Piet Swimberghe

Dit huis zou niet misstaan aan de zuidkust van Engeland, waar Londen dichter ligt bij Rome dan Parijs.

Piet Swimberghe / Foto’s Jan Verlinde

Deze woning in Rotselaar heeft diepe wortels in de Britse decoratiekunst, maar die invloed is nergens voyant aanwezig. Veel meubels komen zelfs niet van over het Kanaal. Je herkent de Engelse touch in het zuiderse kleurenpalet en de antieke verzamelobjecten. De bewoners, Marcel en Ann Cornille, ontdekten Engeland ruim een kwarteeuw geleden. Toen trok iedereen met gevoel voor kunst, antiek en architectuur erheen om te genieten van de prachtig golvende landschappen, tuinen en mysterieuze interieurs. Veel Vlaamse antiquairs gingen wekelijks het Kanaal over op zoek naar oude landmeubels. Onze antiekhandel werd overladen met knoestige cupboards, dressers en Windsor chairs. Daarna werden karrenvrachten fijne mahoniehouten meubels en zilverwerk ingevoerd. Deze deftige antiquiteiten zijn nog steeds in trek. Vroeger was de handel in Engelse oudheden avontuurlijk. Wekelijks troepten kopers samen voor de vrachtwagen van zo’n antiquair om vers importgoed te kopen. Nu wordt het niet meer uit de camion verkocht, maar uitgestald in nette winkels.

De Cornilles ontdekten in Engeland een exotisch getint land met koloniale invloeden en een heel aparte kunstgeschiedenis. De Engelsen maakten weinig oorlogen en revoluties mee en hebben de grote kunststromingen volkomen anders geïnterpreteerd dan de rest van Europa. Daarom zijn oude Britse meubels anders van vorm en afwerking. Marcel Cornille heeft over het Kanaal de Oude Grieken en Romeinen herontdekt. Vreemd is dat niet. Na de eerste systematische opgravingen van Pompeji en Herculanum in 1748 trokken veel gefortuneerde Britten op Grand Tour naar Zuid-Europa, op zoek naar sporen uit de Oudheid. De diepe fascinatie voor de Antieken gaf de Engelse kunstgeschiedenis een nieuwe wending : architecten en decorateurs werkten voortaan in Grieks-Romeinse stijl.

Die hang naar de Oudheid leeft in Groot-Brittannië vandaag nog altijd voort. Door die trend werden in de afgelopen eeuwen aan de Engelse zuidkust villa’s gebouwd in pure Palladiaanse stijl, met Toscaanse tuinen en interieurs overladen met klassieke marmeren beelden. Precies het kleurenpalet en de materialen waar ook de Cornilles helemaal weg van zijn. Hoewel Marcel de Londense antiekhandel als zijn broekzak kent, bleef hij niet rondhangen in de hoofdstad. Jaren geleden trok ook hij door het platteland op zoek naar boerenmeubels met een oude, doorleefde patina. Hij speurde onder meer in de schilderachtige Cotswold Hills in Zuidwest-Engeland. Daar komen trouwens bijna al zijn stoelen vandaan.

Marcel Cornille is actief als tuindecorateur, en verhandelt voornamelijk oude buxus- en taxusplanten. Eigenlijk heeft ook het uitgangspunt van zijn zaak, het handeldrijven met antieke planten, iets Engels. De prachtige tuin rond zijn huis straalt de rust van eeuwen uit door de oude struiken en vele stenen die ertussen verstrooid liggen. De gelijkenis met het interieur is frappant. Binnen zijn de composities van meubels en sierobjecten ook tamelijk fors van opzet. In een hoek van de zitkamer staan liefst acht marmeren zuilen naast elkaar, met daarboven twee grote, donkere portretten uit de zeventiende eeuw. Maar te barok wordt de decoratie nooit door de zonnige kleuren. Marcel heeft dat zwak voor marmer wellicht ook in Engeland opgedaan, waar oude huizen bulken van de exquise marmersoorten. De Engelsen waren er immers twee eeuwen terug als de eersten bij om mooie marmeren zuilen uit Italië weg te slepen.

Denk niet dat dit huis in één keer werd gedecoreerd. Het werd zelfs in verschillende fasen gebouwd. Door buitenmuren te bestrijken met ouderwetse kalkverf en wanden te laten begroeien, krijg je nergens de indruk dat het huis amper een paar tientallen jaren oud is. Je zou zweren dat het hier al veel langer staat. Aan de architectuur en de stoffering werd wel intens gesleuteld. Beetje bij beetje veranderde het uitzicht grondig. Ooit zag het er een stuk somberder uit, bekent Ann Cornille. Maar op een avond hebben ze, samen met vrienden, alle meubilair uit de living gehaald : de tuin stond vol en de woonkamer was leeg. Het moet een grappig zicht zijn geweest. De opkuis zorgde voor een omwenteling : ze smaakten de charme van leegte en soberheid. Slechts een deeltje van de meubels mocht weer binnenstaan. Van die gelegenheid werd gebruik gemaakt om alle muren, deuren en plafonds blank te schilderen. Zelfs de eiken balken die voor een rustieke noot zorgden, werden onder een laag witte kalk gestopt. Het meubilair werd aangepast. Intensiever dan ooit tevoren gingen ze bij antiquairs authentieke stukken zoeken. Het resultaat mag er zijn : de meubels zijn stuk voor stuk juwelen die de tijd hebben getrotseerd. Dat is uitzonderlijker dan je denkt, want je ziet veel Engels meubilair dat helemaal niet oud is. Engeland was ook vroeger een geduchte leverancier van zwaar gepatineerde kopieën. Het ligt natuurlijk aan de koper om echt van vals te onderscheiden. Marcel leidt je niet om de tuin, hij heeft het begrip authenticiteit te hoog in zijn vaandel om zich daaraan te laten vangen.

Deze voorliefde blijkt ook uit de collecties waarmee hij zich omringt. Hij heeft nogal wat antiek glaswerk vergaard. Geen kitscherig kristal uit de vorige eeuw, maar mondgeblazen glas uit de tijd van Mozart. Deze goblets, tazza’s en karaffen verschijnen op tafel voor een feestmaal, met de eis dat ze met zachte hand worden gehanteerd. Dus gaat het om meer dan decoratie : hier zijn veel sierobjecten echt in gebruik.

Je kan het huis op diverse manieren verkennen. Als speurneus heb je uren nodig om alles grondig te bekijken. In elk hoekje vind je een stilleven. De bibliotheek, helemaal achterin het huis, is een voorbeeld. Van een oude muurkast heeft de schrijnwerker een volledige boekenwand gemaakt. Voor de boeken liggen en staan kunstwerkjes, zoals antieke marmeren voeten, bustes, prehistorische kommen en exotische schelpen. Dit is een rariteitenkabinet in miniatuur.

Wie hier te veel opgaat in details, mist eigenlijk het genot van de architectuur en het decor. De woning is dus een aaneenschakeling van ruimten. De vertrekken liggen niet mooi achter elkaar geordend. Dat prikkelt de nieuwsgierigheid, het nodigt uit tot een wandeling. Na de warm uitgedoste woonkamer kom je in de keuken. Het verschil is groot : het ruime kookhuis is volkomen blank geborsteld en oogt kaal en fris. De keuken is een perfect rustpunt in huis, want de living en de tuin rondom geven een drukke indruk. De woning heeft wel meer van die rustplaatsen. De bibliotheek tussen keuken en slaapkamers is nog zo’n plek. Aan de andere kant van de woning stappen we in een serre die weliswaar vol staat, maar door zijn landelijkheid voor kalmte zorgt.

De keuken is erg sober, maar er is veel te zien : de kasten staan vol wit porselein met hier en daar een blauw glas en zilverwerk. Voor de wandkasten werden oude meubels op stijlvolle wijze herbruikt en verbouwd. In het midden staat een grote werktafel met een enorm marmeren blad. In de hoek zorgt een Aga-kachel voor warmte, ingewerkt in een ouderwetse schouw met witte Delftse tegels. Het samenspel van witte tonen en veel zon maakt dat het hier altijd zomer is.

Het hele huis wordt aan de noordkant verbonden door een lange gang. Toch is dit geen duistere plek met koud licht : de ivoorgele wanden zorgen voor een opgewekte sfeer. De inspiratie voor die kleur is niet ver gezocht : in de gang pronken honderden antieke wandelstokken van been en ivoor, die met oneindig veel geduld zijn gesneden. Veel vakmanschap werd geleverd door slaven en vrijbuiters opgesloten in kampen of op schepen. De verzameling begon twintig jaar geleden met de aankoop van drie stokken op de antiekmarkt van de Brusselse Zavel. In een mum van tijd stond het huis er vol van. Marcel schuwt geen hoeveelheden, van de meeste objecten heeft hij wel een hele verzameling in huis, ergens verstopt in een kelder of zolder. Het hoeven niet allemaal kostbaarheden te zijn, zoals het oude tuingerei dat hij momenteel opkoopt. Het is prachtig, doorleefd materiaal dat een verhaal van jaren vertelt.

Aan de combinatie van overladen tableaus en prachtig marmer merk je dat dit huis een ode is aan Engeland en Italië.

Hier is authenticiteit het sleutelwoord. Alle objecten, van de zuilen tot en met het glaswerk, zijn uitgelezen antiquiteiten en geen doordeweekse decoratie.

De wintertuin is een rustpunt. Let op de verzameling antiek tuingerei. Uiterst rechts : aan de bibliotheek, het gewelf en de oude vloeren te zien, lijkt de woning al vele generaties oud.

In Engeland herontdekte Marcel Cornille de Oudheid. Uiterst rechts : de woning verschuilt zich in het groen. Struiken en stenen werden als antiquiteiten verzameld.

Het geheim van deze keuken is simpel : een schraal kleurenpalet, evenwichtige proporties en edele materialen, zoals oude tegels en marmer.

Marcel Cornille is niet tevreden met één oude reiskoffer of wandelstok. Eenmaal een mooi object gevonden, begint hij te verzamelen.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content