Anita Roddick : Ik wil geld verdienen om anderen te helpen

Ze begon in 1976 met schoonheids-

producten in haar keuken, nu is Anita Roddick wereldwijd bekend als stichter van ‘The Body Shop’ en een van de rijkste vrouwen van Groot-Brittannië.

:: www.anitaroddick.com

:: Knack Weekend reisde naar Engeland met de Eurostar. Heen en terug naar Londen kan vanaf 80 euro.

Info en reservering : 02 528 28 28 of www.eurostar.com

Gelezen in een Engelse krant : Anita Roddick begint haar eigen kledinglijn. Een met schone handen : er zal geen kinder- of slavenarbeid aan te pas komen. No Shop zal het merk heten. “Maar het zit voorlopig even in de koelkast”, zegt ze als we op een ochtend tegenover haar zitten in het Zuid-Engelse Chichester. “Het is een langzaam proces. Het idee moet nog rijpen. De patronen moeten nog gemaakt worden, de stoffen gekozen.”

Intussen haalt Roddick, klein, slank en nog altijd mooi, haar No Shop-map uit de kast : “Dit is mijn uitgangspunt.” Ze toont een plakboek met zwart-witfoto’s van Pablo Picasso in shorts, Marilyn Monroe in een capribroek, Humphrey Bogart in een trenchcoat. “Basisspullen, degelijke klassieke stukken moeten het zijn. Maar ze zullen onder geen enkel beding in sweatshops vervaardigd worden. Geen illegale werkplekken, geen enkele vorm van uitbuiting. Uitsluitend fair trade. Ik wil bewijzen aan de modewereld dat je ook goedkoop mooie kleren kunt maken, zoals ik dat met schoonheidsproducten deed. Nu wordt negentig procent van de kleding in lagelonenlanden gemaakt onder schandelijke, mensonwaardige omstandigheden, meestal door jonge vrouwen en kinderen. Vrouwen in Bangladesh hebben mij verteld dat ze willen evolueren van slavernij naar armoede, dat zou voor hen al een hele vooruitgang zijn. Zeer waarschijnlijk zal ik mijn kleren daar ook laten vervaardigen, maar ik zal de mensen fatsoenlijk betalen. Ik wil de productie zo organiseren dat iedereen er beter van wordt.”

U liet toch ook vaak de producten voor ‘The Body Shop’ maken in lagelonenlanden ? En u betrok er ook ingrediënten zoals cacaobonen, notenolie, zeewier…

Anita Roddick : Jazeker, maar ik had persoonlijk contact met die mensen, wij deden alles in overleg. En ik betaalde ze naar behoren, ze verdienden er hun brood mee, konden schooltjes bouwen voor hun kinderen, ze gingen erop vooruit. Ik had altijd eerlijke handelsrelaties met de derde wereld. Trade Not Aid is mijn slogan : handel als hulp.

Geen dream creams

Het verhaal van Roddick en The Body Shop is een onwaarschijnlijke successtory. AnitaParelli, zoals haar echte naam luidt, was een kind van Italiaanse immigranten. Haar ouders hadden een werkmanscafé, van het soort dat fish and chips en aanverwanten serveert van de vroege ochtend tot diep in de nacht. Die vier kinderen van het gezin sliepen in één kamer, zodat de andere kamer verhuurd kon worden. Anita werd lerares Engels en geschiedenis, maar al gauw kreeg ze de reiskriebels en pakte ze haar rugzak. Ze werkte een poos in Genève voor de Verenigde Naties, afdeling Vrouwenrechten. Toen trok ze de wijde wereld in. Israël, Nieuw-Zeeland, Australië, Polynesië, Afrika… Ze was pas terug thuis toen Anita’s moeder haar voorstelde aan de Schot Gordon Roddick. Vier dagen later trok ze bij hem in. Drie maanden later was ze zwanger en verliefd. Drie jaar later had het stel twee dochters, Justine (°1969) en Samantha (°1971), en waren ze getrouwd. Het jonge koppel probeerde een beetje van alles : schilderijlijsten, een restaurant, een hotel. Zonder veel succes. Toen haalde Gordon het in z’n hoofd om een oude droom waar te maken : te paard van Buenos Aires in Argentinië naar New York. En daar zat Anita met twee kleuters. Ze had in een tabloid gelezen dat de actrice Julie Christie haar eigen schoonheidsproducten maakte met eieren en avocado, en bedacht dat ze dat ook kon.

En zo zat ze in 1976 aan haar keukentafeltje in Brighton. Uit twee emmers schepte ze Aniseed en Pork Scratching Facial Scrub in de allergoedkoopste potjes die ze kon vinden : plastic schroefdopflesjes waarin dokters en ziekenhuizen urinestalen bewaren. En ze bedacht nog andere producten. “Ik had tijdens mijn reizen ontzettend veel geleerd over de schoonheidsproducten die vrouwen wereldwijd gebruiken”, zegt ze. “Van een vriend leende ik 4000 pond (5687,47 euro, ongeveer 230.000 oude Belgische frank). Dat was het startkapitaal om The Body Shop te openen. Niet veel later wou een vriendin er ook één. En dan nog één. Voor ik het wist, had ik tien Body Shops in Engeland. Nu zijn er meer dan 2000 Body Shops in 52 landen en meer dan 17.000 werknemers.

Heeft u een verklaring voor het grote succes van The Body Shop ?

Het was een briljant idee, al ontstond het uit armoede en puur toevallig. Na de trektocht van Gordon zouden we naar Australië emigreren om daar een ananasplantage te beginnen. Maar dat is er niet van gekomen. Hij werd de flessenvuller omdat ik die vaten niet meer kon tillen (lacht). Achteraf bekeken sloot het concept van The Body Shop precies aan bij de tijdgeest. Ik gebruikte alleen natuurlijke ingrediënten en voerde een duidelijke, geëngageerde politiek : geen dierproeven, geen reclame, geen bewaarmiddelen of andere additieven. Ik deed precies het tegengestelde van wat de schoonheidsindustrie doet. Die werkt met chemisch spul, dure verpakkingen, dure campagnes en ze belooft mirakelen. Wij hebben nooit dream creams verkocht, nooit gelogen, bedrogen of wonderen beloofd. Het enige wat je met je huid kunt doen is : ze reinigen, beschermen en verzachten. Een van mijn gevleugelde woorden is dat er geen betere antirimpelcrème bestaat dan een zonnehoed.

Wanneer besefte u dat The Body Shop echt wel heel groot werd ?

Voor het eerst toen ik een bescheiden winkeltje had in Londen. In de chique buurt van Covent Garden lag het tussen hele dure zaken. En later, toen ik ook een winkel kreeg in België, en een in Zweden. Maar het meest nog in ’84, toen we op de beurs gingen. Dat moment vergeet ik nooit meer. Wij wilden geen big business, maar dat werd het uiteindelijk toch. Bijna buiten mijn wil om. Waar ik wel heel trots op ben, is dat ik zoveel jobs gecreëerd heb. Overal ter wereld heb ik vrouwen aan het werk gezet. Arme vrouwen, alleenstaande moeders, mishandelde vrouwen… Wij hebben hen opgeleid in The Body Shop-filosofie en nu zijn het allemaal zeer gepassioneerde mensen. In onze winkels werd ook altijd actie gevoerd ; tegen atoombommen, tegen oorlogen, tegen racisme, geweld tegen vrouwen, aids…. We werkten samen met Amnesty International, met Greenpeace. Als er petities in The Body Shops lagen, kwamen miljoenen mensen die ondertekenen.

Ik heb een heleboel om trots op te zijn, maar de grootste stommiteit van mijn carrière beging ik in ’94 door er andere mensen bij te halen. Dan krijg je managers die anders denken en de zaak reorganiseren. Het ergste was toen die vreselijke man van Danone kwam, een yoghurtman die alles hervormde. Er vielen ontslagen. En in februari 2002 hebben Gordon en ik ons onder dwang moeten terugtrekken. Nu hebben we allebei een adviserende functie bij The Body Shop.

Hoe erg was dat voor u ?

(geëmotioneerd) Vreselijk ! The Body Shop was my baby ! Zo mogelijk nog erger was, dat mijn aanwezigheid in het hoofdkwartier in Littlehampton ongewenst was. Daarom zit ik nu hier in Chichester, in een klein anoniem kantoor met twee assistentes. Maar ik kijk liefst niet in de achteruitkijkspiegel, ik kijk vooruit. (Haar adviserende functie mag er anders wel wezen : 55 tot 80 dagen per jaar werken, en daarvoor vangt ze zo’n 195.000 pond. Ongeveer 280.000 euro, meer dan 11 miljoen frank.)

U was toen zestig. Was dat niet het aangewezen moment om het wat rustiger aan te doen ? U zou nu een zee van vrije tijd kunnen hebben.

Wat moet ik met vrije tijd ? Ik wil dat niet. Ik wil bezig blijven. Er is nog zoveel werk in de wereld. Ik ben tegen de oorlog, tegen doodstraf, tegen onrechtvaardigheid, tegen slavernij, tegen armoede. Er is heel veel waar ik tegen ben (lacht). Neem nu Disney ( opnieuw zeer ernstig). Hun hele business is fout, het is allemaal hebzucht.

Zegt de multimiljardair… Het klinkt tegenstrijdig : een van de rijkste vrouwen van Engeland die praat als een mensenrechtenactiviste.

Dat bén ik ook. Altijd geweest. Mijn ideeën zijn nog steeds dezelfde, maar mijn inzet wordt altijd maar groter. Dat heeft veel met mijn leeftijd te maken : hoe ouder ik word, hoe radicaler. Zo gaat dat. Op je twintigste wil je gezien worden en dat heeft alles te maken met verleiden. Op je dertigste wil je stabiliteit en zekerheid. Op je veertigste wil je omringd zijn door mensen van wie je houdt. Eens je vijftig bent, is verleiden niet meer zo belangrijk. Dan wil je niet gezien maar gehoord worden. Ook het feit dat ik bekend ben, speelt een rol : mijn protest gooit meer gewicht in de schaal dan toen ik jong, arm en onbekend was. Dus was ik erbij op de top van de Wereldhandelsorganisatie, the battle in Seattle. Daar werd ik net als alle andere andersglobalisten bestookt met traangas, maar de tranen in mijn ogen waren er vooral van schaamte over hoe het met de wereld gesteld is.

Omdat ik steeds radicaler word, heb ik nu een uitgeverij met mijn naam. Ik zoek mensen die over een bepaald onderwerp een essay schrijven, en dat geef ik uit. ( Voor ‘Brave Hearts Rebel Spirits’ en ‘A Revolution in Kindness’ trok ze onder meer andersglobalisten aan, theologen, muzikanten, mensenrechtenactivisten, acteurs, vagebonden en zwervers, aboriginals en homo’s…) Eerst wil ik de uitgeverij Anita Roddick Books uitbouwen, en daarna die kledinglijn .

Op uw lauweren rusten is er blijkbaar niet bij.

Zeker niet : rust roest. Ik wil ook nog geld verdienen. Niet omdat ik dat nodig heb : ik heb geld zat, maar ik geef dat graag weg aan goede doelen. Het liefst wil ik de hele wereld veranderen, maar dat kan helaas niet. Dus ik doe voor kleine groepjes wat in mijn mogelijkheden ligt.

( Anita en Gordon Roddick zouden een fortuin bezitten van 68 miljoen pond. Naar verluidt hebben zij ook nog voor 54 miljoen pond aandelen in The Body Shop. Het paar heeft huizen in Engeland en Californië, ergens een kasteel en een stoet paarden.) Ik zou makkelijk op een Caribisch eiland kunnen gaan rentenieren, maar waarom zou ik ? Ik wil werken, ik wil geld verdienen om anderen te helpen. Niet voor mezelf. En ook niet voor mijn kinderen. Mijn dochters zullen niets van mij erven, dat weten ze. En dat hoeft ook niet. Ze hebben genoeg : een eigen huis, een eigen zaak, aandelen. Justine woont in Californië en werkt voor The Body Shop. Sam heeft een feministisch getinte seksshop in Londen. Net als ik barst ze van ideeën en energie. Ook zij is radicaal. Tijdens de oorlog in Irak organiseerde ze allerlei happenings onder het motto Fuck Bush ! Niet slecht gevonden voor een seksshop, hè ? Sam doet vaak twintig dingen tegelijk. Soms werkt ze me op de zenuwen omdat ze me zit te pushen. Justine is een stuk makkelijker, veel rustiger. Die is meer zoals haar vader.

Over die vader gesproken : jullie zijn nog altijd getrouwd.

Al 35 jaar. Da’s spotgemakkelijk, hoor. Je moet elkaar vrijlaten, niet op elkaars lip zitten. Dat deden wij van in het begin. Ook nu heeft Gordon totaal andere belangstellingen en bezigheden dan ik. Polo en golf, de saaiste dingen ter wereld. Hij doet maar, ik ga niet mee. En hij blijft thuis als ik ga betogen in Seattle of met een zwerver een half jaar door de States trek. Mijn biotoop is niet zozeer de Rotary Club als wel de ngo’s in het Amazonewoud.

Een van de eerste erkenningen die u kreeg was in 1984, de ‘Veuve Clicquot Business Woman of the Year’. Daarna was het hek van de dam. U bent ook eredoctor aan minstens tien universiteiten. U bent tot de adelstand verheven en mag zich ‘Dame of the Order of the British Empire’ noemen.

Ach, allemaal bullshit. Die universiteiten zetten vooral zichzelf in het zonnetje. Het enige voordeel van mijn adellijke titel is dat mijn kinderen zouden mogen trouwen in Saint Paul’s Cathedral (lacht). En nog iets : met al die titels en prijzen word ik beter gehoord als ik mijn mond opendoe.

Tekst Griet Schrauwen

Uit twee emmers schepte Roddick in 1976 Aniseed en Pork Scratching Facial Scrub in de goedkoopste potjes die ze kon vinden : plastic schroefdopflesjes waarin dokters urinestalen bewaren.

“Mijn protest gooit nu meer gewicht in de schaal dan toen ik jong, arm en onbekend was. Dus was ik erbij op de top van de Wereldhandelsorganisatie, the battle in Seattle. Daar werd ik net als alle andere andersglobalisten bestookt met traangas.”

“Ik ben er trots op dat ik zoveel jobs gecreëerd heb. Overal ter wereld heb ik vrouwen aan het werk gezet. Arme vrouwen, alleenstaande moeders, mishandelde vrouwen…”

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content