Voor architect Mieke Cosaert is het inrichten van een loft een evenwichtsoefening tussen monumentaal minimalisme en intimiteit.

:: Voor meer info : www.miekecosaert.be

Het grote gebouw op het Stationsplein van Wevelgem was ooit een vlasatelier en daarna een ververij. Het is zoals veel industriële panden weinig meer dan een betonnen karkas waarmee je alle kanten uitkunt, van kantoor tot woning. Hoewel dat natuurlijk niet zo evident is. In Wevelgem staan er trouwens vrij veel industriële bouwsels, ateliers en opslagplaatsen, die niet tot woning worden verbouwd. Ze worden gesloopt en ruimen plaats voor woningen. Blijkbaar is er ginds niet direct een publiek voor lofts.

Dit gebouw ligt niet echt midden in een wijk en heeft uitzicht over het spoorweg-emplacement. Het is ook niet oud, het gebouw werd tijdens de oorlog opgetrokken in de strakke jaren-dertigstijl.

“Wij vonden het meteen zeer aantrekkelijk, omdat we in het centrum wilden blijven wonen en toch over veel oppervlakte wensten te beschikken. Maar de stap naar dit monumentale interieur was toch groot, we kwamen uit een bescheiden rijtjeshuis. Je moet je hier mentaal aan aanpassen. Maar wees gerust, na een tijd ben je die ruimte gewoon”, aldus Mieke Cosaert. Om het gebouw leefbaar te maken, werden er aan de tuinkant grote ramen geplaatst. “Er was uitsluitend hoog bovenlicht. Die grote ramen leggen een contact met de tuin, het gebouw werd transparanter, minder zwaar.”

“Ik koos voor een grote open leefruimte die ik wat opdeelde, onder meer door een hoge kast en lage muurtjes. Maar ze raken het plafond niet om de openheid te bewaren. Toch heb ik die woonzone opgedeeld in een zithoek, eethoek en keuken. Ook de vloeren duiden die overgangen aan, we gebruikten verschillende materialen en er zijn ook minieme niveauverschillen. Ik vind dat belangrijk. Een loft inrichten is een evenwichtsoefening, het is balanceren tussen monumentaliteit en intimiteit. Enerzijds vind ik dat monumentale ruimtegevoel essentieel, en daar hoort ook een zeker minimalisme bij. Maar anderzijds moet het een woning worden, die niet mag ogen als een showroom. Daarom moet aan intimiteit worden gedacht, zeg maar huiselijkheid. Dat is het nut van die opdeling.”

Volgens architect Mieke Cosaert veronderstelt het inrichten van een loft wel meer evenwichtsoefeningen : “Je moet ook de materialen goed in het oog houden, warm en koel moeten worden afgewisseld. Hier zorgt veel hout voor de warmte, wat gewoon noodzakelijk is. Maar bij zo’n verbouwing moet je ook het budget in het oog houden, want die grote ruimten kunnen een aardige stuiver opslorpen. Ook dat is een belangrijke taak voor de architect.”

Mieke koos hier trouwens voor nogal wat maatwerk, zoals de prachtige betonnen keuken en de grote eettafel. “In de handel vonden we zo’n tafel niet, of tegen een te hoge prijs. Dus hebben we er zelf eentje laten maken, die hier dan ook perfect past.”

Ze vindt bovendien dat er geen stijlbreuk mag ontstaan tussen de architectonische invulling en het oorspronkelijke gebouw. “Een loft mag niet te clean worden en het industriële aspect mag niet teloorgaan. Daarom is de betonstructuur overal zichtbaar gebleven en hebben we zelfs de liftkoker bewaard. Voor de haard konden we een fragment van een stookolietank opnieuw gebruiken. En de betonnen trap, die wel nieuw is, kreeg een industrieel karakter.” In de slaapkamer zitten ijzeren deuren, die zijn ook hergebruikt. De industriële schaal werd zelfs tot in de badkamer doorgetrokken.

Mieke Cosaert vindt het erg boeiend om bestaande gebouwen te herkneden. Hoewel ze niet enkel woonprojecten realiseert, vindt ze deze het leerrijkst.

Tekst Piet Swimberghe l Foto’s Jan Verlinde

“Een loft mag niet te clean worden en het industriële aspect mag niet teloorgaan.”

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content