BILLENKLETSER
Zondagmorgen is het. Buiten heerst weldadig licht en de fluitketel heeft al geraasd, zoals het geluid schijnt te heten van water dat aan de kook gebracht wordt. Ik heb de vaatwasser gevuld, het bestek in de korf verzameld en het bakje laten vollopen met poeder. Ik hou van poeder, meer dan van tabletten. De moderne mens schijnt er bang voor te zijn, zoals voor alles wat meer zorg en dosering behoeft dan het pleuren van iets voorverpakts in een daartoe voorzien bakje.
Sinds kort, eigenlijk al wat langer voor wie niet ziende blind is, zijn er echter dingen aan de gang die meer zorg wekken dan de terugval van vaatwaspoeder. Dit is het eerste stukje dat ik schrijf sinds de akelige gebeurtenissen in Parijs, hier een steenworp verder. Of je dat nu wil of niet, ze doen je nadenken over het eigenaardige concept je gedachten middels de gedrukte pers te grabbel te gooien voor het publiek. Dat publiek omvat, welzeker, de vriendelijke Sylvie uit Zarlardinge en de mevrouw uit Pervijze die mij teksten stuurt in kalligrafische letters, vergezeld van guirlandes van uitgeknipte konijnen die in bloemrijke omgevingen dansen. Maar er zijn ook lieden zonder namen of gezichten, die het lezen machtig zijn en zich al vlug tegen de haren in gestreken voelen. Niet dat ik vaak mensen schoffeer, laat staan profeten of almachtigen, maar ik denk dat de recente gebeurtenissen iedereen raken die weleens een knuppeltje in een hoenderhok durft te werpen. Voor het eigen, rammelende karkas ben ik niet bang, maar het vermelden van mijn dochters voelt opeens ongemakkelijk aan. Ik wil niet dat zij schade zou ondervinden door de beroepskeuze van papa, in een wereld vol dorpsgekken en gehersenspoelden.
Naar aanleiding van de gebeurtenissen in Parijs verschenen stapels cartoons, de een al strijdvaardiger dan de andere. Eén tekening is mij het best bijgebleven. Het was er een van ZAK, zoals wel vaker. Ze toonde drie terroristen aan de keukentafel die zich bescheurden om wat zij in de kranten lazen.
“De pen is machtiger dan het zwaard”, grapt de een.
“Ha ha ha ha ha”, lacht de ander.
De derde kletst zich op de billen : “Wat zou het leven zonder humor zijn ?”
Voormelde tekening vatte nogal treffend het contrast tussen de wetten van de ballistiek en de weekheid van mensenvlees dat sinds decennia door de rechtsstaat is gepamperd. De manifestaties in de straten waren ontroerend en indrukwekkend, van aard om kippenvel op te wekken. Maar tegelijk deden ze mij denken aan de Witte Marsen van destijds : troostend en verbindend, maar je zult er geen pedofiel of extremist mee op andere gedachten brengen. Ik geloof dat het potlood in the long run tegen de barbaarsheid is opgewassen, maar op kortere termijn komt het schrikbeeld dichterbij van een burgeroorlog in Europa.
Of je nu Charlie bent of niet, het schrijven voor publiek zal niet snel weer even vanzelfsprekend worden als vroeger. De vrije meningsuiting is al aan banden gelegd, omdat veel mensen twee keer zullen nadenken voor ze expressie durven geven aan hun allerindividueelste overtuiging. Het liefst zou ik, verstomd als ik mij voel, een wit blad indienen zoals Kamagurka, maar in Roeselare zijn ze niet tuk op dat soort grapjes. Voor het eerst in jaren bekruipt mij de gedachte dat ik misschien beter die andere jeugddroom had gevolgd en astronaut was geworden. Dan kon ik in vederlichte toestand de plek overschouwen waarover John Cleese eens gezegd heeft : “The world is insane. With tiny spots of sanity, here and there. Not the other way around.”
jp.mulders@skynet.be
Jean-Paul Mulders
De manifestaties deden mij denken aan de Witte Marsen van destijds : troostend en verbindend, maar je zult er geen pedofiel of extremist mee op andere gedachten brengen
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier