Besmettelijk
“Kijk mama, zonder handen.” Hoe snel toch het menselijk gedrag zich aanpast aan de omstandigheden. Zijn deurklinken te mijden in tijden van Mexicaans besmettingsgevaar, dan zetten we toch gewoon onze schouder tegen de deur, of openen we ze per elleboog. Sommige collega’s worden daar al verdraaid handig in, heb ik de laatste dagen vastgesteld, hoewel handig in deze context niet het juiste woord is. In de supermarkt zag ik zelfs een vrouw die haar kar met haar voorarmen stuurde. Haar gezicht sprak boekdelen, het gevaar loerde overal.
Smetvrees, het is van alle tijden. Ooit deelde ik tijdens een buitenlandse stage een kamer met een collega. Het eerste wat ze uitpakte was een bus Dettol waarmee ze prompt de badkuip een grondige schrobbeurt gaf. “Je weet nooit wie erin gelegen heeft”, mompelde ze somber. Vervolgens nam ze behoedzaam de beddensprei tussen haar vingertoppen, en ze vouwde die met een vies gezicht op. “Je ligt toch niet op zo’n sprei, hoop ik ?” Daar had ik eerlijk gezegd nooit bij stilgestaan. Niet dat ik meteen van zo’n ding zou eten, maar gewoon achteroverliggen en een paar telefoontjes plegen was niet mijn idee van een risicovolle onderneming. “Maar je ontsmet dan toch de telefoon, neem ik aan”, sprak ze streng, de daad bij woord voegend. We hadden nog geen gsm toen.
Pijnlijk nette mensen, het zijn bijna altijd vrouwen. Er zijn er wier derrière nimmer een vreemde toiletbril raakt, anderen krijg je met geen stokken in een jacuzzi. Onwillekeurig vraag ik me af hoe zulke vrouwen in bed zijn : een diepgeworteld wantrouwen tegen alle vormen van vreemd lichaamsvocht lijkt me het seksuele repertoire drastisch te beperken. Het probleem is dat veel van die hygiënefreaks een te levendige verbeelding hebben. Stel je dat oprukkende leger van bacteriën, virussen en ander microscopisch ongeregeld voor als een horrorfilm in 3D en je wilt alleen nog in een bad formol weken. Zelf verkies ik in zalige onwetendheid te leven en verder geloof ik rotsvast in het vergroten van mijn weerstand door een gedoseerde blootstelling aan het gevaar. Met redelijk succes, mag ik zeggen, hoewel ik die shoarma op de Lokerse feesten beter aan mij voorbij had laten gaan.
Niet dat het een mens, al dan niet oppassend, gemakkelijk gemaakt wordt om stand te houden tegenwoordig. Varkens- en vogelgriep, de ziekenhuisbacterie, de vleesetende variant : een beetje metafysisch geïnspireerd type zou er allengs de wraak van de natuur op de hoogmoed van het medisch korps in vermoeden. “Ha, jullie bedenken steeds gesofisticeerder medicijnen en hoogtechnologische procedures om de dood te slim af te zijn ? Daar zullen wij, ongewervelden, eens snel een stokje voor steken, zie.” Nog een geluk dat ik voor geen meter aanleg heb voor metafysica. En dus blijft die container ontsmettingsgel, gekregen van een goedbedoelende ziel, vrijwel onaangeroerd in het medicijnkastje. Het bijgeleverde mondmasker doet het overigens ook prima als slaapmasker.
Linda Asselbergs
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier