Balbroei

De voorbije jaren is er vaak aan de alarmbel getrokken over de teloorgang van het menselijk zaad. De Deen Niels Skakkebaek was de eerste die ermee op de proppen kwam. Dat onderzoek van de univ van Kopenhagen volgde op de verontrustende vaststelling dat slechts één op tien spermadonors kwaliteit afleverde die bruikbaar was voor kunstmatige inseminatie. In ’92 publiceerde Skakkebaek in het vaktijdschrift British Medical Journal de resultaten van zijn telling. Hij beweerde dat het aantal zaadcellen per milliliter sperma gemiddeld gedaald was van 113 naar 67 miljoen. Bijna gehalveerd, dus. Onderzoek volgde op onderzoek, meestal met ongeveer hetzelfde resultaat : jaarlijks laten per man 1 miljoen spermatozoïden per milliliter zaad het afweten. Volgens Gray, sperma-speurder van het Amerikaanse Environmental Protection Agency, zijn mannen het best te vergelijken met hamsters. Veel meer dan met superpotente beesten als apen en konijnen. En enige decennia geleden was de man even vruchtbaar als zo’n knaagdier, nu zou hij nog amper een derde produceren van wat een hamster ervan terechtbrengt. De Franse bioloog Pierre Janouet is regelrecht somber gestemd. ?Als we zo doorgaan”, zegt hij, maar hij vertelt er niet bij waarmee, ?als we zo doorgaan, zitten we straks, dat is over 70, 80 jaar op nul. Dan is het eind van de mensheid in zicht.”

Natuurlijk vragen de sperma-experten zich af waarom dat zo is, en ze wijzen vele boosdoeners aan. Veelvuldig vrijen of masturberen, bijvoorbeeld, waardoor het zaad maar dunnetjes is gezaaid. Of balbroei, dat zou veroorzaakt worden door te veel tv-kijken of te veel auto rijden : activiteiten waarbij de teelballen tegen het lichaam worden gedrukt en er dus te warmpjes in zitten. Onlangs toonde een fertiliteitsonderzoek van het Sint-Elisabeth Ziekenhuis in Tilburg aan dat de mannelijke vruchtbaarheid twee keer zo groot wordt als hij gewoon een andere, degelijke onderbroek aantrekt. Die kleine broekjes van tegenwoordig die heten dan slips of slipjes ter grootte van een uit de kluiten gewassen vijgeblad, verpakken de mannelijkheid minimaal en efficiënt. Geen bungelend, loshangend zaakje meer, maar dat die dingetjes elke activiteit verhinderen van zelfs de meest ondernemende spermatozoïde, dat zie je met het blote oog. Nee, dan liever een lekker ruime boxershort. Daarmee blijft het zaad tenminste op kamertemperatuur als de aanmaker ervan tenminste niet voor de tv of in zijn auto zit. Hoe goed zo’n boxerbroekje ook is voor het sperma, het heeft zijn nadelen. De erectie, nog steeds vereist voor de voortplanting, is vaak tot mislukken gedoemd door lachbuien bij het aanschouwen van de lollige slogans, olifantjes of kerstbomen waarmee die wijde gevallen zo vaak bedrukt zijn.

Environmental Protection Agency, waar Gray werkt, zoekt de booswichten elders dan in badkuipen of onderbroeken. Die wetenschappelijke instelling spoorde maar liefst 51 stoffen op die de vruchtbaarheid bedreigen. Allemaal chemische stoffen waar niet aan te ontkomen valt. Pesticiden in ons drinkwater en ons voedsel, scheikundige stoffen die voorkomen in kroonkurken van bierflesjes, in schoenen, in speelgoed : allemaal stoorzenders voor het menselijk zaadfabriekje. Die gedachten zijn nog niet wetenschappelijk bewezen, maar ze worden wel heel serieus genomen.

Maar er is ook beter nieuws. Recente Amerikaanse onderzoeken zeggen : niets aan de hand. Niks geen achteruitgang, wel integendeel. Uit twee studies bleek dat mannen in sommige Amerikaanse staten vandaag meer sperma produceren dan twintig jaar geleden. Harry Fisch, prof in New York, onderzocht 1283 spermastalen afkomstig van spermabanken uit New York, Minnesota en Los Angeles, stalen die werden ingezameld tussen ’79 en ’94. Tot zijn grote verbazing merkte Fisch een ?geringe maar duidelijke” stijging en verbetering. Hij toog aan het tellen en stelde vast dat de New Yorkers op kop liggen, met 131 miljoen spermatozoïden per milliliter zaadvloeistof. Bij mannen uit Minnesota is dat gemiddeld 100 miljoen, terwijl die van Los Angeles het moeten stellen met 72 miljoen. Een andere prof, deze keer uit Washington, bevestigt die positieve bevinding van Fisch. Bij 510 jongemannen uit Seattle registreerde hij een toename van het aantal zaadcellen met wel 10 procent in de periode tussen ’72 en ’93.

Als goed chauvinist verkondigt Fisch uit New York dat de Amerikaan het meeste en beste sperma ter wereld levert, gevolgd door de Fransman, Brit, Australiër, Chinees, Duitser, Griek, Braziliaan, Tanzaniaan, Libiër, Nigeriaan, Thai. Of het is met onze landgenoten vreselijk gesteld, of Fisch heeft ze gewoon over het hoofd gezien, want de Belg komt niet voor op het lijstje. In eigen land buigt professor Frank Comhaire (UZ-Gent) zich al 17 jaar over de zaak. Hij telde niet alleen een vermindering van zaadcellen in een ejaculaat maar stelde bovendien vast dat die alarmerend weinig beweeglijk zijn. Met andere woorden : er zijn veel minder doorzetters bij, ze zijn te moe of te lusteloos om doel te treffen.

Gray, van het Environmental Protection Agency, onderzocht wel 15.000 mannen uit 20 landen. Hij heeft een totaal andere hitparade dan Fisch. De Finnen zijn volgens hem nog altijd twee keer beter dan gelijk welke bewoner van deze aardkloot, om onbekende redenen. Zijn het de eeuwigzingende bossen ? De duizend meren ? De vodka ? Vooral de jongens uit de streek van Kuopio, in het midden van Finland, doen het goed. De Schotten bengelen aan het staartje : zij gingen er met een kwart op achteruit. Zou dat komen door het in onbruik raken van de Schotse rok, met balbroei als gevolg ? Of is de balbroei-theorie lulkoek ? In sauna’s, waar Finse oude en jonge heren heel wat tijd doorbrengen, is het toch loeiheet ?

Griet SchrauwenIllustratie : Sandra Schrevens

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content