Ik ben opgegroeid met Rodania. We woonden vlak bij de hoofdzetel in Wemmel en papa en mama werkten hard. Maar ik herinner me ook de vakanties met de tent en hoe ik ravotte met mijn oudere broer en zus. Ik had echt een gelukkige jeugd.

Ik heb 25 jaar in het familiebedrijf gewerkt. Papa merkte dat ik creatief aangelegd was en vroeg me om de juwelenafdeling uit te bouwen. Net als hij leerde ik het vak al doende, want ik had kinesitherapie gestudeerd. Uit plichtsbesef heb ik me op die taak gestort, het bedrijf groeide ook voortdurend. Maar de zakenvrouw was maar een deel van mij – zelf draag ik niet eens juwelen ( lacht).

Op mijn vijftigste verjaardag heb ik een bladzijde omgedraaid. Ik heb altijd getracht om een goede echtgenote en moeder te zijn, om mijn werk naar behoren te doen – nu is het aan mij, dacht ik. Tot voor kort was ik voortdurend bezig met zakencijfers, nu kan ik mijn kinderen al eens ergens naartoe voeren, of rustig alleen bezig zijn. Het is alsof ik mezelf opnieuw leer kennen.

Schrijven was al mijn passie toen ik kind was. Later was het een uitlaatklep – ik goot mijn gevoelens in kortverhalen en besprak boeken in De Standaard. Mijn man en kinderen, die nu 24, 22 en 18 jaar zijn, begrijpen dat ik er nu mijn werk van maak. En bij Rodania is er geen sprake van een breuk, iedereen kan me nog steeds om raad vragen. Ik spreek trouwens nog vaak over “ons bedrijf”.

Mijn vader is nu 76 en met pensioen. Zijn levensverhaal leent zich perfect tot een boek. Hij was maar negentien toen hij Zwitserland verliet om hier een merk op te bouwen. Zonder ervaring, kantoor, vertegenwoordigers of een vrouw – hij sprak niet eens Nederlands. Dat verhaal wilde ik niet laten liggen. Zoveel dingen vertelde hij mij die ik niet wist. Waarom heb ik hier zolang mee gewacht, dacht ik vaak.

Begin 2005 trok ik naar Indonesië. Ik kende Zeger Garré van zijn reclamefoto’s voor Rodania, en samen hebben we er verhalen van tsunamislachtoffers en hulpverleners verzameld. Met de opbrengst van Hello Mister, het boek dat nadien verschenen is, hebben we de Zebra Kids Foundation opgericht en konden we onder meer schoolboeken, een waterpomp en sportmateriaal kopen voor Banda Aceh, het zwaarst getroffen gebied. Het schrijven hielp me om de miserie te verwerken, maar de reis deed me wel beseffen hoe verwend we zijn, en dat we moeten relativeren.

Ik wil niets meer uitstellen. Als ik zie hoe de wereld draait, denk ik : doe het nu, voor het te laat is. Het geweld in Gaza of naasten die ziek worden, maken me triestig en melancholisch. Anderen gaan dan squashen of golfen, ik lees en schrijf.

Hopelijk moedigt het boek jonge ondernemers aan. Daarom vertel ik zo uitvoerig hoe mijn vader te werk is gegaan. Ik beschrijf wel de gezinsrelaties en persoonlijke anekdoten, maar de nadruk ligt op het zakelijke. Misschien helpt het jongeren om in zichzelf te geloven en stapsgewijs hun droom te realiseren. Het is net die wijze les van mijn vader die me in een carrièrewending doet geloven.

Bij mijn ouders kom ik thuis. Papa dacht aan een Zwitsers boerenhuis en verzamelde zelf al het nodige materiaal. Het is echt een warm nest. Met kerst maakt hij trouwens ook typisch Zwitserse melkbroden – hij leert het nu al aan zijn kleinkinderen.

Mijn favoriete woord is passie. Zolang iets je dat gevoel geeft, is het goed. Het mag om het even wat zijn. Mijn jongste zoon wil alleen maar koersen op zijn fiets – daar ben ik blij om.

Belinda Aebi (50) is auteur van ‘Swiss Made’, het levensverhaal van Rodania-oprichter Manfred Aebi. Het boek verschijnt deze week bij Borgerhoff & Lamberigts, 19,95 euro. ISBN 9789089310576. Info : www.borgerhoff-lamberigts.be

Door Wim Denolf / Foto Ann Vallé

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content