten, nu zeven in totaal, die enkel via postorder of exclusief in een aantal winkels ter wereld verkrijgbaar zijn. Maar met snobisme heeft het niets te maken.

D esirée Heiss ritst haar reistas dicht. Onze afspraak moet noodgedwongen ingekort; ze moet onverwachts nog een trein nemen en gritst nog vlug een tandenborstel mee. We staan twee hoog in haar appartement, aan de rand van het twintigste arrondissement van Parijs, een praktische, witgeschilderde ruimte die ook dienstdoet als uitvalsbasis voor Bless, haar bedrijf. In de woonkamer zitten twee vrienden te naaien aan vierkante tassen in zwarte nylon. “Zo zie je maar,” lacht ze, “Bless is dus ook nog handwerk. Couture!” Ze is midden de twintig en Oostenrijkse van afkomst; ze wuift haar interim-helpers in het Duits uit. “Niet te hard werken”, horen we. “Ga maar uit. Dit weekend zijn er hopen rommelmarkten.” We vertrekken samen naar de Gare du Nord. Ondertussen praten we over Bless.

In de persinfo staat dat Bless een duo is. Waar is de andere helft?

Desirée Heiss: In Berlijn. We zijn inderdaad met z’n tweeën: Ines Kaag en ik. We hebben verschillende adressen maar doen alles samen. Ik woon al een tijdje in Parijs; ik doe af en toe nog wat stylings voor een aantal kleine Franse modebladen en Ines heeft in Duitsland haar nevenactiviteiten. Bless is niet aan één plaats gebonden. We spreken om de zoveel tijd ergens af om te brainstormen en alles concreet vast te leggen. We zien elkaar genoeg, hoor.

Schept dat geen problemen, dat interlandse contact?

Wij voelen ons er allebei prima bij. Nu ja, behalve de astronomisch hoge telefoonrekeningen dan.

Hoe hebben jullie elkaar ontmoet?

Stom toeval. Ines en ik zaten terzelver tijd op de modeacademie. Zij in Beieren, ik in Wenen. Onze beider scholen deden mee aan een tekenwedstrijd die vanuit Parijs uitgeschreven was. Een hele onnozele wedstrijd, nu ik er aan terugdenk. De organisatie had bij de finale hier in Parijs alle tekeningen in een lange rij opgehangen en toevallig kwam de mijne naast die van Ines terecht. We wisselden wat beleefdheden uit, je kent dat wel, en we beloofden contact te houden. Eerst zonden we elkaar een postkaart, weinig bijzonders, maar gaandeweg beseften we dat we helemaal op dezelfde golflengte zaten. Zoiets merk je snel, aan kleine dingen die we elkaar schreven. Bless is eerst en vooral uit vriendschap ontstaan.

We kunnen ons voorstellen dat modestudenten na het afstuderen het liefst bij modehuizen willen werken of een eigen kledinglijn willen opstarten. Dat was bij jullie dus niet het geval?

O, toch wel. Ik heb genoeg gesolliciteerd, maar niemand wou me hebben! Op de Weense modeacademie werden gastcolleges georganiseerd, dus kwam ik al tijdens mijn studiejaren in contact met “echte” ontwerpers. Ik heb Vivienne Westwood als lerares meegemaakt en tijdens mijn graduaatjaar deed Helmut Lang de supervisie. Ik zag hun manier van werken van dichtbij. Dat feit, samen met mijn ervaringen tijdens al die sollicitatiegesprekken, deed me inzien dat ik in “hun” systeem nooit mijn draai zou vinden. Ines dacht er net hetzelfde over. We hebben Bless opgericht om het op onze manier te doen.

Het stond van in het begin vast dat we geen kledingcollecties wilden maken, toch niet volgens de conventies van het vak. Ten eerste zijn we geen van beiden sterk in patronen en ten tweede, en dat was doorslaggevend, gruwen we van total looks. Dat systeem dat die broek bij die jas moet gedragen worden, neen. Daarom maken we enkel items, of, zo je wil, eenmalige producten. Modeartikelen, accessoires. Om de zoveel tijd een ander ding, waarover de drager zelf kan beslissen hoe en waar hij of zij het draagt. Dat is een belangrijk punt voor ons: echte vrijheid.

Er zijn zoveel kanalen die individualiteit promoten, van ontwerpers tot magazines, maar ook dat is mettertijd een soort look, een pose geworden. Met Bless willen we daar op een concrete manier op reageren.

Er is nog een achterliggend motief. We wilden een structuur opzetten die ons zo weinig mogelijk aan banden zou leggen. We staan hardnekkig op onze onafhankelijkheid. Zodra je moet luisteren naar derden, financiers, opdrachtgevers of wie dan ook, verwatert je controle over je idee. Dus maken we zelf foto’s, doen de styling van de presentatie, verzinnen onze titels, onze teksten… Al die aspecten vinden we even leuk en interessant als het eigenlijke product.

We houden het bewust klein. Door onze manier van werken proberen we allerlei onvoorziene omstandigheden in te calculeren. Vinden we dat er een moment komt dat we geen goed idee hebben, dan brengen we eventjes niets uit. Wordt een van ons zwanger, dan kunnen we het hele zaakje op een natuurlijke manier wat afremmen. Met een systeem als Bless kan dat. Waren we met een heuse kledinglijn begonnen, dan was dat een onmogelijke zaak geweest.

Denk je dat je op deze manier kan verdergaan?

Het wordt steeds moeilijker, maar dat is in wezen niet zo erg. Bless slaat aan en daar zijn we uiteraard heel gelukkig om. Steeds meer winkels bellen ons en we willen niet zomaar “nee” zeggen omdat we krampachtig aan onze ideologie blijven vastklampen.

We zorgen er wel voor dat we telkens iets anders brengen. Tot nog toe zijn dat zaken geweest die direct of indirect met mode te maken hadden, maar we willen ons gezichtsveld verruimen. Er is zoveel dat je kan doen! Op het moment denken we in de richting van de technologie. Iets met mechaniek misschien. Het idee, het concept is altijd het belangrijkste bij ons. Dat doen we het liefst en daar zijn we ook het sterkst in. Ideaal evolueert Bless tot een soort conceptenbank. Wij die dan ideeën verzinnen voor iedereen die erom vraagt.

Moeten Bless-producten eigenlijk gedragen worden? We kennen mensen die jullie ontwerpen kopen als objets d’art.

Ik heb daar geen probleem mee. We brengen gelimiteerde reeksen uit, ook al uit geldgebrek, dus is het logisch dat ze verzamelaars aantrekken. Van mij mag het.

Hebben jullie je eigen creaties al gedragen gezien?

Zomaar op straat? Nee, nog niet. Wel bij modedefilés, maar dat zijn meestal vrienden. Ik heb wel een telefoontje gehad van een kennis uit New York om me te vertellen dat hij onlangs tegen Björk opbotste die een Bless-pruik droeg. En dat is natuurlijk leuk om te horen. Ikzelf draag het wel hoor. De tassen vooral, of de make-up.

Bless roept voor sommigen meer vragen op dan dat het vragen beantwoordt. De ene vindt het schools, de andere ziet er niets anders dan ironie in.

Dat stoort ons hoegenaamd niet. Zolang we maar niet als de zoveelste modenaam beschouwd worden. Een beetje verwarring mag er zijn.

DE BLESS-PRODUCTEN

Bless, dat sinds begin ’97 bestaat, maakt vier producten per jaar. Ze zijn rechtstreeks te bestellen of te vinden in een paar winkels. In België worden ze binnenkort verkocht bij Walter in Antwerpen. De oplages variëren van 20 tot 2000.

KAART 1: DE TOPS (20 stuks gemaakt)

Desirée Heiss: “De voorloper van de genummerde Bless-producten. Om het water te testen, zeg maar. Het zijn topjes gemaakt van elastiekbanden die in damesrokken gestikt worden, meestal in modellen van grote ketens. We hebben die aan elkaar gestikt tot een soort tube die je kan dragen zoals je wil. Ons eerste product speelde rond het idee van naaktheid. Je ziet er bloot mee uit, terwijl je toch een kledingstuk draagt.”

KAART 2: NR. 00: DE PRUIK

Desirée Heiss: “De vader van Ines doet in bont dus was het evident dat we dat zouden gebruiken. De pruik is wel uit nepbont gemaakt. Martin Margiëla zag ze en vroeg ons iets dergelijks voor zijn collectiepresentatie te maken. Daar zijn we nog steeds heel trots op want het heeft onze naam bij veel mensen gelanceerd. Nu nog krijgen we aanvragen voor de pruik. Er zijn er 93 gemaakt en de voorraad is bijna op.”

KAART 3: NR. 01: DE LAARS-KOUS / DE BOOT SOCK (120 stuks gemaakt)

Desirée Heiss: “Na de pruik wilden we iets anders. We wilden niet dat mensen dachten dat we hoeden- of pruikenontwerpers waren, Bless als alternatieve Philip Treacy of zo. Dus iets voor de onderkant van het lichaam. Met de laars-sok hebben we nagedacht over een stuk dat letterlijk ergens tussenbeide zat. Tegelijk de onderkant van een broek en het bovenste deel van een laars of van een sok. Het is heel mooi met een naaldhak eronder, vind ik. Het is niet door iedereen begrepen, vrees ik. Ik herinner me een artikel in de Duitse pers. ‘Moonboots voor arme mensen’ hadden ze geschreven. Kwetsend, want daar had het helemaal niets mee te maken.”

KAART 4: NR. 02: DE WEGWERP-T-SHIRT (oplage: 60, maar uitverkocht!)

Desirée Heiss: “Hierbij hebben we vooral rond materiaalkeuze gewerkt. De T-shirts zijn gemaakt uit een stof die men gebruikt om jersey te voeren. Niet dat ik begrijp waarom jersey gevoerd moet worden, maar alla. Het is hele fragiele, kwalitatief niet bepaald hoogstaande stof maar de uitdaging was er toch een mooi kledingstuk mee te maken. Dat is gelukt, maar de T-shirts zijn dan ook echt wegwerp.”

KAART 5: NR. 03: THE SET (oplage: 50 stuks. Een reeks al dan niet transparante vormen, die als een sluier of een gaas over je kleren kunnen gedragen worden. Geen tweede, maar een derde huid, een laag boven een silhouet.)

Desirée Heiss: “Van al onze projecten het meest persoonlijke. The Set is onze commentaar op de huidige toestand in de modewereld. Hiermee willen we de echte creativiteit terug wat aanzwengelen, want die ontbreekt hier en daar. Of we niet bang zijn dat dit idee gekopieerd zal worden? Integendeel, we hebben het bijna zo bedoeld! We hopen echt dat onze ideeën aanzetten om ook iets verreikends te maken. Aansluitend bij The Set hebben we ook make-up verzonnen (lapjes op maat verknipt leder, stof of gaas in verschillende kleuren aan een elastiek bevestigd; die elastiek draag je om je hoofd zodat elk stukje stof op z’n plaats valt, nvdr). Vorig jaar hebben we de mannequins van Kostas Murkudis daarmee getooid. Colette, de winkel in Parijs, vond het zo’n goed idee dat ze ons gevraagd hebben het in hun winkel te verkopen.”

KAART 6: NR. 04: DE TASSEN (100 stuks gemaakt. Vijf verschillende “vorm-objecten”, getiteld A, B, C, D en E, in nylon, katoen, zijde en pvc, die door middel van de aangebrachte ritsen en uitsnijdingen omgevormd kunnen worden tot T-shirt, broek, rok, topje of sjaal, terwijl het in wezen steeds tassen blijven en ze ook zo kunnen gebruikt worden.)

Desirée Heiss: “Een vrij omvangrijk product, en duur in productie, ook al omdat elk onderdeel in een speciaal ontworpen verpakking zit.”

KAART 7: NR. 05: SUBSCRIPTION (30 gelimiteerde abonnementen)

Desirée Heiss: “Geen tastbaar product deze keer. Om verder te kunnen werken hebben we geld nodig en dat ontbreekt op dit moment. We hebben ons een tijdje geleden ingeschreven voor een wedstrijd met een grote geldsom als hoofdprijs. We zijn als winnaar geëindigd, alleen hebben ze ons niet als dusdanig erkend omdat we geen Fransen zijn. Het ging om overheidsgeld en het reglement schreef voor dat enkel Franse merken of ontwerpers daarvoor in aanmerking kwamen. Een flinke streep door onze rekening. Dus willen we de som toch nog bijeenkrijgen door dertig abonnementen aan te bieden. Wie een abonnement koopt, krijgt de vier volgende Bless-producten gratis. Eén abonnement kost 1000 mark (ongeveer 20.000 fr). Het is niet zomaar een geef-ons-jullie-geld-actie, veeleer een soort onderpand, een investering in onze toekomst.”

Bless Parijs: Tel. (00-33) 1.43.66.67.85.

Peter De Potter

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content