Een ware weelde aan planten, bloemen en struiken floreert hier op een kleine oppervlakte en in een schrale kustbodem. Verwoede groenliefhebbers zijn het die deze tuin van een Oostendse sociale woning omtoverden tot een levend schilderij.

Tekst en foto’s Jean-Pierre Gabriël

Als er een groep op bezoek komt, probeer ik te weten te komen of die mensen verwoede plantenliefhebbers zijn of hier alleen een beetje willen rondstruinen.” Beverly Verheyen spreekt zich niet uit over de ene of de andere categorie, maar kan haar voorkeur voor mensen met dezelfde passie als zij niet onder stoelen of banken steken. “Wij organiseren geen opendeurdagen meer, omdat een dergelijke tuin de gewone nieuwsgierige wandelaar nauwelijks kan boeien. Als ik daarentegen een groep kenners rondleid, dan kan ik bij elke plant commentaar geven. Door andere tuinen te bezoeken heb ik het nut van zo’n geleid bezoek ingezien. Je loopt altijd wel aan iets bijzonders of interessants voorbij en alleen de eigenaar-tuinier kan je aandacht daarop vestigen.” Als een en ander grondig gebeurt, kan zo’n rondleiding wel uren duren, te oordelen naar de alfabetische lijst van bomen, struiken, klimplanten, clematissen, doorlevende planten, rozenstruiken, varens enzovoorts die ze jaarlijks aanvult en in haar mooiste geschrift overschrijft. Stel u voor: op 450 vierkante meter en in 120 potten groeien minstens 500 verschillende soorten en variëteiten, die ze allemaal kent met naam, toenaam en herkomst.

Beverly’s hobby is nog niet zo oud. Ze is zich pas voor de tuin beginnen te interesseren lang nadat ze met haar man in 1964 deze sociale woning had gekocht, “precies op 1.400 meter in vogelvlucht van de zee”. Mon Verheyen weet nog hoe het ging: “Wij waren verplicht de woning en de tuin te nemen zoals ze waren. Toen stond er een ligusterhaag rond. Men had voor ons ook een perk met driehonderd rozelaars aangelegd. Stel u het onderhoud voor dat zoiets vergt!” Die rozen moesten er het eerst aan geloven. In elke brievenbus van de buurt stopte het echtpaar een berichtje: “Gratis rozelaars.” Succes verzekerd. In een mum van tijd waren ze allemaal de deur uit.

Het zou nog 25 jaar duren, tot de lente van 1989, vooraleer ze de tuin grondig aanpakten. Het echtpaar wachtte tot hun twee dochters groot genoeg waren om zich dan in dit project te lanceren. “In het begin hielp Mon me wel, maar schijnbaar zonder veel belangstelling. In 1995 kwam daar verandering in, toen we een Franstalige tv-ploeg op bezoek kregen. Het feit dat anderen interesse toonden voor onze tuin, vond hij wel leuk. Voordien stelde hij zich tevreden met het aanleggen van terrassen, steunen, fonteintjes, en dergelijke. Nu is ook hij gebeten door de microbe.” Het gazon aan de straatkant werd vervangen door een groot geplaveid terras, omringd door borders, dat langs het huis doorloopt tot achter de woning. In tien jaar tijd zijn de planten er heer en meester geworden. Dat merk je aan kleine details: de schuine helling naar de garage wordt versperd door twee gigantische potten met daarin twee prachtige struikjes ( Prostanthera cuneata), zodat er geen wagen meer langs kan. Maar al zou men de potten verplaatsen, dan nog blijven er de andere struiken en doorlevende planten die tussen de tegels geplant werden, en de indrukwekkende clematis ‘Madame Lecoultre’ met zijn overweldigende bloemen. “In het begin stonden er hortensia’s en een border met doorlevende planten, op z’n Engels. Maar u zou moeten zien wat er ’s winters overblijft: wat verdroogde restjes en een kaal plantsoentje. Wij wilden uiteindelijk een tuin die er elke dag van het jaar interessant uitziet. Dat kan niet zonder struiken die aan het geheel structuur geven. Ik denk aan bladhoudende soorten en uiteraard aan coniferen. We proberen ook het hele jaar door bloemen te hebben, ook al zijn het er in sommige maanden niet veel.”

In de tuin word je verwelkomd door een groot massief met Euphorbia characias. Begin mei is de linkergevel van de woning ingenomen door een immense Ceanothus arboreus ‘Trewithen Blue’. Rechts ervan staat een grote rode klimroos ‘Parkdirektor’, en nog verder naar rechts, onder het venster van de living, een oranje rozelaar ‘Schoolgirl’ die tot aan de dakgoot reikt. Al deze planten staan afgebeeld op een twintigtal impressionistische aquarellen van Beverly Verheyen, die allemaal overeenstemmen met een bepaald gedeelte van de tuin. Kleurige wolken van blauw, paars, purper, lila en oudroze, en ook de namen van de planten staan erop vermeld. Jaar na jaar worden de aquarellen bijgewerkt, want natuurlijk verschijnen er geregeld nieuwe planten die dan ook een streepje verf krijgen.

“We zijn lid van de Royal Horticultural Society en dus ontvangen wij maandelijks hun magazine The Garden. Een goudmijn aan informatie. Dichter bij huis kan ik rekenen op de vakkennis van een tiental kwekers. Sommigen zijn gespecialiseerd in doorlevende planten, anderen in eenjarige. Hier niet zo ver vandaan woont Peter De Coninck. Hij kweekt struiken die zich beter aanpassen aan het zeeklimaat en dat van het hinterland.” Beverly moet zich nochtans beperken. Ze zou veel meer planten willen kopen. “Maar onze tuin staat vol. Dat betekent dat voor elke nieuwe ontdekking een andere plant moet verdwijnen. Mijn keuze wordt bepaald door het feit dat de nieuwe plant beter past bij wat ik op een bepaald ogenblik zoek. Iedereen evolueert nietwaar. Als we veranderingen aanbrengen, blijven de planten aanvankelijk in hun pot. Zo kunnen we ze verplaatsen naar om het even waar. Pas wanneer we helemaal overtuigd zijn van onze keuze, gaat het plantje uit de pot en wordt het in de volle grond gezet.”

Ooit stonden er wel 150 potten. Dit jaar werd het aantal herleid tot 120, om het arbeidsintensieve onderhoud toch enigszins te verlichten. Die potten zijn interessant om verscheidene redenen. Enerzijds kun je planten zetten op plekken waar weinig of geen grond is. Anderzijds kun je in een pot ook zeer speciale of zeer kleine planten kweken zoals alpenplantjes, die in volle grond zouden verstikken. Het biedt ook nog eens de mogelijkheid een milieu te creëren aangepast aan bepaalde plantensoorten, want de bodem van de tuin is hier vrij arm (lichte zandgrond, want nabij de zee). “In tegenstelling tot wat sommigen geloven, hebben wij bepaalde planten niet in potten gezet omdat ze delicaat zijn of omdat ze ’s winters binnen moeten staan. Zo zijn er inderdaad wel, maar ze vormen een absolute minderheid.”

Al slenterend door de tuin trekt een paar details de aandacht. Zoals de stukjes drijfhout die als een rozenkrans tegen de wand van het tuinhuisje opgehangen werden. Die vind je massaal op de kiezelstranden van de Canadese westkust, het land waar Beverly vandaan komt. Een ander decoratief element vormen de vier fris klaterende fonteintjes. Ze werden zo geplaatst dat je om het even waar in de tuin het water kunt horen. Wie goed uitkijkt, ontdekt duizend en één dingen, zoals een tuinzetel met rechts en links daarvan een ‘kussen’ van buxus in een rechthoekige terracottapot. Wat de planten betreft, springt een tapijt met Ophiopogon planiscapus ‘Nigrescens’ met diepzwarte bladeren in het oog, net zoals het kleine boeket veldbies ( Luzula nivea), met even donzige bladeren als de veenpluis. Onlangs heeft Beverly twee dingen veranderd in haar tuin. Als tegengewicht voor de Euphorbia charachias heeft ze een klein bamboemassief geplant, een van de meest verfijnde soorten, namelijk Phyllostachys aurea. Maar de opvallendste wijziging is te zien op de zijmuur. Daar werden nieuwe potten opgehangen met in elk een jonge scheut van een varensoort uit de families Polystichum en Dryopteris.

Je zou hier eindeloos kunnen blijven ronddolen, maar ook het uitzicht vanachter de ramen is meer dan de moeite waard. De ‘link’ tussen het interieur en de tuin is zo belangrijk dat de vensters, vroeger ‘klassiek’ gefragmenteerd, vervangen werden door grote panoramische ramen. Vooral de opening tussen de living en de tuin werd aanzienlijk vergroot: twee deuren die vroeger in massief hout waren, werden vervangen door vensterdeuren. Zodat je van hieruit comfortabel kunt genieten van het uitzicht: de bladeren, de bloemen en de zorgvuldig gesnoeide figuren.

Praktisch

De tuin van Beverly en Mon Verheyen is enkel na afspraak te bezoeken, het liefst in groep (maximaal 20 personen) en dat van half juni tot half september. Er wordt ook een kopje thee aangeboden. Inlichtingen: 059 70 02 87, e-mail mon.verheyen@skynet.be

Enkele van Beverly’s favoriete kwekerijen:

Silene – Lieve Adriaensens, Bosstraat 14, 9255 Buggenhout, & fax 052 33 64 04 (eenjarigen).

De Nachtwaker – Geert Bonte, Oostnieuwkerksestraat 5, 8890 Moorslede, 051 77 11 42, fax 051-77 25 46 (fuchsia, pelargonium, passiflora, eenjarigen…).

’t Land – Jan Sterken, Scharebrugstraat 132, 8370 Blankenberge, 050 42 89 27.

Bloemen Johan Lescrauwaet, Gistelsesteenweg 590, 8200 Sint-Andries-Brugge, 050 38 61 22.

De Wilgenbroek, Wilgenbroekstraat 60, 8020 Oostkamp, 050 38 76 83, fax 050 39 20 62 (vaste planten).

Noël Portier, Margaretha van Vlaanderenstraat 27, 8310 Sint-Kruis-Brugge, & fax 050 37 00 03 (zeldzame vaste planten, waaronder alpenplanten).

Epimedium – Danielle Monbaliu, Meulestee 56, 8020 Oostkamp, 050 36 28 41, fax 050 37 38 71 (doorlevende planten).

Louis Lens Rozen – Rudy Velle, Redinnestraat 11, 8460 Oudenburg, 059 26 78 30, fax 059 26 56 14.

Peter De Coninck, Iepersesteenweg 112, 8630 Veurne, 058 21 33 35, fax 058 31 52 39 (struiken voor zeeklimaat).

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content