Athene
Je blijft er nooit lang. Twee, drie dagen, op doortocht naar de Peloponnesos of naar de eilanden. En toch is het de moeite waard om een paar dagen uit te trekken voor Athene.
Tekst en foto’s Tessa Vermeiren
Logica, euforie, magnetisme, eros. Mooie woorden van Griekse origine die de jongste reclamecampagne voor Griekenland als toeristische bestemming schragen. Vroeger zou daar ook nog chaos bij gehoord hebben. Ach, nog steeds een beetje, toch wel. Het lawaai kan nog oorverdovend zijn, het verkeer hectisch, de urbanisatie bijwijlen spuuglelijk, maar Athene is snel aan het veranderen. Was de stad tot voor een paar jaar één grauwe chaos, nu is ze op veel plaatsen zelfs aangenaam geworden. Er loopt een goed functionerende metro, met stations als Syntagma, Akropolis en Panepistimiou, die eigenlijk minimusea zijn. De populaire winkelstraat Ermou, die er tot voor een paar jaar wat armoedig bij lag, is verkeersvrij en biedt een mooi assortiment aan eigentijdse shops. Mensen met een zwak voor schoenen worden hier gek.
De ooit armoedige buurt Thission, waar de zondagse vlooienmarkt plaatsvindt, ontwikkelt zich stilaan tot een trendy plek. Grande Bretagne, de oude hotelglorie aan het Syntagmaplein , is gesloten voor verbouwingen en zal over een aantal maanden schitteren als nooit tevoren. De publieke musea ogen nog altijd wat verwaarloosd. De bouw van een nieuw museum op de Akropolis wordt al jaren voorbereid en betwist, daar zullen de zo begeerde Elgin Marbles worden ondergebracht. Op voorwaarde natuurlijk dat de Britten die ooit teruggeven. Het Benaki Museum, een privé-collectie, werd in 2000 na zeven jaar sluiting heropend en is nu zonder twijfel het interessantste en mooiste museum van de Griekse hoofdstad. Het restaurant op het dakterras is een modieus trefpunt.
Niet alleen Spiros Mercouris, een van de legendarische burgemeesters van Athene, heeft nu een standbeeld in de stad, maar ook zijn geliefde kleindochter Melina, de rebelse Melina: zangeres, actrice en politica die het eind jaren tachtig tot minister van Cultuur bracht, kreeg een weliswaar lelijke maar ontroerende buste in een plantsoentje aan de Amalias Boulevard, vlak bij het huis van de Onassis Stichting.
Er is de nieuwe luchthaven in Spata, waarvan de Grieken zelf zeggen dat het wel een fabriekshal lijkt. Hij werd door Duitsers gebouwd. Maar aankomen in en vertrekken uit de Griekse hoofdstad is nu wel stukken efficiënter en aangenamer. Er is zelfs een vlotte busdienst naar het hart van Athene. Heel wat anders dan de gevechten vroeger bij de oude luchthaven voor een plaatsje in een al volle taxi. Ellinikon, de wijk waar de oude luchthaven nu staat te verkommeren, moet tegen 2004 het grootste park van Europa worden, een groene zone met sportfaciliteiten en stranden aan de Saronische Golf.
Het openbaar vervoer op het schiereiland Attica wordt gereorganiseerd. Tegen 2004 zullen in Athene de bussen op aardgas rijden en komen er efficiënte treinverbindingen met de nieuwe buitenwijken. Dat wordt een hele vooruitgang voor de stad die al jaren stikt in haar zomerse smog. De Atheners zien hun stad straks al als het nieuwe Barcelona. Maar er is nog veel te doen. Athene is een hardwerkende, nijvere stad geworden, ze bereidt zich voor op de Olympische Spelen, die in 2004 naar hun bakermat terugkeren. Die Spelen moeten 150.000 extra jobs opleveren. Zeshonderd miljoen euro wordt geïnvesteerd in de security. Toppunt: de Grieken willen zelfs alle olympische stadions rookvrij maken. Dat is nogal wat in een land waar de tabaksindustrie nog altijd groeit en bloeit.
De Grieken zouden de Grieken niet zijn als ze niet over zowat alles rond de Spelen bekvechten. De mascottes, de vrij vormeloze wezentjes Athina en Phivos, zijn door het volk (lees: door de kranten) niet Grieks genoeg bevonden, en over de keuze van Dimitris Papaioannou als regisseur-choreograaf is ook al veel te doen geweest. De doorsnee Athener vreest dat de openings- en slotceremonie te Europees wordt of zelfs te Amerikaans, dat het allemaal weinig met het ‘echte’ Griekenland te maken zal hebben. De Atheners die vooruit willen, krijgen almaar meer last van dat zogenaamd echte Griekenland, dat vooral gebouwd is op gipsen souvenirzuilen en ander kitsch ten behoeve van de toeristenindustrie.
Rond de Olympische Spelen van 2004 wordt een heel ander Griekenland gepromoot. Er is herrie rond het uitgraven van de roeibanen in een natuurgebied in Marathonas, maar cultuurminister Evangelos Venizelos benadrukt in interviews liever hoeveel aandacht besteed wordt aan het milieu in de voorbereiding van de Spelen. Zo zal niemand met de auto tot bij de stadions kunnen: er is in grote parkings en shuttlebussen voorzien. En het vernieuwde openbaar vervoer moet Athene (vier miljoen inwoners) van zijn infarct bevrijden. Het Panathinaïkos-stadion, gebouwd voor de eerste moderne Olympische Spelen in 1896, wordt gerestaureerd, de marathon zal er in 2004 zijn finale kennen. Voor het overige liggen de faciliteiten verspreid aan de rand van de stad langs de new Attica road, een ring om groot-Athene, en in Faliron en Ellinikon, aan de Saronische golf, ten zuidoosten van de stad.
Kortom, het is het moment bij uitstek om deze rups die stilaan een vlinder wordt, opnieuw te ontdekken.
Athene praktisch
MUSEA
Natuurlijk gaat u naar het Akropolismuseum en naar het Archeologisch Museum aan de 28ste Oktoberstraat (die de Atheners Patission noemen). Een paar tips leiden naar minder bekende musea.
Museum Benaki, 1 Koumbaristraat & Vassilis Sofias, gesloten op dinsdag. Op donderdag vrij toegankelijk en open tot middernacht. Dit museum geeft een schitterend overzicht van de Griekse geschiedenis en cultuur. Het antieke Griekenland, de Byzantijnse tijd, de Turkse overheersing tot het moderne Griekenland. Een onvoorstelbare collectie juwelen en iconen, volkskunst en kostuums, complete interieurs, 19de-eeuwse schilderkunst zijn er tentoongesteld. Maar ook manuscripten en herinneringen aan de Nobelprijswinnaars Literatuur Seferis en Elytis, en Yannis Ritzos, bekroond met de Leninprijs. Ook aan Eleftherios Venizelos, de man die Griekenland één maakte na de Turkse overheersing, is hier veel ruimte gewijd. Een echt Griekenlandfan, die zijn kennis wil verdiepen, mag Benaki niet missen (www.benaki.gr).
Yannis Tsarouchis Museum, 29 Ploutarchoustraat, 15122 Maroussi. Open van 9 tot 14 uur, behalve op maandag en dinsdag. Zondags vrij toegankelijk. Het woonhuis van deze hedendaagse schilder, onder meer bekend om zijn gevoelige mannenportretten, is een parel van een museumpje geworden.
Ilias Lalaounis Museum, 12 Kalisperi, Akropolis, 11742 Athene, gesloten op dinsdag. Een overzicht van 50 jaar juweelontwerpen van Lalaounis, geïnspireerd op eigen geschiedenis, vreemde culturen en de natuur.
HOTELS
Novotel, 4-6 Michail Vodastraat, 10439 Athene (niet ver van Larissa-station, niet echt centraal), comfortabele kamers, zwembad en terras op het dak (+30 1 825 04 22, fax: +30 1 883 78 16, novotel@hol.gr, www.accorhotels.com).
Amalias, 10 Amalias Avenue, 10557 Athene, +30 1 323 73 01, fax: +30 1 323 87 92, vlak bij Syntagmaplein, ideale uitvalsbasis om de stad te voet te verkennen. Netjes, ouderwets, wel luidruchtig. 100 euro voor een 2-persoonskamer met ontbijt. De luchthavenshuttle stopt voor de deur.
Acropolis House, 6-8 Koudrou, 10558 Athene, +30 1 322 23 44, fax +30 1 324 41 43. Rustig gelegen, keurig en sfeervol pensionnetje aan de rand van Plaka. Tweepersoonskamer voor 3 tot 4 nachten, ongeveer 20 euro per persoon.
ETEN&DRINKEN
Keuze te over. Reserveren hoeft niet echt, maar vermijd livemuziek (voor toeristen) en zoek de plekken waar veel Grieken zitten, daar is het altijd beter. Ga dus nooit voor 21 uur eten.
Café Sikinos, Pharmaki 2, Plaka. Het mooiste café van Plaka. Duur maar in trek bij de Grieken. Om te aperitieven of na te genieten van het diner.
Café Metropol, aan het rustige plein voor de kathedraal van Athene. De plek waar deftige Griekse heren op zondagmorgen de krant lezen en waar in de late namiddag iedereen afspreekt.
Kotsolis, Adrianou 112, Plaka. Een klassieke patisserie die al sinds 1906 door dezelfde familie wordt uitgebaat en waar u Griekse zoetigheden als galaktoboureko , ryzogalo en loukoum kunt eten.
Psarras, Hoek Erotokritos en Erechteion in Plaka. Een van de oudste tavernas, bestaat sinds 1898.
Het is even klimmen ernaartoe, maar het is een van de rustige plekjes in deze uitgaansbuurt met tafels onder lommerrijke bomen. De klassieke Griekse keuken is er correct.
Miltons, Adrianou 91, Plaka, trendy visrestaurant met hedendaagse interpretatie van Griekse keuken en internationale gerechten.
Karavi, op de 9de verdieping van het Airport Sofitel Hotel, recht tegenover de vertrekhal van de luchthaven. Wellicht een van de beste restaurants van Athene. In het hotel zijn schermen die aankomsten en vertrekken van de vliegtuigen aangeven.
WINKELEN
Veel winkels sluiten op zaterdag rond 3 uur.
Kolonaki, aan de voet van de Lykabettosheuvel tussen Akadimias en Vassilis Sofias, de chiquere winkels met de grote internationale merken. Op zaterdag krioelen de terrassen van het jong schoon volk uit betere kringen.
Ermou, populaire winkelwandelstraat tussen Syntagmaplein en het 11de-eeuwse Byzantijnse Kapnikareakerkje (niet te missen!).
De vlooienmarkt, op zondag, begint met souvenir- en juwelenwinkels langs Metropolis, maar aan het eind van Adrianou, rond Ifestou en Thission is de echte rommel- en brocantemarkt. Een belevenis, als je tegen de massa kunt.
REIS
Virginvliegt dagelijks op Athene. Vertrek uit Brussel om 7 uur, retour uit Athene om 12.15 uur. Heen en terug vanaf 208 euro. Reserveren: bij uw reisagent, via het callcenter (02 752 05 05) of via www.virgin-express.com
Info: Griekse Nationale Dienst voor Toerisme, Louisalaan 172, 1050 Brussel, 02 647 57 70, fax 02 647 51 42, e-mail: gnto@skynet.be
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier