Lene Kemps
Lene Kemps Lene Kemps is de hoofdredactrice van Knack Weekend.

Ze wordt door de buitenlandse pers bewierookt als ?de Armani van de avant-garde” of ?de meest toonaangevende ontwerpster van deze tijd”. Ann Demeulemeester proest en zegt : ?Allez”.

Lene Kemps

Vier jaar geleden koos Ann Demeulemeester na seizoenen van intimistische presentaties voor een defilé. Door haar perfectionistische aandacht voor het kleinste detail zijn die defilés altijd fascinerend, soms zelfs verstorend. Het zijn niet alleen de kleren, maar ook de beelden die je bijblijven. Duistere meisjes, sterk en tegelijkertijd fragiel. Met het geven van defilés nam de internationale erkenning gigantische proporties aan. Women’s Wear Daily verklaarde haar heilig en doopte haar Saint Ann, our lady of Antwerp. Patroonheilige van het deconstructivisme. Vanwege de bijna religieuze verering waarmee haar ?volgelingen” over haar praten, en de trefzekerheid waarmee ze haar silhouetten neerzet.

Voor het bedrijf Ann Demeulemeester is er veel veranderd. Een nieuw atelier, meer personeel, een grotere omzet, meer verkooppunten 150 zijn het er nu, wereldwijd. Voor Ann Demeulemeester is de kern dezelfde gebleven : ?Mijn opdracht is : een goede collectie maken, het beste van mezelf geven. De druk en verwachtingen worden groter, maar de stress van een nieuwe collectie blijft. Of er nu tien of honderd mensen naar me kijken.”

Toen ik belde voor een afspraak zei u : ?Ik geef je twee uur, dan maak ik maar een blouse minder.”

Ann Demeulemeester : Dat was een grap, maar op cruciale momenten is het wel zo. Elke minuut moet opleveren.

Dat moet een ontzettende druk zijn. Wat doet u om te ontspannen ?

Demeulemeester : Vroeger was ik maniakaal. Ik bleef maar doorwerken. Nu besef ik dat ik efficiënter functioneer als ik momenten van ontspanning inbouw. Dat klinkt logisch, maar voor mij is het een recente ontdekking. Ik heb geleerd om één dag per week afstand te nemen, de deur achter mij dicht te trekken en te zeggen : genoeg ! Die dag breng ik met mijn man en zoontje door, dan lees ik een boek, ga ik naar de bioscoop, dat soort dingen. Nadien kijk ik met een frisse blik tegen alles aan.

Panikeert u soms nog ?

Demeulemeester : Paniek bestaat, maar ook daarmee probeer ik op een andere manier om te gaan. Paniek verlamt, en dat kan ik niet gebruiken. Als ik verdrink in het werk, dan pik ik er één ding uit, en dat probeer ik heel geconcentreerd af te handelen. Als je blijft lijstjes maken en jammert : ‘Oeioeioei, ik moet dat nog en dit nog’, dan kom je nergens. Organisatie, kalm blijven, jezelf onder controle houden.

Bent u betrokken bij elk aspect van uw ?bedrijf” ?

Demeulemeester : Oh ja, dat moet. Boekhouding, administratie, kwaliteitscontrole… Ik doe het uiteraard niet allemaal zelf, maar ik weet wat er gaande is.

Uw bedrijf is de laatste vier jaar erg gegroeid. Dat brengt een grotere verantwoordelijkheid met zich.

Demeulemeester : Als ik die vier jaar op één week zou moeten overbruggen, zou ik dat niet kunnen. Maar zoiets evolueert dag na dag. De omzet stijgt en de organisatie groeit mee. Je realiseert je niet welke omvang je firma aanneemt.

En nog steeds autofinancier ?

Demeulemeester : Nog steeds. Het is haalbaar als je het gecontroleerd doet. Elk seizoen reken ik perfect uit hoeveel ik kan verkopen om een vloeiende financiële situatie en productie te garanderen, en ik hou mij aan die cijfers. Snel rijk worden, interesseert me niet. Ik wil een serieus engagement tot een goed einde brengen. Ik voel me verantwoordelijk voor de mensen die voor me werken.

Is het belangrijk voor u om financieel zelfstandig te blijven ?

Demeulemeester : Ik heb geen contracten getekend. Ik heb mezelf nooit gebonden aan fabrikanten, financiers of licenties. Als ik morgen iets anders wil doen, dan kan dat. Ik ben een vrij mens. Als ik verderga, is dat mijn keuze.

Ontwerpers zijn vaak eenzame mensen. Sociaal komen ze in een isolement terecht. Maar ze staan soms ook emotioneel alleen.

Demeulemeester : Dat sociaal isolement, daar kies je voor. Dit vak vraagt zoveel tijd en energie dat je andere dingen opgeeft. Je mag al blij zijn als je een evenwicht vindt tussen je professioneel en je privé-leven. Emotioneel… Ik kan me soms alleen voelen. Maar uiteindelijk ben ik een introvert iemand, ik zoek de eenzaamheid op. Als steenbok ben ik perfect gelukkig een keuze te maken en te leven met de gevolgen ervan.

En er zijn waarschijnlijk mensen in uw omgeving bij wie u uw twijfels kwijt kan.

Demeulemeester : Mijn man Patrick (de fotograaf Patrick Robyn, nvdr) is belangrijk voor me als referentiepunt. Over het onnozelste knoopje zal ik zijn mening vragen. Moest ik alle beslissingen alleen nemen, zou ik ontzettend veel tijd verliezen, want met mijn karakter is goed nooit goed genoeg. Met Patrick erbij is het meteen afgehandeld. Het is fijn iemand te hebben die zo dicht bij je staat en die niet bang is je de waarheid te vertellen. Wij begrijpen elkaar volledig. We zijn zeventien jaar samen, ik begin een zin en hij maakt ‘m af.

Wat betekent het defilé voor u ? Is het een hoogtepunt of een anticlimax ?

Demeulemeester : Het is een enorm opwindend en tegelijkertijd bizar moment. Alsof het iemand anders overkomt, alsof het niet van mij is. Ik ben een half jaar bezig met iets wat op een grote puzzel lijkt, allemaal kleine stukjes. Het geheel dat ze vormen, bestaat alleen in mijn geest. Op het defilé wordt dat beeld in mijn hoofd voor de eerste keer gevisualiseerd. Mijn tekeningen komen tot leven. De collectie is niet meer van ons van mij en mijn team alleen, ze is van iedereen. De kleren wandelen daar en ik heb er geen controle meer over. Ik sta erbij en ik kijk ernaar. Als Alice in Wonderland.

Klopt dat beeld met wat u zich had voorgesteld ?

Demeulemeester : Het overstijgt zelfs mijn verwachtingen. Ik heb altijd zoiets van : waw ! De grote verwondering dat het ons weer een keer is gelukt. Dat defilé is als een bliksemschicht. Pas later, als ik naar de video kijk, kan ik het inschatten. Dan kan ik er bijna naar kijken als naar het defilé van iemand anders. Afstandelijk. ?Allez, hoe ziet dat er nu eigenlijk uit ?”

Kan u die afstandelijkheid bewaren wanneer u artikels over u en uw collectie leest ?

Demeulemeester : Je mag lofuitingen of kritieken niet ernstig nemen. Ik lees ze en ik leg ze weg. De laatste tijd word ik bejubeld, wat vreemd is. Want ik heb niet het gevoel dat ik gearriveerd ben. Ik kan alleen maar denken aan al die dingen die nog moeten gebeuren. Bij elke collectie zie ik zaken die ik wil veranderen, heb ik nieuwe ideeën. Alert en open blijven is de essentie van mijn werk. Als ik morgen het gevoel krijg dat alles perfect is, is de uitdaging weg en hou ik ermee op.

Bij het zomerdefilé hadden de meisjes een haarlok over hun voorhoofd, alsof ze uit de wind kwamen. Waar komt zo’n idee vandaan ?

Demeulemeester : Ik weet nog exact waar dat idee vandaan kwam. Ik reed met Patrick naar Parijs en zat in de auto na te denken wat ik met de kapsels zou doen. Ik probeerde allerlei dingen uit in het make-upspiegeltje, en plots vond ik het : die lok over het voorhoofd. Het gaf iets sterks en mysterieus en dat stond me aan. Het was één beweging, alsof de modellen door weer en wind naar het defilé waren gewandeld.

Uw patroonmaakster vertelde me dat ?beweging” een belangrijk begrip voor u is. Het ligt vaak aan de basis van een collectie.

Demeulemeester : Een collectie begint voor mij altijd met een sfeerbepaling en een beweging. Voor de zomer ben ik vertrokken van het less is more-principe. Het is een cliché, maar ik wilde een doorgedreven eenvoud en puurheid. Daarnaast had ik een tekening gemaakt van een vallende broek. Die twee dingen : meer is minder en die beweging van die broek hebben het beeld van de collectie bepaald.

Het volume van die vallende broek bracht me bij bewegingen die de strakke lijn doorbreken : een drapering over de buik bijvoorbeeld. Het contrast tussen die twee krachtlijnen was voor mij heel spannend en boeiend.

Met de zomercollectie heb ik een cruciaal punt bereikt. De silhouetten zijn doorgedreven puur en zuiver. Ik heb nee gezegd tegen alles wat op decoratie lijkt. Zo ver ben ik nog nooit gegaan. Het is een eindpunt en een nieuw begin. We hebben alle coupes herzien en zijn klaar om op een ander spoor te vertrekken.

In tegenstelling tot Yamamoto die er meer dan genoeg van heeft, bent u trouw gebleven aan het zwart.

Demeulemeester : Zwart is mijn basis en zal dat altijd blijven. Ik vind het mooi en ben niet van plan het in de vuilnisbak te gooien. Het is niet de enige kleur voor mij, ik wil me niet beperken, maar het blijft een constante.

Dat er voor de zomer veel zwart is, lijkt me evident. Met less is more als uitgangspunt, is het logisch dat zwart belangrijk wordt. Dit is geen collectie die ik wil verstoren met opvallende kleuren en motieven.

Veel ontwerpers trekken het begrip ?mode” in twijfel. De consument lijkt er niet langer in geïnteresseerd. Is mode nodig ?

Demeulemeester : Nodig is het niet. Je bent perfect gekleed in een jeans en een T-shirt. Dat zijn mooie kledingstukken waar niemand aanstoot aan neemt. Maar goed, wat is nodig ? Het is niet nodig een schilderij aan je muur te hangen. Je hoeft niet lekker te koken en de tafel mooi te dekken. Alles wat cultuur is, wat het louter praktische overstijgt, heb je eigenlijk niet nodig.

Dat klinkt ontmoedigend. Want waar doet u het dan voor ?

Demeulemeester : Dat is inderdaad het enige wat ik me soms afvraag : kan ik al mijn energie niet beter steken in iets wat helpt, wat nut heeft. Maar wat heeft nut ? Dan moet ik voor het Rode Kruis werken, of voor Artsen zonder Grenzen, dan moet ik levens redden. De gedachte die me vrede geeft met mijn werk is me thuis met de paplepel ingegoten : je moet het beste van jezelf maken, je moet je talenten gebruiken. Dit is wat ik goed doe. Ik maak kleren die op een persoonlijke manier iets betekenen in het leven van andere mensen. Dat weet ik, want die reacties krijg ik. Vrouwen zeggen : ?Ik voel me zo goed als ik die blouse draag”, en daar doe ik het voor.

Als bedrijf voelt u blijkbaar weinig van de crisis, maar u wordt er waarschijnlijk wel mee geconfronteerd.

Demeulemeester : Het is een beetje survival of the fittest. Als bedrijf kunnen we de crisis opvangen, maar dat maakt de toestand niet minder erg. Ik zie dat sommigen in de branche problemen hebben fabrikanten, leveranciers, winkels en dat is voor iedereen pijnlijk. Toen ik acht jaar geleden begon, verklaarde iedereen me gek : ?Een eigen collectie ? In deze crisis ? Dat lukt nooit.” Maar ik denk dat het nu nog moeilijker is. Als ik hoor dat al die modetijdschriften van de markt worden genomen, dan begin ik me toch zorgen te maken. Dat is telkens een stukje cultuur dat verdwijnt.

Waar ik bang voor ben, is dat originaliteit en creativiteit wegvallen en dat we altijd maar oppervlakkiger worden. Je kan kleding niet vergelijken met auto’s, maar in die sector is het al zo ver. Alle wagens komen uit dezelfde windtunnel en hebben nauwelijks nog karakter. Het wordt economisch gezien heel moeilijk om individualiteit en originaliteit te produceren. Functionaliteit en een goede prijs primeren boven het esthetische. Dat is jammer.

Ik ben me ervan bewust dat dit een complex probleem is. Een functioneel product is goedkoper, democratischer. Maar moet het democratische het artistieke uitsluiten ? We verliezen vakmanschap en schoonheid.

Het draait waarschijnlijk rond de prijs. Mensen kiezen voor goedkoop.

Demeulemeester : Er wordt minder gekocht, dat is duidelijk. Mensen zijn veeleisend. Als iets duur is, worden er terecht hoge eisen en verwachtingen aan gesteld. Maar is goedkoper kopen dé oplossing ? Koop je niet beter één ding waar je perfect gelukkig mee bent, dan tien goedkope stuks ? De mens consumeert graag, uit gewoonte. Als we terug esthetischer worden, maken we misschien bewustere keuzes. Uiteindelijk heb ik een heilig vertrouwen in het feit dat de mens schoonheid en cultuur nodig heeft. We bestaan niet alleen uit een lichaam, maar hebben ook nog een geest die gevoed wil worden.

Bijna elke modemaker verhuist met zijn productie naar lagelonenlanden. U blijft in België en Italië.

Demeulemeester : Bewust. Dat is ook het antwoord op de vraag die ik altijd krijg : waarom zijn uw kleren zo duur ? Omdat ik ze laat maken door mensen die ik correct betaal. Ik wil geen kinderarbeid aan vijf frank per uur om op de Meir een goedkoop jurkje te kunnen hangen, daar zou ik me niet goed bij voelen. Er is hier al zoveel werkloosheid en nu gaan ook de laatste confectieateliers nog dicht. Ik kan daar moeilijk mee leven. Patrick was op zoek naar iemand die handschoenen zou kunnen maken. Drie jaar geleden waren er nog drie fabrikanten. Nu is er nog één, die uitsluitend grote series levert. Dat is toch om te huilen.

Bij het zomerdefilé liepen er mannen mee. Een mannencollectie stond al lang op het programma.

Demeulemeester : Het was mijn bedoeling om de collectie voorzichtig te plannen en eraan te beginnen als de tijd rijp was. Maar dan komt het er natuurlijk nooit van. Dus dacht ik : ik doe het gewoon. Als ik de collectie afkrijg, toon ik ze. Indien niet, dan is het voor volgend seizoen.

Ik stelde de mannencollectie uit omdat ik het gevoel had dat ik er een concept voor moest verzinnen, en daar heb ik nu een oplossing voor gevonden. Mijn uitgangspunt was niet : ik wil een mannencollectie ontwerpen, met alle modeaspecten vandien, maar : ik ga een mannengarderobe maken. Toen werd het plots simpel : wat heeft een man nodig ? Broeken, jasjes, hemden, T-shirts, een paar schoenen en voilà. Ik dacht : als ik er dezelfde gevoeligheid kan inleggen als in mijn vrouwenkleren, dan is het oké. En dat is blijkbaar gelukt. Niet alleen de mannen in mijn omgeving die me al jaren de oren van het hoofd zeuren maar ook de winkels hebben er positief op gereageerd, dus dat is fijn.

Er werd meteen naar Nick Cave verwezen.

Demeulemeester : Ja, vreemd hè. Ik ben al jaren fan van Nick Cave en blijkbaar voel je dat. Hij heeft trouwens kleren gevraagd voor een videoclip. Zulke dingen vind ik nog steeds plezant.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content