Piet Swimberghe

ZOUTVAT

Op de onderkant van dit eigenaardige potje staan de letters “P.R.”. Wat weet u er meer over ?

Zo’n fraai kunstwerkje hebben we nooit eerder gehad in deze rubriek. Het is een biezonder zoutvat. Het ziet er totaal anders uit dan een hedendaags zoutrecipiënt. Vóór 1800 waren dit open schaaltjes, meestal op een voet. Vijfhonderd jaar geleden was zout erg kostbaar en aan tafel nam het zoutvat een belangrijke plaats in. Bovendien is dit een luxe-eksemplaar, gemaakt door een van de belangrijkste emailschilders van de renaissance, Pierre Reymond (ca. 1513 ca. 1584) uit Limoges, aldus Stéphane Vandenberghe, konservator van het Gruuthusemuseum in Brugge, die de gegevens voor ons opzocht.

In deze Franse stad stond de emailkunst toen op een biezonder hoog peil. Reymond leidde een van de vermaardste ateliers, gespecializeerd in tafelgoed, zoals schalen, kandelaars, kannen en dergelijke zoutvaatjes. Hij werkte in de renaissancestijl die toen, in 1545 (jaar waarin dit stuk werd gemaakt) erg modern was. Reymond haalde zijn inspiratie uit gravures van onder meer Marcantonio Raimondi, Lucas van Leyden en Albrecht Dürer. De afbeelding werd gepenseeld met witte verf op een zwarte fond. Zo bekwam hij een prachtige grisaille die perfekt de Romeinse bas-reliëfs imiteert. In tegenstelling tot zijn middeleeuwse konfraters greep hij niet naar bijbelse voorstellingen, maar naar mytologische taferelen uit de oudheid.

Natuurlijk stond dit kleinood ooit op de tafel van een rijk humanist. Wie weet welke beroemde tafels het ooit heeft gesierd. Dergelijke kostbaarheden waren enkel aan aristokraten besteed. De gewone sterveling was tevreden met een zoutvat van aardewerk, hout of tin. Daar het moeilijk is om zoiets nauwkeurig te taxeren, onthouden we ons van een estimatie. De konservator wijst erop dat men het werk van Reymond in beroemde musea kan bewonderen, zoals The Frick Collection en het Metropolitan Museum in New York.

KOMMODE

Dit ladenkastje is gefineerd met wortelnotehout. Is het nog achttiende-eeuws ?

Uw kommode is ongeveer 210 jaar oud. Ze werd dus net voor de Franse Revolutie gemaakt. Op dat moment liep de Lodewijk XVI-stijl op zijn laatste benen. Men verkoos zeer eenvoudige meubels zonder opsmuk. Exotische houtsoorten werden wel gesmaakt. Men gebruikte veel mahonie. Hier werd vermoedelijk een soort esdoorn of een fruithout als fineer aangewend. Het blad en het beslag lijken origineel. Het meubel is van Franse of Belgische makelij. We schatten de waarde op 80.000 fr.

DELFT

Ik kocht deze Delftse koe op de vlooienmarkt. De verkoper beweerde dat ze tussen 1810 en 1820 werd gemaakt. Graag uw oordeel.

We moeten u teleurstellen. Deze koe is hooguit honderd jaar oud. Het is een kopie van een antieke Delftse koe. Weliswaar van behoorlijk goede kwaliteit, want de vorm en de slijtage lijken autentiek. Het glazuur, de kleuren en de beschildering wijzen op een vervalsing. Het merkje op de onderkant verwijst naar de fabriek “De Grieksche A”. Het merk werd in het begin van de achttiende eeuw gebruikt, niet een eeuw later. Veel vervalsingen worden met de initialen “APK” gemerkt. Bovendien werden er rond 1820 geen koeien meer gemaakt in Delft. Het stuk is een tiende waard van een antieke koe, ongeveer 10.000 fr.

PIET SWIMBERGHE

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content