In New York woonden ze in een klassieke rijwoning, in Brussel in een New Yorkse loft. De bewoners van deze plek pendelen de wereld rond en hun woonloft is een drukke tent vol vrienden, kinderen en kunst.

Aan de voet van de Hallepoort in Brussel ligt er een drukke wijk die een chaotische, maar charmante aanblik biedt. Het is een oude wijk, met een half industrieel en een half landelijk verleden. Begin twintigste eeuw lagen er achter de rijwoningen ateliers en fabrieken. “In het gebouw waar wij in wonen werden er ooit hoeden gemaakt”, legt Dimitri Jeurissen uit, bekend als een van de oprichters van Base Design. Hij woont hier met zijn artistieke vrouw Jeanna Criscitiello en hun drie kinderen. Toen ze deze loft kochten, woonden ze nog in New York. “Daar hadden we een rijtjeshuis met een tuintje, iets klassieks zoals je in Antwerpen zou kunnen vinden. Hier in Brussel vonden we dan een New Yorkse loft, voor ons is dat een leuk contrast”, merkt Dimitri op. “Toen we in New York zaten, belde mijn vriend architect Pierre Lhoas me op. Hij had dit gebouw gevonden vlak bij het Zuidstation en zocht medekopers. Ik was er ook meteen weg van en reserveerde een stuk om de bureaus van Base Design in onder te brengen. Maar ik wist toen nog niet echt goed wat aan te vangen met de rest, want dit is een enorm gebouw.” Intussen werd het helemaal ingevuld en heeft ook het architectuurbureau Lhoas & Lhoas er een vaste stek. De oude fabriek herbergt nu zowel kantoren als enkele lofts.

Organisch gegroeid

Jeanna en Dimitri wonen op de bovenste verdieping en genieten van een riant uitzicht over de stad. “Jeanna was eerst bang om in Brussel te wonen vanwege het licht. In New York heb je natuurlijk, schitterend licht met grootse hemels. Maar hier valt dit echt mee, doordat we hoog zitten en er zoveel vensters zijn baden we in het licht.” Hun loft is bovendien verbazend ruim, goed voor vierhonderd vierkante meter. De ruimte werd ingedeeld en gedeeltelijk aangekleed door architect Pierre Lhoas die de voorkant, op het zuiden, volledig vrijliet. De woonruimte, opgedeeld in een bibliotheek, zithoek, eethoek en een open keuken, is gewoon riant. “Dat perspectief is prachtig en de ruimte laat van alles toe. Zelfs de piano van Jeanna staat hier, waar ze als singer-songwriter kan werken. Daarnaast wilden we dat de kamers meer afgesloten zijn, als van een appartement. Ze kregen schuifdeuren.”

In deze loft is er veel aandacht voor kunst. De bewoners verzamelen al jaren. Vroeger hadden ze geen plaats om iets op te hangen, nu wel, want er zijn veel wanden. Vooreerst zijn het trouvailles van jaren terug, die hun internationale pad weerspiegelen. Lang niet alle kunstwerken werden gekocht. Dimitri begon met verzamelen in New York en via Base onderhoudt hij sowieso veel artistieke contacten. Base werkt immers samen met beeldende kunstenaars van wie hij ook wel wat heeft gekregen. Jeanna en Dimitri vinden het belangrijk dat hun kinderen dagelijks met kunst omgaan.

Dit is dus geen klassieke loft met een netjes uitgedokterde aankleding. Wel integendeel. Het is een organisch gegroeide leeftent waar er van alles staat en wordt gebruikt zonder al te planmatig overleg. Zelfs het meubilair weerspiegelt deze non-conformistische manier van leven. Pierre Lhoas ontwierp zowel de schitterende bibliotheek als de keuken, met inbegrip van de gele kast. “Dat is een zitkast waar de kinderen op kunnen zitten, of die ze zelfs als podium gebruiken voor een geïmproviseerde opvoering,” aldus Dimitri. De meubelen van Lhoas hebben een constructivistische trek die herinnert aan wat Rietveld in het begin van zijn carrière ontwierp met hout, ze lijken opgebouwd als een gebouw. De keuken is een belangrijk onderdeel van de woning, vandaar de prominente plaats. Je komt hier ook via de keuken binnen.

Werken en eten

Door deze keuken heeft Jeanna trouwens een nieuwe carrière opgebouwd. Tot een tijdje geleden kookte ze hier elke donderdag een uitgebreid middagmaal voor de medewerkers van Base. Dit initiatief oogstte meteen zoveel succes dat ook andere kantoren een beroep gingen doen op haar kookkunst. Na een tijdje werd er dagelijks gekookt voor interne en externe bedrijven. Ondertussen verwierven ze een naburig pand waar er een professionele keuken werd gebouwd. Samen met Pascale Gigon en Line Couvreur heeft Jeanna dan het kookatelier ‘Les Filles’ opgericht dat warme stoofpotten levert aan bedrijven in Brussel. In hun toffe keuken kun je ook dagelijks eten. Dit spontaan gegroeide initiatief past helemaal bij de creatieve samenleving van dit gebouw met zijn lofts en kantoren. Het is meteen een bewijs dat het mengen van wonen en werken de meest logische manier van leven is. Dat is ook helemaal niet nieuw, vroeger was dat overal de realiteit. Het is precies de moderne stedenbouw die alle functies netjes van elkaar scheidt, wat eigenlijk achterhaald blijkt te zijn.

Info : www.lesfillesplaisirsculinaires.be

DOOR PIET SWIMBERGHE – FOTO’S JAN VERLINDE

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content