BEKENTENISSEN UIT HET LAB

sofie.albrecht@knack.be

In een ver verleden, toen ik nog achter de toog van een parfumerie stond, kwam er ooit een chique dame de winkel binnen voor een flesje Chanel N°5. Ik vroeg of ik haar een plezier kon doen met staaltjes van nieuwe geuren, maar ze antwoordde nuffig dat ze alleen N°5 gebruikte, omdat dit het enige parfum was dat volledig natuurlijke ingrediënten bevatte. Van andere geuren kreeg ze hoofdpijn. Toen ik er uitflapte dat het N°5 nu net bekendstond om het gebruik van synthetische moleculen, keek ze mij verbijsterd aan.

Het idee dat ‘natuurlijk’ beter is, is wijdverbreid. Toch zijn er kanttekeningen. Niet dat ik tegen (meer) natuurlijke formules in beauty- en verzorgingsproducten ben. Integendeel. Maar in bepaalde gevallen lijkt het eerder een kwestie van persoonlijke voorkeur dan van kwaliteit. Ik heb van ‘natuurlijke’ producten ook al irritatie ondervonden. In de natuur komen ook irriterende stoffen voor. Toch neigen almaar meer mensen naar natuurlijke cosmetica, vaak uit milieuoverwegingen. Op zich een valabel argument, maar voor wie niet beslagen is in de chemie, is het erg moeilijk om het milieugehalte van een product juist in te schatten. “Twee aspecten zijn hierbij belangrijk”, zegt Jeroen Gillabel, beleidsmedewerker Duurzaam Materialenbeheer van de Bond Beter Leefmilieu Vlaanderen. “Dat zijn : de herkomst van de grondstoffen en hun afbreekbaarheid in het milieu.” En die zijn niet meteen af te leiden van de informatie op de verpakking. Het enige houvast voor een consument is een biolabel, al zegt dat ook niet alles. Vaak zijn de certificeringsprocedures te duur voor kleinere maar degelijke merken. Anderzijds ligt de concentratie aan bio-ingrediënten die vereist wordt voor zo’n certificaat, soms erg laag. Bovendien is er een wildgroei aan labels, die elk hun eigen maatstaven hanteren. Handige marketeers kunnen daardoor makkelijk misbruik maken van de verwarring bij de consumenten : een procentje bio-ingrediënt in een voor het overige chemische formule, een groene verpakking en een zelfverzonnen kwaliteitslabel… De nietsvermoedende consument tuint er gegarandeerd in.

Voor wie meer wil te weten komen, brengt Google niet altijd redding. Tik ‘natuurlijke cosmetica’ in en je belandt op blogs van groene lobby’s waar je alarmerende berichten leest over shampoos met reinigende ingrediënten die ook terug te vinden zijn in producten om garagevloeren te ontvetten of in antivriesmiddel.

Zaken uit hun context halen vervalst de discussie. Dat gebeurt ook in de polemiek over parabenen. Veel mensen weten niet juist waar het over gaat, toch weten ze zeker dat ze geen parabenen in hun crème willen ! De industrie speelt in op die angsten met labels die de afwezigheid van bepaalde stoffen tot verkoopargument bombarderen. Als ik praat met wetenschappers uit de beauty- industrie en doorvraag naar wat ze nu echt vinden van parabenen, geven de meesten toe dat het de efficiëntste bewaarmiddelen zijn. “Maar ze zijn ‘verbrand'”, zegt iemand off the record. “De publieke opinie is zo anti, dat het geen zin heeft ertegenin te gaan. Elk pleidooi voor parabenen straalt negatief af op het merk.” Niemand steekt er dan ook zijn nek voor uit. Er wordt gewerkt met alternatieven, waarvan veel minder geweten is over neveneffecten op lange termijn.

Zolang de industrie er niet in slaagt om zelf orde op zaken te stellen, en toegeeft aan een publieke opinie die terzake niet deskundig is, zou de overheid krachtdadiger moeten optreden en één erkend biolabel uitvaardigen dat alle andere vervangt. Dat label moet worden toegekend in plaats van gekocht, zodat ook kleinere merken hun plaats kunnen opeisen en een gradatiesysteem moet korte metten maken met zogenaamde greenwashing, of het zich groener voordoen dan men is.

Sofie Albrecht, redacteur Beauty

“EEN PROCENTJE BIO IN EEN VOOR HET OVERIGE CHEMISCHE FORMULE, EEN GROENE VERPAKKING EN EEN ZELFVERZONNEN KWALITEITSLABEL… EN DE NIETS-VERMOEDENDE CONSUMENT TUINT ERIN”

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content