Bètablokkers en Boeddha
Een paar weken geleden bracht het zakenblad Trends een artikel over managers die slikken. Slikken om hun angsten te overwinnen, slikken om vermoeidheid te verdrijven en hun intellectuele capaciteiten aan te scherpen, slikken om te slapen. En een beetje hypocriet leverde het blad ook een quasi-complete lijst met wat er wordt gebruikt en waartoe alles dient. Een handleiding kortom om hinderlijke gevoelens en fysieke reacties van zwakheid te onderdrukken. Zodanig dat de machine kan blijven functioneren op het helse ritme van het grote kille raderwerk dat een bedrijf vaak is of geworden is.
Afgelopen zomer wees iedereen met beschuldigende vinger naar de sportwereld. Alsof alleen spierbundels dit soort stimulansen nodig hebben om financieel renderende prestaties neer te zetten. Op die manier kon men het fenomeen met een gerust hart afdoen als iets voor mensen met een niet al te grote hersenmassa.
Maar precies die brains die de economische machine laten draaien, functioneren blijkbaar voor een groot deel op dezelfde brandstof. Wie durft immers op dat niveau te zeggen: ik kan het niet meer aan?
Kjell Magne Bondevik, eerste minister van Noorwegen en dominee van oorsprong, nam onlangs twee maanden ziekteverlof omdat hij op de stress van zijn job, in de moeilijke economische omstandigheden die zijn land doormaakt, depressief reageerde. Rust en afzondering moeten hem weer bestand maken tegen de extreme druk die op hem rust. Dat maakte hij zonder schroom bekend, en 82% van de Noren bleken waardering te hebben voor zijn openheid. In buitenlandse bladen werd dat met verwondering genoteerd en sceptisch becommentarieerd.
Meneer Bondevik zal beslist geen uitzondering zijn in het politieke en het zakenmilieu. Men hoedt er zich daar echter wel voor om zich zwak en kwetsbaar te tonen, want dat wordt makkelijk synoniem voor onbetrouwbaar, niet standvastig in de strijd. Dat mocht in eigen land SP-senator Patrick Hostekint ondervinden. Zijn felle rede in de Rwandacommissie werd op rekening van onstabiele emoties van een depressief man geschreven. De zwakke plek in het pantser is waar de vijand je licht treft. Ongenadig.
Laatst zat ik aan tafel met een jonge ondernemer die zich danig zorgen maakt over het feit dat mensen (ook in zijn eigen ateliers) door de extreem hoge druk tot machines dreigen te verworden. “We vergeten te gemakkelijk dat het ook onze taak is om mensen zich goed en gewaardeerd te laten voelen in hun job en in ons bedrijf”, zei meneer S. “Ik denk dat we een heel andere richting uitmoeten. Bedrijfsleiders en politici moeten weer zin geven aan het leven van de mensen. Het interesseert de mensen geen barst te horen dat België de EU-norm gehaald heeft, of dat het bedrijf een cashflow van 3,5 realiseert, zolang niemand dat voor hen kan vertalen in termen van welzijn en geluk voor henzelf en voor hun gezin.”
Ondertussen zijn mensen op zoek naar andere zingevingen. Het is niet toevallig dat hier in deze tijd een grote boeddhistische tempel wordt ingewijd. Die religie uit het meer dan ooit geïdealiseerde Tibet, die mensen helpt om stil te staan bij het nu, om alles wat ze doen zo goed mogelijk te doen en daar rustig van te genieten, is precies het tegenovergestelde van deze haastige wereld waar het onvolmaakte, het onafgewerkte, het lelijke vaak tot kunstvorm werd verheven.
Allicht is dit alles ook een vlucht, maar misschien wel een die veel veiliger en heilzamer is dan die in de psychofarmaca. Mensen op beslissingsniveau die van hun eigen emotionele realiteit afgesneden leven, zijn niet in staat om voor anderen te beslissen.
Tessa Vermeiren
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier