Piet Swimberghe

TIN

Op beide borden (21 cm diameter) staan merktekens met de letters “LDP”. Op één bord prijkt op de voorzijde een figuurtje met een opgeheven arm. Weet u iets meer over de herkomst ?

Zo’n eenvoudige tinnen schotels komen zeer veel voor. Ze werden vanaf het einde van de zeventiende eeuw tot diep in de negentiende eeuw overal in Europa gemaakt. Volgens onze tinexpert, Tony Dangis, zijn de tekens op de voorkant eigendomsmerken van een schuttersgilde, meer bepaald van de boogschutters van Sint-Sebastiaan. Deze paramilitaire vereniging evolueerde vanaf de zeventiende eeuw naar een amusementsgezelschap met een religieuze inslag. Voor schietwedstrijden, huwelijken, doopplechtigheden of verjaardagen bood de gildegemeenschap geschenken aan. Niet zelden waren dit tinnen schotels.

Op de achterkant staat het persoonlijk merkteken van de Brugse tingieter JosephusJoannes de Proost sr. Beide borden dateren van de periode tussen 1736, toen de Proost zijn meesterschap verkreeg, en 1791, het jaar waarin hij overleed. Volgens de expert zijn beide borden samen 8500 fr. waard.

Tony Dangis maakt een uitgebreide studie over alle Belgische tingieters. Voor wie hem verdere informatie wil verstrekken, geven we zijn adres : Vinnestraat 32 in 1982 Elewijt.

SECRETAIRE

Is dit een antiek bijzettafeltje ?

Dit is helemaal geen gewone bijzettafel, maar een soort secrétaire-table de nuit. Dit soort meubels hoort thuis in het appartement van een gefortuneerde dame. In de achttiende eeuw werden voor rijkelui veel boudoir-meubels gemaakt die voor van alles en nog wat dienden. De basisvorm is een zogenaamde “chiffonnière”, letterlijk, een ladenkast om doekjes in op te bergen. Daarin werd dus het borduur- en naaiwerk weggeborgen. Maar er kon net zo goed schrijfgerei inzitten. Het blad bood juist voldoende plaats voor het schrijven van een brief. Bovendien was het niet enkel een secretaire, maar deed het ook dienst als nachttafel. Daarnaast werden er gelijkaardige meubels gemaakt die je bovenaan kon openklappen om er een toilettafel van te maken. Dan verscheen er een spiegel en een doos met laden. Blijkbaar was men toen gek van kombinatiemeubelen.

Maar we moeten u teleurstellen, want dit is een kopie gemaakt tussen 1870 en 1910. We zien dit aan de poten die iets té simpel zijn. Ook de marqueterie is van geringe kwaliteit. De tekening van het hout is niet mooi symmetrisch opgebouwd en het bronzen beslag is vrij grof. Toch heeft het meubel een waarde van ongeveer 35.000 fr.

IMITATOR

Dit romantische tableau is gesigneerd door Jh. Van Dieghem en gedateerd “1882”. Weet u wat meer over hem ?

Konservator Norbert Hostyn dook in zijn biblioteek en vond wat informatie. Van Dieghem wordt in de “Bénézit” (biografisch naslagwerk) summier vermeld en bij de Hollandse School gerangschikt. In de “Scheen”, hét gezaghebbende werk over Nederlandse meesters, komt hij niet voor.

De konservator vermoedt dat Jh. Van Dieghem een Belg was. Feit is dat er nu en dan wat van hem in binnenlandse galerijen en veilingen wordt aangeboden. Van Dieghem blijft een enigmatische figuur, omdat zijn biografische gegevens vrijwel ontbreken. Volgens Norbert Hostyn is hij één van de vele imitators van Eugène Verboeckhoven, zonder diens kunde artistiek te evenaren. Zijn werk doet ook denken aan het oeuvre van de gebroeders De Beul. Mogelijk is Van Dieghem een schuilnaam en was zijn werk vooral voor de export bestemd. Het tema en de grootte (90 x 60 cm) van het werk zijn in ieder geval populair en commercieel gekozen. Technisch gezien is het werk geen topkwaliteit, toch overstijgt het de middelmaat. De konservator schat het op ca. 75.000 fr., met de nodige marges omhoog of omlaag.

PIET SWIMBERGHE

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content