Anthony Giddens is de belangrijkste hedendaagse Britse socioloog. Als huisfilosoof van New Labour, wordt hij tot de tien machtigste mensen van Groot-Brittanniƫ gerekend. Weekend Knack sprak met hem over de omwentelingen in onze dagelijkse leefwereld.

Hij ziet er vermoeid uit. Sinds de publicatie van The Third Way, over de vernieuwing van de sociaal-democratie, lopen politici en journalisten zijn deur plat. Iedereen wil horen hoe de spraakmakende socioloog en politiek filosoof de toekomst ziet. Als auteur van ruim 30 boeken, in evenzoveel talen gepubliceerd, is Anthony Giddens een expert op het vlak van de snel veranderende moderne wereld. Zijn aandacht strekt zich uit van zelfmoord, gevangenissen, technologie, seks en verkrachting tot emancipatiebewegingen, zelfhulpgroepen en lifestyle. Daarnaast is Giddens medestichter van de uitgeverij Polity Press en directeur van de London School of Economics and Political Science.

Als socioloog vestigde Giddens zijn naam eind jaren ’70, met het inzicht dat mens en samenleving niet te scheiden zijn. Net zoals taal- of beleefheidsregels slechts bestaan in de mate dat we die regels dagelijks gebruiken, is ook de samenleving het product van routineuze handelingen, waarmee we de wereld onbewust vormgeven. “Sociologen moeten kijken naar wat mensen concreet, zij het onbewust doen”, vat hij zelf zijn visie samen.

Velen hebben nochtans het gevoel dat ze de greep op het leven verliezen, dat wat ze doen weinig belang heeft.

Anthony Giddens: Onze lokale leefwereld wordt steeds meer beĆÆnvloed door factoren buiten de omgeving waarin we ons dagelijks bewegen. Sinds de late jaren ’60 en de komst van nieuwe communicatiesystemen, leven we in een wereld van globalisering. Dat is niet alleen een economisch fenomeen: ook op politiek, cultureel en technologisch vlak is er wereldwijd sprake van onderlinge afhankelijkheid. Verre gebeurtenissen hebben rechtstreeks gevolgen voor ons eigen leven, terwijl ook onze schijnbaar banale beslissingen wereldwijd consequenties hebben – denk aan de gevolgen van onze eetgewoonten voor buitenlandse voedselproducenten. Globale communicatiesystemen als televisie en internet schudden onze leefwereld door elkaar en dwingen ons tot aanpassing. Als je het gezicht van Nelson Mandela beter kent dan dat van je buurman, en als je wereldwijd onmiddellijk kunt communiceren, is je leefwereld fundamenteel veranderd. Onze sociale relaties zijn niet meer aan tijd en plaats gebonden, ze zijn als het ware uit hun lokale context gelicht. Globalisering beĆÆnvloedt alle grote instituten van de samenleving. Waarom staat de toekomst van het gezin ter discussie? Omdat er zich overal veranderingen voordoen op het vlak van de positie van vrouwen en kinderen en de gelijkheid tussen de seksen. Dat is een revolutie zonder voorgaande, met gevolgen die zich uitstrekken van de werksfeer tot de politiek.

Hebben we nog enige greep op de wereld?

Het is verleidelijk multinationals als de echte machtscentra te zien – de grootste hebben meer geld dan sommige landen. Maar globalisering gebeurt niet alleen aan de top van de samenleving en van boven naar beneden. De recente geschiedenis van bedrijven als Shell, Nike en Monsanto wijst op de rol van maatschappelijke bewegingen, actiegroepen en ngo’s. Ook steunacties en consumentenboycots nemen soms mondiale dimensies aan. Overheden en het bedrijfsleven moeten daar rekening mee houden, want in een informatiemaatschappij kun je je nergens verschuilen. Alles wat je doet, wordt minitieus gevolgd. Globalisering stimuleert een nieuwe corporate responsability, zowel sociaal, cultureel als ecologisch.

En luidt ook het einde van traditie in.

We evolueren naar een samenleving waarin het leven gebaseerd is op individuele keuze. Voor oudere generaties werd het dagelijks leven gestuurd door traditie en gewoonte. Het verleden leefde verder in het heden en gaf vorm aan de toekomst. Op onze generatie oefent traditie veel minder controle uit. In vele domeinen van het leven moeten we beslissingen nemen die vroeger vanzelfsprekend waren. Niemand weet dat beter dan vrouwen. 25 jaar geleden wist een vrouw min of meer welk lot haar wachtte: een leven in de huiselijke omgeving, kinderen grootbrengen. Nu moet ze zelf beslissen wat ze van haar leven maakt. Vroeger wist je ook wat het betekende een man te zijn: je had een duidelijk omschreven positie in de samenleving en het gezin. Je was kostwinner en werkte tot je met pensioen ging. Het huwelijk was een stabiele structuur met een vaste taakverdeling. Dat de identiteit van man en vrouw nu een open vraag is, is zowel bevrijdend als verwarrend en verontrustend, met zowel nieuwe kansen als problemen. Konden we vroeger rekenen op traditie en normen om te weten hoe we moesten handelen, nu moeten we zĆØlf uitzoeken hoe we willen leven en welke waarden we koesteren. Oudere generaties houden meer vast aan autoriteit en traditie, jongere generaties steunen hun waarden en oordelen op discussie en debat.

U ziet geen waardenloze ik-generatie ontstaan?

Als de welvaart stijgt, verlangen mensen meer naar zelfexpressie dan naar economisch rendement – al blijft zinvol werk voor velen belangrijk. Het nieuwe individualisme is dus verbonden met waarden als zelfontplooiing en het benutten van de eigen mogelijkheden, niet met moreel verval of een gebrek aan solidariteit. Uit enquĆŖtes blijkt zelfs dat jongeren meer morele waarden koesteren dan oudere generaties. Alleen laten ze zich bij het zoeken naar waarden en een levenswijze niet leiden door de klassieke gezagsdragers. De moderne samenleving is trouwens sociaal actiever dan vroeger. In vele landen bloeien het vrijwilligerswerk, zelfhulpgroepen en de milieubeweging. Overal komen mensen samen om gemeenschappelijke interesses uit te diepen. Dat stimuleert een nieuwe gemeenschapszin, de samenleving is dus niet individualistischer. Wat sommigen depolitisering noemen, is in feite een toename van engagement en betrokkenheid – alleen verschuift het activisme naar andere kanalen zoals Greenpeace en Oxfam. Mensen staan kritisch tegenover het gevestigde gezag en organiseren zich: een logische stap in een wereld waarin traditie en traditionele gemeenschappen verdwijnen. Om te overleven, is immers een actievere samenleving nodig.

Verklaart dat ook de heropleving van artisanale producten en van rituelen? Proberen we wat verloren gaat te bewaren?

Je kan je nooit helemaal losmaken van traditie: het speelt een stabiliserende rol in het leven en moet beschermd worden. Je wilt het Brusselse landschap niet hertekenen in de naam van moderniteit – dat heeft men in het verleden gedaan en het was een vergissing. Maar in een echt traditionele wereld heb je geen keuze, wij kunnen er, paradoxaal genoeg, voor kiezen om terug te keren naar tradities. Traditie wordt een van de vele lifestyle-opties, hetzij in de vorm die je aan je huwelijk geeft, de stijl van de kleding die je draagt of de meubels die je koopt. Of traditie wordt kitsch, folklore of een souvenir voor toeristen. In ieder geval is traditie geen instrument van onderdrukking meer, zodat ik de teloorgang ervan niet kan betreuren.

Naast traditie, beschrijft u ook het einde van de natuur. Wijst het genetisch onderzoek niet steeds op meer natuur?

Nog maar weinig aspecten van onze fysieke wereld zijn niet op een of andere manier beĆÆnvloed door menselijke interventie. Denk maar aan seksualiteit, die nu volledig losstaat van voortplanting en het huwelijk. Seksualiteit is iets dat elkeen bezit en ontdekt en kan vormen, cultiveren en veranderen. Of neem de menselijke voorplanting, waarbij natuur en traditie verdwenen zijn. Aspecten die vroeger vanzelfsprekend waren, zijn nu open voor beslissing – van de vraag of je een kind wil en met wie, tot wanneer je het kind zal hebben en van welk geslacht het zal zijn.

U stelt dat daarmee een risicomaatschappij ontstaat.

Ik zeg niet dat het leven vroeger niet riskant was, dat was het wel. In traditionele culturen waren risico’s echter vooral van externe aard: slechte oogsten, plagen, hongersnood, overstromingen. Mettertijd zijn we ons minder zorgen gaan maken over wat de natuur ons kan aandoen, en meer over wat wij met de natuur doen. Onze groeiende kennis op het vlak van wetenschap en technologie heeft een steeds grotere impact op de wereld en creĆ«ert nieuwe risico’s. Is onze tijd gevaarlijker dan vroegere tijden? Nee, maar gevaren die we zelf creĆ«ren, zijn inmiddels net zo groot en misschien wel groter dan externe gevaren – denk aan ecologische rampen, nucleaire energie en de instorting van de wereldeconomie. Bovendien hebben we te weinig historische ervaring om de nieuwe risico’s te kennen, laat staan ze te berekenen. Ik kan zeggen wat het risico op een auto-ongeluk of op longkanker is, maar dat kan ik niet met de gekkekoeienziekte, de opwarming van de aarde of de aantasting van de ozonlaag. Hetzelfde fenomeen in het dagelijkse leven. Het huwelijk steunde vroeger op een stereotiepe rolverdeling. Mensen die huwden wisten wat ze deden. Nu moeten we zelf richting geven aan het huwelijk. Alle opties zijn open, met alle kansen en gevaren van dien.

In die risicomaatschappij kent u een grote rol toe aan wetenschap en technologie.

De zaken gaan ook zo snel. We kunnen niet wachten op de zoveelste studie over een of andere technologie, omdat die technologie al op grote schaal toegepast wordt. Genetisch gemanipuleerde gewassen zijn wellicht het bekendste voorbeeld. Bovendien zijn onderzoeken zo vaak tegenstrijdig, dat we ze niet zomaar kunnen aanvaarden. We leven in een kritische relatie van dialoog met de wetenschap, we stellen ons terughoudend op. Als consument hebben we geen andere keuze dan zelf de knoop door te hakken: gewone koffie of decafeĆÆnĆ©, boter of margarine, wel of geen rode wijn – allemaal beslissingen die we moeten nemen in de context van veranderlijke wetenschappelijke informatie. Zelfs als het je allemaal niet interesseert: ook dat is een houding. We ontsnappen gewoon niet aan de nieuwe onzekerheden die de wetenschap creĆ«ert.

U heeft het zelden over internet, terwijl volgens anderen onze toekomst ervan afhangt.

Het is verkeerd om te veel nadruk te leggen op internet. De ontwikkeling van globale communicatiesystemen is allang gaande, met name sinds de satelliettechnologie. Het internet zet de communicatieve kant van globalisering in de verf, maar is een versterking van een ouder fenomeen. Trouwens, hoe meer communicatietechnologieƫn, hoe groter onze nood aan face to face-contact. London is een reusachtig elektronisch centrum, maar het is ook een stad waar mensen elkaar doelbewust ontmoeten in kantoren en koffiehuizen. Nieuwe communicatievormen elimineren de nood aan menselijk contact niet, maar vergroten en accentueren die behoefte.

U trekt parallellen tussen de democratisering van de samenleving en de democratisering van emoties in relaties. De gelijkenissen zijn treffend: de autonome partners zijn gelijkwaardig en hebben zowel rechten als plichten, en het geheel functioneert op basis van vertrouwen, respect en dialoog. Maar in hoeveel gezinnen vervullen mannen huishoudelijke taken?

Het gezin is het knooppunt van allerlei maatschappelijke trends en de strijd tussen traditie en moderniteit. Geen ander instituut is door zoveel nostalgie omgeven. Nochtans weten we dat het traditionele gezin weinig aangenaam was. Geweld, kindermisbruik en verstoting zijn goed gedocumenteerd. In het moderne gezin verdwijnen vaste rollen en normen, ten voordele van dialoog en onderhandeling. Ook in de moslimwereld en andere traditionele culturen wordt enorme vooruitgang geboekt. Meestal was de vrouw er het wettelijke bezit van de man en onderworpen aan zijn wil. Vaak hadden ze niet het recht te scheiden en werden alleenstaande vrouwen of vrouwen wiens eerbaarheid geschonden was, uitgesloten van de samenleving. Nu kunnen beide partners uit elkaar gaan, net zoals burgers zich in een democratie kunnen ontdoen van hun politieke leiders. Ik zeg niet dat democratische relaties geen zorgen en conflicten kennen. Net zoals in de politiek, is democratie in het persoonlijke leven een ideaal met tekortkomingen. De realiteit is vaak anders, al was het maar omdat we met de nieuwe gelijkwaardigheid worstelen. Zowel mannen als vrouwen moeten hun visie en gedrag bijstellen, ons persoonlijke leven is een onbekend open sociaal experiment. De nieuwe mannenbladen die nu overal verschijnen, geven duidelijk uiting aan de verwarring van de moderne man – gevangen tussen de emancipatorische en de traditionele kijk op zijn rol. Enerzijds bevatten ze up-to-date-artikels over veranderingen in het gezin en de behandeling van vrouwen, anderzijds de klassieke seks-items en typische mannenhumor.

Hebben deze bladen iets te bieden?

Het is makkelijk ze af te doen als inhoudsloze rommel, maar ze geven lezers ook een indruk van hun rol en plaats in de wereld, en ze uiten zaken die mensen bezighouden. Ze helpen lezers keuzes te maken en zijn een houvast waaraan die zichzelf kunnen spiegelen. En ze vertellen eindelijk dat werken aan je lichaam niet alleen iets is voor vrouwen en homo’s.

Hebben democratische relaties geen autoriteit nodig, bijvoorbeeld in de relatie ouders-kinderen?

In een echte democratie steunt autoriteit op dialoog met de burger en niet op militaire dwang. In het traditionele gezin werd het ouderlijke gezag autoritair opgelegd. Kinderen waren een economisch goed en ze werden gezien, niet gehoord. In onze westerse samenleving vormen kinderen een financiĆ«le last en ligt de beslissing om ze te nemen dus gevoeliger. Ze worden een kostbaar goed en krijgen dan ook rechten – bijvoorbeeld om tegen te spreken. In moderne gezinnen is er dialoog en overleg. Ouders willen nog steeds gezag hebben, maar gaan daarover de discussie aan. Overleg is trouwens een stevigere basis voor autoriteit dan dogma.

U spreekt over een nieuwe intimiteit in het gevoelsleven. Heeft die tussen mensen niet altijd bestaan?

Er is een revolutie in ons zelfbeeld en de manier waarop we connecties aangaan met anderen. Zowel seks- en liefdesrelaties als gezins- en vriendschapsrelaties neigen naar het model van pure relaties: op basis van emotionele communicatie en intimiteit, waarbij de voldoening die daaruit volgt de belangrijkste reden is voor hun voortzetting. Zulke relaties moeten actiever onderhouden worden dan traditionele relaties: voor emotionele communicatie is vertrouwen nodig en moet je jezelf blootgeven. In het traditionele huwelijk, dat vooral een economische kwestie was, was de verstandhouding tussen de sowieso niet-gelijke partners van secondair belang. Traditionele vriendschappen steunden op gemeenschappelijke levenservaringen, zoals samen op school of in het leger zitten.

In The Transformation of Identity zegt u dat traditionele culturen mensen geen keuze boden, maar evenmin de verplichting om zichzelf te ontdekken. Nu mĆ³Ć©ten we een lifestyle kiezen – no choice but to choose. En toch gaat u tekeer tegen oppervlakkig consumeren.

In een traditionele samenleving wordt je identiteit ondersteund door de gemeenschap en heeft iedereen min of meer stabiele sociale posities. Nu de traditie zijn greep lost, is een identiteit vormen en onderhouden een basiskenmerk van het sociale leven. Autonomie komt in de plaats van sociale verwachtingen: om iemand te zijn, moeten we keuzes maken uit een brede waaier aan opties. Al die kleine beslissingen die we dagelijks nemen, bepalen wie we zijn – wat we aantrekken en eten, hoe we ons gedragen op het werk, met wie en waar we ’s avonds afspreken. Die vrijheid heeft ook een keerzijde: verslavingen, obsessies en dwangmatig gedrag tonen dat velen het moeilijk hebben met het schrijven van een eigen levensverhaal. Eetstoornissen, drankmisbruik, koopziekte, workalholics, drugs-, gok- en seksverslavingen… Het probleem is niet wat je koopt of doet, maar waarom.

Zijn merken bouwstenen voor onze identiteit?

De markt vertaalt identiteit in louter materiƫle termen: het bezit van bepaalde producten is kenmerkend voor een succesvol persoon. Dat is maar tot op zekere hoogte waar. We zijn meer dan consumenten en op consumptie alleen bouw je geen persoonlijkheid. Gelukkig verzetten mensen zich tegen misleidende reclame. Niemand draagt dezelfde kleding, ook al is de meeste kleding gestandaardiseerd. Mensen zijn zelfs verbaasd als ze hetzelfde dragen. Dat illustreert dat mensen zich niet laten dicteren.

Hoe past onze zogenaamde bodycultus binnen het plaatje?

Aangezien je identiteit niet langer gegeven is, speelt het lichaam een belangrijke rol. Het is een onderdeel van de identiteitsvorming. Onze lichaamscultus is meer dan de invloed van schoonheidsidealen, het is een uitdrukking van onderliggende behoeften. Bovendien zijn we ook verantwoordelijk voor ons lichaam: we worden overspoeld met medische en andere informatie over het lichaam, voeding, sport en dergelijke. Opnieuw mĆ³Ć©ten we wel kiezen, ook als je geen interesse toont. Ik las onlangs een boek, Muscle, over een man die ongelukkig en onzeker was vanwege zijn tengere lichaam. Hij begon aan zijn spieren te werken om zelfverzekerder te worden. Dat lukte, tot hij merkte dat heel wat mannen op hem vielen. Dat bracht hem opnieuw erg in verwarring. Wat opviel, is dat zijn onzekerheid sterk leek op de ervaringen van anorectische vrouwen. Anorexia is interessant, want het bestond nauwelijks in de 19de eeuw en bleef een marginaal fenomeen tot ongeveer begin jaren ’60. Toen raakten eetgedrag, lichaam en identiteit nauw met elkaar verweven. En aangezien vrouwen nog steeds onder druk staan om slank te zijn en op hun lichaam worden beoordeeld, is het aantal vrouwen met eetstoornissen niet verbazingwekkend.

Sinds enkele jaren poogt u politici vertrouwd te maken met ‘lifestyle politics’. Wat zijn dat?

Linkse politici hebben het almaar over emancipatie, over gelijkheid van kansen. Life politics verwijzen naar het leven in een samenleving nĆ  traditie en natuur. De lifestyle-beslissingen die we nemen, zijn niet alleen fundamenteel voor onze identiteit, maar ook politiek relevant. Of het nu gaat om je oude dag, eetgewoonten en seksuele voorkeur of je houding ten opzichte van werken, ecologische problemen en vreemde culturen. Lifestyle politics gaan over zelfontplooiing, iets waar politici te weinig oog voor hebben.

Kunt u een concreet voorbeeld geven?

De meeste Europese landen hebben een primitief idee over ouder worden: als je oud bent, kun je niets meer en is je rol uitgespeeld. Maar ouder worden is geen passief proces meer, en het gaat minder gepaard met aftakeling. Ouderen hebben vaardigheden en hebben veel te bieden aan de jongere generaties. Een vaste pensioenleeftijd sluit niet aan bij die nieuwe realiteit, het maakt mensen afhankelijk en tast hun gevoel van eigenwaarde aan. Ouderen moeten gezien worden als een bron van kennis, in plaats van als een probleem. Ook in de gezondheidszorg moeten we experimenteren met de betekenis van ouder worden. 90 procent van de leeftijdsgebonden ziekten blijkt het gevolg te zijn van een specifieke levensstijl. Er is dus meer nodig om een gezonde oude dag te stimuleren. Het ouderenthema is meer dan een kwestie van centen.

Bij een afternoon tea naar goede Britse traditie, maakt Giddens een laatste bedenking. “Ik krijg nu meer kritiek, maar het is belangrijk dat we onze kennis over de wereld naar de politiek overbrengen. Fenomenen als globalisering en lifestyle hebben enorme implicaties, maar politici ontdekken ze nu pas. Ze hebben alles te veel in links en rechts verdeeld. Veranderingen inzake seksualiteit en voortplanting, relaties, de verhouding tussen werk en gezinsleven, of onze eetgewoonten overstijgen die tegenstelling. Nee, de politiek heeft nog heel wat werk met lifestyle.”

‘The Third Way’ verscheen in het Nederlands bij Uitgeverij Houtekiet als ‘Paars. De Derde Weg.’ 176 blz., 690 fr.

Wim Denolf / Foto Lieve Blancquaert.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content