Lef en verbeelding waren nodig om van een vervallen Schaarbeekse manufactuur een warme woonst te maken. Om de openheid te behouden werden tussen de gietijzeren kolommen eilandjes gecreëerd.

Het was een vondst uit de krant”, vertelt Eliane over haar loft. “Een piepkleine advertentie nog wel, waarin een stuk van een fabriek werd aangeboden tegen een te bespreken prijs. Dat klonk zo aanlokkelijk dat we hier nog dezelfde avond zijn beland. We kwamen terecht in een vuile duiventil, maar de andere verdiepingen waren al bewoond zodat we toch een zicht hadden op de mogelijkheden die deze loft bood.” Eliane viel meteen voor de mooie proporties, de houten vloer, de ijzeren pilaren en de typische vensterramen. “Harry merkte mijn enthousiasme maar deed mij zwijgen, want als de verkoper wist dat ik er helemaal weg van was, kon ik nog moeilijk afdingen op de prijs.”

Drie dagen later waren Eliane en Harry eigenaar van een grote vervallen loft in een oude Schaarbeekse fabriek. De aankoop was beklonken, maar het werk moest nog beginnen. Na zes maanden labeur verhuisden ze, om hier te kamperen tussen de ratten. Een loft opkalefateren is geen klein bier.

Nu ze hier vijf jaar wonen is de woning afgewerkt. Aan de grote vierkante woonruimte, een volledig niveau van de oude fabriek, is nauwelijks gesleuteld. De zijvleugel met de slaapkamer en de badkamer werd wel grondiger aangepakt. Eliane wilde de authenticiteit van de grote woonzaal behouden, want daar merk je net hoe oud deze manufactuur wel is. Het hoofdgebouw werd in 1852 opgetrokken als stoomhoutzagerij, op een plek waar ooit een watermolen stond aan de Maalbeek: een van de vroegst geïndustrialiseerde zones van Schaarbeek. Tot dan toe was deze gemeente de groententuin van de hoofdstad. Zoals elders in ons land werd de rand na 1860 volgestouwd met fabriekjes. In dat jaar werd het octrooirecht aan de stadspoorten opgeheven en werden de wallen ontmanteld. De rand bood goedkope bouwgrond en veel plaats. Tegen 1890 was alles volgepropt en werd de fabriek ingesloten door woningen. Na de houtzagerij kwam er in 1909 een hemdenmaker in, en nog wat later een handschoenenfabriek. “We kregen ooit een dame op bezoek die vertelde dat ze hier tussen de machines was opgegroeid”, vertelt Harry. “Tot na de oorlog werkte in dit atelier, in onze woonkamer dus, vijftien man.”

En dat verleden liet sporen achter op de vloer. Op de planken zien we littekens van takelluiken en machines. Het gebouw lijkt op een versterkt kasteel met erg dikke muren. “Dat geeft de woning extra geborgenheid, en dat is welkom tijdens de winter. Want de grote kamer is een echt wintervertrek waar weinig licht binnenkomt. ’s Zomers leven we buiten op het terras”, zegt Eliane. Dan wordt Schaarbeek echt zuiders, snuif je de Maghrebijnse kookkunst van de buren op, en klinkt er Marokkaanse muziek uit voorbijrijdende auto’s. “Een aangenaam gevoel dat ons leven kleurrijk maakt. Het is in ieder geval een groot verschil met de grijze buurt in Vilvoorde waar ik ben opgegroeid.”

De loft heeft ook iets avontuurlijks. Zeker het terras – een groene oase in een steenwoestijn – zorgt voor een sterk contrast. De daktuin kwam op de plaats van een dak boven een stapelplaats en was vroeger een ontoegankelijke plek. Met een ijzeren deur en twee mooie ronde ramen werd een toegang gecreëerd vanuit een soort wintertuin naast de grote woonkamer, waarin de planten beschutting vinden. Omwille van de architectonische eenheid zijn de nieuwe ramen, net als de oude, van gelaste T-profielen gemaakt. Maar vanop de straat zijn de tuin en de woning niet te zien, omwille van de privacy.

Het inrichten van de grote woonzaal was geen sinecure. Omdat Harry en Eliane geen muren wilden optrekken die de openheid belemmeren, creëerden ze verschillende eilandjes. De grootste zithoek vinden we rond de haard. Verder zijn er twee eethoeken: een voor het gastenmaal en een andere voor de bibliotheek, die tevens dienst doet als leeshoek. De open keuken is een prettige plek om te kokkerellen, ook als er bezoek komt. Het is een professionele keuken met een degelijk fornuis. Bijna alles is van metaalplaat. De industriële vormgeving en materialen passen perfect in dit kader. “Het grote voordeel van zo’n ongewone ruimte, is dat je hier niet zo’n pietje precies moet zijn bij de aankleding”, zegt Harry. “Je mag improviseren en lekker mengen. Je kan hier gekke dingen kwijt die niet passen in een gewoon rijhuis, zoals de grote balans. Ook het meubilair heeft uiteenlopende stijlen. Er staan zowel buismeubels als houten fauteuils. Ooit woonden we in een rijhuis, maar op een bepaald moment gaat dat vervelen. Hier is wonen meer een avontuur.”

Piet Swimberghe / Foto’s Jan Verlinde

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content