Belgische mode is al lang een begrip. Het fenomeen is nu, eindelijk, op een passende manier geboekstaafd. Belgian Fashion Design, een lijvig naslagwerk, somt alle vaderlandse namen op en geeft een synthese van wat mode tot een breed sociologisch gegeven maakt. Een erg Belgische aanpak.

We hebben een plassend jongetje als nationaal embleem, een vlag die alle juiste elementen bevat maar stilistisch toch verkeerd is uitgedraaid, en 9 keren op 10 eindigen we laatst op het Songfestival. Geen opbeurende wapenfeiten voor een volk dat zich bovendien keer op keer als onderwerp van zowat elke mondiale cafémop hoort vernoemen. Daartegenover staat dat we ook beschikken over een indrukwekkende kweek aan modeontwerpers. En dat is toch een belangrijk en al bij al meer hoogstaand exportproduct-met-stijl.

Het blijft verbazend: voor een land met een op wereldvlak te verwaarlozen oppervlakte, moet België zowat de grootste concentratie aan invloedrijke modedesigners rijk zijn. De binnen- en buitenlandse pers is het in geen geval ontgaan, al jaren niet, en ook modale modeliefhebbers fêteren en dragen volop de vaak eigenzinnige creaties van de Belgische smaakmakers. Maar een informatief, diepgravend boekwerk over dit al anderhalf decennium durend fenomeen was er nog niet. Wat veel zegt over de parate kennis van onze uitgeverswereld.

Bravo dus voor de Vlaams-Nederlandse uitgeverij Ludion die vorig jaar het initiatief nam om haar catalogus met een dergelijke titel uit te breiden. Voor de samenstelling ervan werden Luc Derycke, editor/vormgever/packager, en San Van de Veire, researcher/redactrice, aangesproken. Na twaalf maanden intensieve arbeid van hun kant is het er: Belgian Fashion Design, een kruisbestuivend en drempelverlagend kijk- en leesboek over ‘onze’ modesien. Het presenteert naast rijkelijk geïllustreerde profielen van zo’n 50 ontwerpers ook een caleidoscopische analyse van het veelomvattende begrip ‘mode’, wat van Belgian Fashion Design meteen meer maakt dan een encyclopedisch gerankschikte rij van namen.

“Voor we begonnen met het samenstellen van het boek zijn we eerst gaan brainstormen over het fenomeen mode zelf”, legt San Van de Veire uit. “Er zijn aan mode zoveel maatschappelijke factoren verbonden, dat we die niet wilden negeren. Dus hebben we een lijst met kernwoorden opgesteld die met mode gelieerd zijn: show, kunst, street, lichaam, verleiding, identiteit… Die termen zijn de titels van hoofdstukken geworden, verweven tussen de aparte bio-pagina’s van de ontwerpers. We hebben naar de designers zelf, maar ook een naar aantal kenners en professionals een vragenlijst gestuurd over al die begrippen. In plaats van hele lappen tekst zijn de meest inventieve, boeiende of verrassende antwoorden gepubliceerd. Dat is interessant voor de lezer, vinden wij: zo kan hij of zij doorheen het boek surfen. Bovendien doen korte, vinnige zinnetjes meer nadenken dan twee bladzijden droge beschrijving. De teksten rond de ontwerpers zijn geschreven door Nele Bernheim, die een belangrijke bijdrage aan het boek heeft geleverd, of door Luc en mij. Belgian Fashion Design is zeker geen elitair werk. Van in het begin stond vast dat het voor een groter publiek toegankelijk moest worden. Het is wel volledig in het Engels opgesteld om het financieel leefbaar te maken. Het boek wordt ook naar het buitenland geëxporteerd. En de belangstelling is er nu al.”

“We wilden op geen enkele manier een definitieve uitspraak over de Belgische mode doen”, vult Luc Derycke aan. “Wij tweeën hebben ons opgesteld als observators. Mode is zo amorf dat we er hoogstens naar konden peilen, niet vastleggen. Het boek is dus eerder een staalkaart van het Belgische modegegeven, over het hic en nunc, eerder dan over het verleden.”

De vele bergen fotomateriaal komen allemaal uit de archieven van de ontwerpers zelf. Dat leverde geen problemen op. Blijkbaar had iedereen zin om vereeuwigd te worden in een overzichtsboek. “In het begin was het natuurlijk even aftasten”, stelt Luc Derycke. “Sommigen hadden een beetje koudwatervrees. Begrijpelijk, want wij zijn niet meteen bekenden binnen de modewereld.” “We hebben wel vaker moeten uitleggen waar we naartoe wilden,” zegt Van de Veire, “maar eenmaal op weg, ging het erg vlot. Velen vonden het net goed dat wij enigszins buitenstaanders waren. De ontwerpers hadden zo de zekerheid dat ze niet be- of veroordeeld zouden worden. Ik zie het boek als een momentopname: een grote groep mensen samen op de foto, zeg maar. Klik, en klaar, zonder dat wij het geheel nog eens gaan herstylen.” Derycke: “Het visuele karakter van een designer en de sfeer van zijn of haar kleren hebben we layout-gewijs zoveel mogelijk gerespecteerd. Geen al te strenge vormtaal. Als vormgever heb ik eerder instinctief op elk beeld gereageerd.”

Hoewel de twee samenstellers doorgaans eerder op andere vakgebieden werken (Derycke is vooral bezig met packaging en vormgeving van kunstboeken, gaande van Frida Kahlo tot Wim Delvoye, terwijl Van de Veire concepten bedenkt en aan research doet, onder meer voor het tv-programma Goedele), is mode voor hen veel meer dan een opgelegde interesse. “Ik heb de mode altijd al gevolgd, vanaf mijn tienerjaren”, verklaart Van de Veire. “Op de middelbare school kregen we als opdracht een kunstenaar te interviewen. Ik wou liever met Marina Yee praten, wat toen ook gebeurd is. Ik heb ook meerdere goede vrienden in de modewereld.” Derycke: “Wat mij fascineert is de manier waarop ieder mens zijn/haar identiteit tracht te structureren, en mode speelt daar een grote rol in. Met mode communiceren we, spelen we met identiteiten. En mode kan ook een antwoord geven binnen dat spel der identiteiten. Mijn sleutelmoment was het seizoen dat de eerste Bikkembergs-schoenen uitkwamen. Mijn vrienden en ik zochten al jaren naar zo’n schoen, we konden hem bijna visualiseren, maar het was uiteindelijk Bikkembergs die hem kon concretiseren.”

Hebben Van de Veire en Derycke na hun maandenlange onderdompeling in de wereld der kleren een verklaring gevonden voor het unieke karakter van het vaderlandse modefenomeen?

“Vroeger stond ik er niet bij stil, maar nu besef ik dat de Belgische designers alles in vraag stellen en er hun eigen ding tegenover durven te stellen”, aldus Van de Veire. “Bovendien is het beeld dat elk van hen naarbuiten brengt altijd sterk. En ze geloven in zichzelf. Ze kunnen die typisch Belgische bescheidenheid van zich afschudden.” “De ontwerpers hier zijn opgevoed in een erg hybride omgeving”, stelt Derycke. “Ze weten maar al te goed dat elke cultuur weer anders is, soms zelfs tegengesteld. Polemieken, conflicten, contrasten… Het is voor hen niets nieuws. Ze laten elk discours wijselijk op zich afkomen, ze onderzoeken het, halen eruit wat ze interessant vinden. Iets zomaar overnemen doen ze niet; wel gaan ze uit de meest uiteenlopende invloeden iets heel persoonlijks distilleren. Terugkijkend kan men stellen dat de komst van de Japanse ontwerpers, in het begin van de eighties, een signaal is geweest voor onze ontwerpers. Sindsdien hebben ze begrepen dat iets anders dan de eeuwige Franse of Italiaanse modestijl ook kan. En dat het nog slagkracht kan hebben ook. Het heeft hen de kracht gegeven om ook in zichzelf te gaan woelen, of om te reageren tegen de internationale modegegevens.” “En alle ontwerpers doen los van elkaar hun eigen ding, wat hen een enorme vrijheid geeft, zonder druk”, vindt Van de Veire.

“Door dit boek te maken, is onze interesse in onze mode eigenlijk alleen maar gegroeid”, besluit Derycke. “We hebben nog meer respect dan voorheen.”

Belgian Fashion Design – editors: Luc Derycke & San Van de Veire. Uitg. Ludion. Richtprijs: 1195 fr.

Peter De Potter

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content