Rosy’s zakenneus en Maria’s gouden handen maakten van de Carita-zussen een begrip in de kapperswereld. Als trendsetter in de jaren zestig en zeventig maakten ze van Fara Dibah een koningin, bedachten ze het kapsel van Mireille Matthieu, de paardenstaart van BB en creëerden ze een total look voor duizenden vrouwen.

H Volgende week de zesde en laatste aflevering in de zomerreeks Bella Donna : Nina Ricci

Nochtans begint hun leven allesbehalve glamoureus : op het einde van de jaren twintig wijkt de Catalaanse familie Carita uit naar Toulouse. Vader verdient de kost met zijn gitaar, terwijl zijn vrouw zich te pletter werkt om haar zes koters gevoed en opgevoed te krijgen. Om de eindjes aan elkaar te kunnen knopen gaat de oudste op haar dertiende aan de slag in een kapsalon. Maria blijkt een uitzonderlijk talent en werkt keihard met één doel voor ogen, dat ze op haar achttiende verjaardag realiseert : in 1929 opent ze een eigen salon in een voormalige slagerij.

De hele familie helpt mee : moeder opent en sluit de zaak, Rosy wordt Maria’s rechterhand, broerlief staat aan de wastafel en de mooie Sita bedient de kassa. Na een jaar verhuizen ze naar een groter en mooier pand in het centrum, dat ze volledig in roze en zwart inrichten. Het draait goed : een jaar later telt de zaak al veertig cabines.

Maar de oorlog breekt uit en in 1943 overlijdt moeder Carita. De twee zussen trekken naar Parijs, aangemoedigd door grote sterren als Mistinguett en Josephine Baker. Maria vindt onmiddellijk een plaats als assistente bij Gervais, de bekendste kapper in die tijd. Drie jaar later opent ze samen met Rosy een salon in de chique rue Faubourg Saint Honoré. Rosy’s zakenneus en Maria’s knipkunsten maken furore in heel Parijs en ver daarbuiten. Actrices, koninginnen, presidentsvrouwen en schrijvers willen zich allemaal laten kappen bij Carita. Maria heeft een visionaire kijk op schoonheid : ze bedenkt een total look voor haar klanten, waarbij ze de make-up op het kapsel afstemt en zorgt voor een aangepaste huidverzorging, accessoires en juwelen.

In 1952 verhuizen ze naar nummer elf in dezelfde straat, waar ze zich installeren op de benedenverdieping. Later kopen ze de eerste etage erbij en uiteindelijk ook de rest van het gebouw. De pruikenmaker van Marie-Antoinette in de achttiende eeuw en de kapper van keizerin Eugénie in de negentiende eeuw blijken hier gewoond te hebben, wat de bijgelovige Maria als een gunstig voorteken beschouwt. Het zal hen inderdaad geluk brengen : Carita’s internationale doorbraak komt er met de pruiken die ze ontwerpen voor een modedefilé van ontwerper Hubert de Givenchy in 1957. De grootste namen komen over de vloer en ze zijn overal graag geziene gasten, tot bij de paus toe.

Maar al die aandacht leidt hen niet af van hun zaken. In 1960 lanceren ze make-up en verzorgingsproducten en beginnen ze een school voor schoonheidsspecialisten. Wat later volgen haarverzorging, juwelen en foulards. Ook de mannen krijgen hun eigen verzorgingssalon : in 1968 opent Monsieur Carita de deuren. De zussen denken ondertussen al aan hun opvolging en leiden hun neef Christophe op. Hij neemt het roer over wanneer Maria in 1978 overlijdt. Rosy volgt in 1982. Na de dood van Christophe koopt de Japanse groep Shiseido het merk op. De verzorgingslijnen worden verder uitgebreid en de befaamde architecte Andrée Putman geeft de salons een facelift. Catherine Deneuve, een trouwe klant die haar platinablonde lokken en bijbehorende aandacht aan Carita heeft te danken, mag het lint-je doorknippen.

Sofie Albrecht