Tessa Vermeiren
Tessa Vermeiren Tessa Vermeiren is voormalig hoofdredactrice van Knack Weekend

Op onze redactie hebben zich de jongste maanden een drietal twintigers geïnstalleerd. Ze maken nu het leeftijdsscala van de dertigers, veertigers en vijftigers opnieuw rond. Ze hebben de leeftijd en dus ook de mentaliteit van mijn zonen, ik voel me bij hen net zo op mijn gemak als bij mijn eigen kroost. Hun voortvarendheid, hun vernieuwingsdrang, hun gedrevendheid zijn de eigenschappen die hen hier brachten. Hun kijk op de wereld is onmisbaar bij het maken van dit blad.

Vanmorgen hoor ik op de radio echter dat we hier met z’n vieren eigenlijk een beetje een bedreigde diersoort vormen. Vijftigers. In dit land zijn nog slechts 22 op 100 mensen boven de 50 betaald aan de slag. Je moet het cijfer zwart op wit voor je zien om je te realiseren hoe hallucinant het is. Van collega’s op andere uitgeverijen hoor ik dat de directie bij hen een vertrekregeling uitwerkt vanaf 53. Dat zou voor mij al over 2 jaar zijn. Pardon?

Verhofstadt wil nu het tewerkstellen van vijftigers goedkoper maken voor de werkgevers. Want dat blijkt het hele eieren eten te zijn: ervaring kost blijkbaar te veel om in huis te houden tot de normale pensioengerechtigde leeftijd, die ondertussen wel op 65 jaar gebracht is zowel voor vrouwen als voor mannen. Van tegenstrijdigheid gesproken.

Het is een raar gevoel te beseffen dat je tot een soort beschermde diersoort gaat behoren, wiens werkende leven in de komende jaren ondersteund zal worden door de actieve welvaartsstaat.

Het gaat er mij helemaal niet om te preken voor eigen kerk. Maar ik ken nogal wat leeftijdgenoten die reëel rekening houden met het feit dat ze over de 4 jaar op non-actief worden gesteld. Ik kan me heel goed inbeelden dat wie zijn hele leven fysiek zwaar werk heeft verricht, er op mijn leeftijd begint naar uit te kijken om het wat rustiger aan te gaan doen. Maar vandaar naar nog een paar decennia zoekmaken met schoffelen in de tuin, gesteld dat je die hebt, of met het systematisch doorlezen van de hele stedelijke bibliotheek of eindeloze fiets- of wandelvakanties langs alle geruimde paden van Europa, het lijkt mij toch nog een hele afstand. Voorlopig wil ik er niet aan. Integendeel zelfs, dit voelt aan als het moment om professioneel nieuwe dingen te ondernemen, opnieuw enthousiast te worden met al dat jong volk in mijn omgeving, verre reizen te maken, geestelijk nieuwe horizonten af te tasten.

Wetenschappers voorspellen dat we straks nog langer en fitter leven dan tot nog toe. Wat doen we dan met al die tijd? En vooral, waarvan gaan we het betalen? Of gooien ze ons straks allemaal op een grote chagrijnige hoop: no job, no money, no life?

Gisteren nog hoorde ik een vrouw zich beklagen over haar man die met brugpensioen is en uit pure verveling een cursus fietsenmaker gaat volgen in een of ander cultureel centrum.

Zo’n à la carte-regeling als Verhofstadt voorstelt, is helemaal niet zo gek. Als je er zelf behoefte aan hebt, kan je weg, al dan niet tijdelijk. Wat dan tegelijkertijd ook inhoudt dat je ook nog terug kan komen op je beslissing en weer voor een paar jaar al dan niet deeltijds aan de slag kan, maar in ieder geval nuttig bezig.

Eén ding is duidelijk: wat boven alles verwacht zal worden zowel van oudere werknemers als van werkgevers, is flexibiliteit. En flexi-werken kan het leven op dat moment ook interessanter maken. Je zou niet noodzakelijk tot het einde van je actieve dagen van 9 tot 5 op dezelfde stoel hoeven te blijven zitten.

Wie met dit soort puzzelpatronen wil experimenteren, moet echter wel bereid zijn tot verandering. En als er de jongste weken in dit land één ding opvalt, is dat de angst voor verandering. Men is soms zelfs niet bereid om erover na te denken.

Het lijkt allemaal erg ingewikkeld. Maar een maatschappij met een hoop te vroeg aan de kant gezette, te kort gedane vijftigers en zestigers lijkt me een allesbehalve prettig perspectief. Zeker niet voor de aankomende generaties.

Tessa Vermeiren

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content