Bergop tegen kanker

Begin februari vertrekt een bijzondere expeditie naar de hoogste berg van Zuid-Amerika : negen vrouwen die borstkanker hebben gehad, willen de Aconcagua overwinnen. Een gesprek met initiatiefneemster Katelijne Van Heukelom.

De expeditie zal te volgen zijn via www.beyondthewhiteguard.org

Bezorgd vraagt ze of we het niet te koud hebben. “Ik dacht er te laat aan om de verwarming op te zetten. Zelf heb ik nooit kou.” Dat is ook te merken aan haar boekenplanken. Die staan vol reisgidsen en -verhalen waarin sneeuw en ijs de hoofdrol spelen. Op een ander rek overheerst brandend zand. “Mijn man is gefascineerd door woestijnen. Ik eigenlijk ook : hij houdt van zand- en ik van ijswoestijnen. Dat ligt ogenschijnlijk ver uit elkaar, maar ze hebben gemeen dat het allebei desolate natuurgebieden zijn.”

Het was uw idee om vrouwen met een borstkankerverleden mee te nemen op een expeditie. Hoe komt u daarbij ?

Katelijne Van Heukelom (42) : De aanleiding voor dit project is heel simpel. Er lopen twee rode draden door mijn leven. De eerste is kanker, de tweede expedities. Nee, ik ben geen kankerpatiënt, hoewel ik zeker tot de risicogroep behoor. Ik ben al wel geopereerd, maar dat was goedaardig. De artsen willen het goed in de gaten houden, ik word regelmatig onderzocht en de resultaten zijn niet schitterend. Dan moet ik bijvoorbeeld een biopsie ondergaan, maar daar wil ik verder niet bij stilstaan.

Mijn moeder heeft twee keer borstkanker gehad en het twee keer overleefd. Haar zus Tannemie, die als een tweede moeder voor ons was, is eraan gestorven. Daarna een goede vriendin. Ook overleden. Toen kreeg mijn vader longkanker, in drie maanden tijd was hij weg. Twee van zijn broers zijn ook aan longkanker gestorven. Dan kreeg mijn moeder het weer. Zussen van haar zijn ook al geopereerd, een nicht ook. Het zit dus echt wel in de familie. Niet dat ik daar depressief van word, maar binnenkort laat ik genetisch onderzoeken of ik het gen draag waarmee kanker wordt doorgegeven. Dat wil ik vooral weten voor mijn dochter. Als ik dat gen heb, is de kans fiftyfifty dat mijn dochter het ook draagt en dan moet zij ook geregeld onderzocht worden. Borstkanker kan genezen, en die kans is het grootst als de diagnose in een zo vroeg mogelijk stadium gesteld wordt.Door al die ervaringen had ik aanvankelijk alleen pijn en verdriet. Daarna kwam het voornemen om ooit iets tégen kanker te doen, op mijn manier. Ik heb er een paar jaar op gebroed hoe of wat ik zou ondernemen.

En het werd een expeditie ? Die andere rode draad in uw leven ?

Inderdaad (lacht). Als kind droomde ik er al van, ik voelde mij altijd aangetrokken tot bergen. Tot mijn beste jeugdvriendin haar vader en twee broers verloor : ze kwamen om tijdens het klimmen. Daar was ik zo door geschokt, dat ik besloot om expedities uit m’n hoofd te zetten. Maar het virus was er niet uit, het was enkel ingeslapen en werd opnieuw wakker toen ik Alain Hubert ontmoette.

Hoe gebeurde dat ?

Via mijn job. Ik werk deeltijds voor Buitenlandse Zaken, het zaterdagochtendprogramma van Radio 1, een programma over actualiteit en het buitenland. Ik geef altijd het voorbeeld van het Nepalese koningsdrama. De feiten, die zijn voor het nieuws. De achtergronden van de feiten zijn voor ons. Astrologie heeft een grote rol gespeeld in dat drama. Wij haalden dus een astroloog naar de studio en die heeft dat haarfijn uitgelegd.

Ik kwam in contact met Alain Hubert en Dixie Dansercoer toen ze in 1997-’98 de oversteek van Antarctica gingen maken. Hun persconferentie had plaats in IJsland omdat het landschap op de gletsjers daar het meest te vergelijken is met Antarctica. Sindsdien houden we contact. Eén keer heeft hij me zelfs kwaad gekregen. Ik stond met hem en Dixie te praten en zei : “Beseffen jullie wel wat een rijkdom jullie hebben, door zomaar naar Antarctica en de noordpool te kunnen ?” Alain nam mij nogal bruusk apart en zei : “Dat kun jij ook. Maar je wilt het niet hard genoeg.” En dat is blijven hangen in mijn hoofd. Eén week later heb ik beslist om een oude droom waar te maken : op een rudimentaire manier met de hondenslee door Zweden. In mijn eentje, overnachten in een tentje en zelf voor mijn honden zorgen.

En uw man ?

Ik wilde maar al te graag dat hij meeging, maar hij had helemaal geen zin. Hij houdt niet van de kou, ik wel. Enfin, van het ene kwam het andere, en drie jaar geleden kon ik met Alain drie maanden mee op klimexpeditie naar Antarctica. Als enige vrouw met negen mannen.

De kokkin van het team ?

(lacht) Nee, hoor. Alle klussen waren eerlijk verdeeld, ik deed gewoon mijn deel. Op zo’n expeditie sta je niet als man of vrouw tegenover de anderen, maar als persoon. Alle maskers vallen af, je kent elkaar door en door. Ik denk dat die negen mannen mij beter kennen dan mijn eigen echtgenoot, omdat die mij nooit in dergelijke extreme situaties heeft gekend.

Wat vond uw gezin ervan dat mama voor drie maanden naar de zuidpool trok ?

Het was een zeer oude droom, maar ik betwijfelde of ik dat wel kon maken. Ook al omdat Kerstmis en nieuwjaar in de periode vielen, en die feesten vier je toch in familiekring. Maar mijn man en mijn kinderen hebben me echt gepusht : “Doe het toch ! Zo’n kans krijg je nooit meer !” Die beslissing heb ik dus zeker niet alleen genomen. Ik nam drie maanden verlof zonder wedde om mee te kunnen en op kerstavond zat ik met een wetenschapper op een hoogvlakte van 2500 meter in een tentje, terwijl de andere teamleden op een berg zaten en mijn gezin thuis in België aan de kalkoen.

Tijdens die maanden heb ik Ralf Dujmovits, met wie ik een iglotentje deelde, leren kennen. Toen het idee voor deze expeditie met vrouwen in mij opkwam, heb ik meteen Ralf gecontacteerd om over de mogelijkheid ervan te praten. Hij is niet de eerste de beste, hij heeft om te beginnen ontzettend veel expeditie-ervaring. Hij beklom onder meer de Everest en K2, zijn curriculum is indrukwekkend. Maar hij staat ook met beide voeten op de grond. Hij heeft enkele jaren geneeskunde gestudeerd, maar is daarmee gestopt omdat hij gids wou worden in het hooggebergte. Hij heeft stage gelopen in de oncologische afdeling van een ziekenhuis. Zijn band met kanker is er dus ook. Het medische aspect zit ook al jaren in hem. Hij is dus de ideale leider voor onze expeditie. De expeditie was mijn idee, maar ik heb het samen met hem ontwikkeld.

Maar waarom wilt u per se vrouwen die borstkanker hebben gehad nóg een beproeving opleggen ?

Het is uitgesloten dat wij de deelneemsters nog eens een lijdensweg opleggen. Het mag geen masochistische onderneming worden. Integendeel. Het moet voor iedereen plezierig zijn. Daarom is een degelijke fysieke voorbereiding zo belangrijk. Hoe beter je conditie is, hoe meer je kunt genieten op het moment zelf.

Nee, het punt is dat ik er niet tegen kan dat zieke mensen met medelijden worden bekeken. Ook lang nadat ze genezen zijn. Medeléven, dat is iets anders, maar medelijden bezorgt de ander altijd een dip. Je hebt het al moeilijk, maar je zakt nog dieper weg als je medelijdend behandeld wordt. Dat neemt kracht van je weg, terwijl je die juist zou moeten ontvangen. Ik begrijp dat medelijden wel, en het is zeker goed bedoeld. Maar het helpt niet, integendeel.

Ik heb heel bewust voor vrouwen met een borstkankerverleden gekozen. Borstkanker is de tweede doodsoorzaak bij vrouwen, één vrouw op de acht krijgt ermee te maken. Kanker is altijd een aanslag op je persoon, maar bij borstkanker wordt ook je vrouwelijkheid aangetast. Gelukkig zijn er steeds meer vrouwen die borstkanker overwinnen. Dat zijn vrouwen die na hun ziekte een volwaardig leven kunnen leiden. Meer zelfs : ze kunnen uitdagingen aangaan die vroeger onmogelijk leken. Ik ken er die tijdens hun chemotherapie beslissen om, als ze genezen zijn, marathon te gaan lopen. En ze doén het, al moeten ze stap voor stap beginnen.

Vrouwen die borstkanker overwinnen, zijn lang genoeg ‘patiënt’ geweest. Ze hoeven de afhankelijkheid en machteloosheid die daarmee samenhangt niet de rest van hun leven mee te dragen. Dat is de boodschap die we met de expeditie willen uitdragen : je kunt borstkanker overleven. De schaduw van de dood moet je niet achtervolgen. De eerste vijf jaar na de behandeling zijn nog riskant, maar daarna heb je evenveel kans als iemand anders om borstkanker te krijgen. Dan hoef je niet dat medelijden dat je aanmaant tot voorzichtigheid en je in je zachte fauteuil duwt waar je niet meer uitgeraakt. Nee, een normaal leven met echte dromen en échte uitdagingen zijn mogelijk, als je dat zelf wil.

U zocht een internationaal gezelschap bij elkaar. Hoe bent u daaraan begonnen ?

Ik wilde meteen Europees gaan. Niet alleen Belgen, want dan zou ik er nooit negen bijeen krijgen. Wij zijn niet echt een klimmersvolk, hé ? En ook niet zo natuur-minded. We hebben ook maar weinig natuur, in vergelijking met bijvoorbeeld Finland of Zwitserland.

Ik ben met mijn voorstel naar de Belgische Kankerfederatie gestapt en daar heeft men mij van in het begin alle mogelijke steun gegeven. De Kankerfederatie organiseerde een symposium waarop andere Europese kankerfederaties werden uitgenodigd. De Finse en de Deense Federaties wilden meteen meedoen.

Hoe oud zijn de deelneemsters ?

De jongste is 34, de oudste is 60. Ze komen uit Finland, België, Denemarken, Groot-Brittannië, Duitsland.

Hoe hebt u die gevonden ?

Ik heb eerst een profiel uitgewerkt waaraan de deelneemsters moeten voldoen. Aan de hand daarvan hebben de plaatselijke kankerfederaties een selectie gemaakt.

Hoe ziet dat profiel eruit ?

Een deelneemster moet een borstkankerverleden hebben en die fase moet verwerkt zijn. Ze moet Engels spreken vanwege het internationale karakter van de onderneming. Maar ook teamspirit is van groot belang, het is de sleutel naar succes. Wie deelneemt, moet sportief zijn, al van voor ze kanker kreeg. Anders is het onmogelijk om de training zelfstandig af te werken. Met dat laatste zijn we al een jaar bezig, om onze conditie optimaal te krijgen. We hebben van Ralf allemaal een trainingsschema gekregen.

Wat houdt dat in ?

In mijn geval : letten op wat ik eet, vaak naar de fitness, twee keer per week tien kilometer lopen, minstens één keer per week drie kilometer zwemmen. Die dag lig ik om zeven uur ’s ochtends in het zwembad, ik trek mijn baantjes en kom nog op tijd op mijn werk.

Fitness is voor de krachttraining, lopen is de beste conditietraining, want één uur lopen heeft hetzelfde effect als drie uur fietsen. Voor een mens met weinig tijd is de keuze rap gemaakt.

Wie gaat er nog mee, behalve de negen vrouwen ?

De gids is Ralf. In hem heb ik echt het volste vertrouwen. Hij is Duitser en beschikt over de legendarische Deutsche Pünktlichkeit, hij zal zeker nooit risico’s nemen. En verder : een begeleidende klimster die ervaring heeft met reddingsoperaties, én een arts die ook klimmer is. We zullen daar een lokale kok ter beschikking hebben en er gaat een driekoppig filmteam van de VRT mee. We zijn er nog niet uit of het voor Bewogen Leven of Kwesties zal zijn. En ikzelf.

De expeditie kreeg de naam ‘Beyond the White Guard’. Wat wil dat zeggen ?

White Guard is de letterlijke vertaling van de berg die we beklimmen : Mount Anoncagua, op de grens tussen Argentinië en Chili. De inca’s gaven hem de naam Acon Cahuac : Witte Schildwacht. En met Beyond bedoel ik méér dan zomaar de top bereiken : verder gaan.

Waarom viel de keuze op die berg ?

Met zijn 6962 meter hoogte is hij een van de Seven Summits en daarom heel populair in de klimmerswereld. Maar belangrijk is dat de berg een lange aanloop heeft naar de top, zodat de moeilijkheidsgraad zeker haalbaar is voor niet-professionele klimmers en alpiene ervaring is er niet voor nodig. Precies wat ik zocht, want ik wilde gewone, goed getrainde vrouwen. Geen alpinisten of olympische atleten.

Over olympisch gesproken : Jacques Rogge, voorzitter van het Internationaal Olympisch Comité, is peter van de expeditie.

Als ik dacht aan wat ik wil dat de expeditie uitstraalt, kwam ik vanzelf bij hem terecht. Sport, het medische aspect, het internationale karakter, teamspirit : dat is dokter Jacques Rogge ten voeten uit. Ik ben maar een klein garnaaltje, maar ik heb het hem toch gevraagd en hij zei meteen “ja”.

Is er ook een meter ?

Jawel. De Amerikaanse dokter Jerrie Nielsen, die dan weer te maken heeft met Antarctica. Ze was als enige arts in een team dat op een zuidpoolbasis overwinterde. Het laatste vliegtuig was één week vertrokken toen ze bij zichzelf borstkanker vaststelde. Ze heeft een punctie op zichzelf uitgevoerd met de hulp van een technicus. Via internetcommunicatie kon ze een chemokuur bestellen en die werd naar Antarctica overgevlogen. Dat was haar enige kans. Zonder die kuur had ze die winter niet overleefd.

Waarom ging ze niet terug naar huis om zich te laten behandelen, als er toch een vliegtuig kwam ?

Gedurende de winter kunnen er geen vliegtuigen landen op Antarctica. De motoren zouden onmiddellijk bevriezen. Maar ze kunnen wel overvliegen en goederen droppen. Dat gebeurde toen ook. Er stonden mensen klaar om de spullen op te vangen, want die moesten een paar minuten later binnenshuis zijn, anders zouden ze door de extreme kou hun werking verliezen. Ze heeft er een schitterend boek over geschreven : Ik zal overleven. En dat doet ze nog steeds.

Is uw expeditie geen zeer dure zaak ?

Ja, maar niet voor de deelneemsters. Ik vraag nu al een sterk engagement, en het enige waar de deelneemsters zelf voor moeten zorgen, is hun persoonlijke uitrusting. We worden gesponsord, al zijn we nog niet helemaal rond. Ik hoop dat dat nog lukt, zodat ik achteraf geen drie jaar lezingen hoef te houden om uit de kosten te komen (lacht). Op 30 januari zal Toots Thielemans ten voordele van de expeditie een benefietconcert geven. Daar verwacht ik nog wel een en ander van.

Hoe komt u bij Toots ?

Ik zag muziek, natuur en expeditie als een unieke combinatie. Een mondharmonica is makkelijk mee te nemen op expeditie : ze is klein en heeft prachtige klanken. Zo kwam ik vanzelf bij Toots Thielemans. Misschien zou hij wel een liedje willen componeren. Dat heeft hij gedaan.

De expeditie vindt plaats van 5 tot 27 februari 2004. Zijn er geen vrouwen bij die afhaken naarmate de vertrekdatum nadert ?

Toch wel. We hebben de voorbije zomer een vijfdaagse trekking gehad in Zwitserland bij wijze van training en kennismaking : dat was de eerste keer dat de deelneemsters elkaar en Ralf ontmoetten. Toen zijn er twee kandidaten afgevallen door toedoen van Ralf en mezelf. Iemand die zonder hulp geen berg kan afdalen omdat er losse stenen liggen, die moet je niet meenemen op zo’n expeditie, dat is onverantwoord.

Helaas kreeg ik enkele weken geleden een berichtje van Katariina, de Finse deelneemster, om me te vertellen dat ze hervallen was. Maar ze wil koste wat het kost toch mee. Katariina is al twee jaar bezig zich voor te bereiden, ik begrijp heel goed dat ze het niet wil opgeven. Maar de kans is klein dat ze nog mee kan. De hoogte en de ijle lucht verminderen het immuniteitssysteem van de mens. Uiteindelijk ligt deze beslissing helemaal in handen van haar artsen in samenspraak met onze expeditiedokter.

Eén kandidate is inmiddels overleden. Martine, een sterke vrouw met een passie voor bergen en natuur. Ze kreeg opnieuw borstkanker en de chemotherapie sloeg niet aan. Op haar begrafenis kregen we geen doodsprentje maar een steen met haar naam erop. De expeditie stond toen nog in de kinderschoenen, maar die steen brandde daar in mijn handen. Die hoorde niet bij mij, die steen moet naar de top van de Aconcagua, waar Martine zelf had willen staan. Die steen gaat dus mee om hommage te brengen aan Martine. En niet alleen naar daar, maar aan iedereen die sterk en positief en krachtig is geweest, maar het niet heeft gehaald.

Tekst Griet Schrauwen l Foto Michel Vaerewijck

“Ik kan er niet tegen dat zieke mensen met medelijden worden bekeken. Ook lang nadat ze genezen zijn. Medeléven, dat is iets anders, maar medelijden bezorgt de ander altijd een dip.”

“Helaas kreeg ik enkele weken geleden het berichtje dat Katariina, de Finse deelneemster, hervallen is. De kans is klein dat ze nog meekan, want de hoogte en de ijle lucht verminderen het immuniteitssysteem van de mens.”

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content