apathie

Het gaat niet goed met de Hongaarse film. (Maar met welke cinema uit het voormalige Oostblok wel?) Het recente festival van Boedapest, waar traditiegetrouw de nationale productie van het afgelopen jaar werd afgedraaid, toonde de zwakke gezondheid van de Hongaarse film, zowel economisch als artistiek. Maar alle hoop is niet verloren: zo is er “The Witman Boys”, een schitterende kleine prent van Janos Szasz die in 1994 al van zich deed spreken met “Woyzeck”. Een mooi voorbeeldje van hoe een oerklassiek vertelde – en dito vormgegeven – film, dankzij het sterke onderwerp, de juiste vertolkingen en de volmaakte toonzetting, sterke cinema kan opleveren.

De regisseur bewerkte zelf een novelle van de Hongaarse schrijver Géza Csath uit het begin van deze eeuw. Het intrigerend verhaal toont hoe twee onafscheidelijke broers, Janos en Erno, na de dood van hun vader alleen achterblijven met hun moeder die zich niet veel om hen bekommert. Op school wordt hun afwijkend gedrag niet erg op prijs gesteld en met hun nieuwe vader kunnen ze helemaal niet opschieten. De twee door dood en verval geobsedeerde jongens geraken hoe langer hoe meer geïsoleerd en in zichzelf gekeerd. Ze beginnen een bordeel te bezoeken en sluiten vriendschap met een jonge prostituée. Voor het eerst in hun leven hebben ze iemand ontmoet die hun genegenheid betoont, en wanneer het meisje cadeaus eist, zijn ze tot alles bereid om haar te plezieren. Wat uiteindelijk tot moedermoord leidt.

Wat de prent zo verontrustend maakt, is dat de twee broers zonder de minste twijfel of zichtbare emotie hun snode plannen ten uitvoer brengen. De apathie van deze twee koele kikkers lijkt even onmenselijk als onafwendbaar. De kracht van de film schuilt in de naargeestige logica waarmee hun dwangmatig gedrag wordt getoond. De regisseur maakt daarbij optimaal gebruik van de roerloze fysiek van zijn jonge acteurs. Jeugdige boosaardigheid werd zelden zo klinisch geobserveerd.

In schrille tegenstelling tot de kille psychische dissectie, staat de vorstelijke, sensuele fotografie van Tibor Mathé. Geen louter mooifilmerij maar een opmerkelijke beheersing van clair-obscur en een monochroom palet van diepbruine tinten. Het is allemaal bijzonder kunstzinnig in beeld gebracht: hoe het licht op de gezichten van Janos en Erno speelt; hoe ze onheilspellend in en uit de schaduwen treden; de ongerepte sneeuwlandschappen in flagrant contrast met de perverse wreedheid van het duo. De filmacademie van Boedapest heeft enkele van de grootste “fotografieleiders” van de laatste decennia voortgebracht – met als topfiguren Vilmos Zsigmond en Laszlo Kovacs, beiden tijdens de Hongaarse opstand van 1956 uitgeweken naar de States. Een sterke picturale traditie die nog altijd voortleeft in wat er overblijft van de Hongaarse cinema.

“The Witman Boys” van Janos Szasz, met Alpar Fogarasi, Szabolcs Gergely, Maia Morgenstern.

Patrick Duynslaegher

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content