In “De rode tent” vertelt de Amerikaanse schrijfster Anita Diamant het levensverhaal van Dina, een vrouw die in de bijbel slechts een bijrolletje krijgt. “Ik wou haar een eigen stem geven”, zegt Diamant.

Terwijl in onze regionen volop promotie wordt gemaakt voor het nieuwste boek van de Zweedse Marianne Fredriksson – auteur van de bestseller Anna, Hanna en Johanna – komt uit de Verenigde Staten de eerste roman van Anita Diamant overgewaaid. Beide boeken vertrekken van hetzelfde uitgangspunt en willen een vrouwelijk bijbelpersonage een eigen stem geven. In tegenstelling tot de bekende Maria Magdalena, die de hoofdpersoon is van Fredrikssons nieuwste boek, opteerde Diamant voor de illustere onbekende Dina.

Misschien doen de namen Abraham, Isaak en Jakob hier en daar nog een belletje rinkelen, maar wie herinnert zich uit godsdienst- of andere lessen nog ene Dina? In het bijbelboek Genesis, hoofdstuk 34, staat te lezen dat Dina de dochter was van Jakob en Lea, en dat zij verkracht werd door een prins. Haar broers namen wraak en richtten een slachtpartij aan in de stad die door de prins en zijn vader werd bestuurd. Veel meer dan dàt valt er over die Dina niet te vernemen.

Toch is Anita Diamant er een paar millennia later in geslaagd een wondermooie roman van meer dan 300 bladzijden over haar te schrijven. Ze vertelt hoe Dina opgevoed werd door vier moeders – behalve Lea had Jakob immers ook Rachel, Zilpah en Bilha als vrouw. In het leven van die vrouwen speelde de rode tent van de titel een centrale rol: het was de plaats waar de vrouwen zich drie dagen per maand terugtrokken, tijdens de nieuwe maan.

Diamant beschrijft de tent als een heerlijk oord, waar de vrouwen werden verwelkomd met zoetigheden en op het stro mochten rusten. De rode tent was ook de plaats waar vrouwen kennis en geheimen aan elkaar doorgaven, waar geboorte en miskraam aan de orde van de dag waren en waar jonge meisjes bij hun eerste menstruatie teder werden opgevangen.

“Mijn moeders smeerden mijn handpalmen en voetzolen in met henna. Ze brachten kohl aan rond mijn ogen en parfumeerden mijn voorhoofd en oksels. Ze waren zo aardig voor me, zo ongewoon, zo lief. Ze lieten me niet zelf eten, maar gebruikten hun vingers om mijn mond te vullen met de heerlijkste dingen. Ze masseerden mijn nek en rug tot ik zo soepel was als een kat.”

Anita Diamant, een vaak gelauwerde journaliste die zichzelf progressief-joods en een ‘gelukkige feministe’ noemt, heeft drie jaar aan dit boek gewerkt. Om een samenleving van 1500 v. Chr. te reconstrueren, verrichtte ze heel wat opzoekingswerk in diverse bibliotheken. Ze weet dat verre verleden dan ook op een zeer geloofwaardige manier tot leven te brengen. De Rode Tent is haar eerste roman. Eerder schreef ze verscheidene handleidingen voor de joodse gemeenschap zoals The New Jewish Wedding Book.

Waarom koos u precies Dina als hoofdpersoon?

Anita Diamant: Dina is inderdaad niet erg bekend. In de bijbel gaat slechts één paragraaf over haar. De meeste mensen zijn dan ook verrast als ze vernemen dat dit verhaal in de bijbel staat. Dina zégt ook niks in de bijbel. Dit boek wil haar een stem geven. Daarnaast is haar verhaal dramatisch – het gaat over seks en geweld – en het roept vragen op. Meestal wordt er naar dit verhaal verwezen als naar ‘de verkrachting van Dina’, maar volgens mij was het geen verkrachting. Het leek me dus interessant het verhaal te veranderen en het te vertellen vanuit haar perspectief.

De verkrachtingsversie geloofde ik om verschillende redenen niet. Om te beginnen omdat die jongeman zich niet als een verkrachter gedroeg. Na de verkrachting zegt de prins dat hij van Dina houdt, hij gaat naar haar vader en biedt een bruidsschat aan. Meer nog: hij wil zich laten besnijden. Hij zegt zelfs dat ook alle andere mannen van de stad zich zullen laten besnijden! Dat is toch vrij verbazingwekkend. Verkrachters doen zoiets niet. Verkrachters verstoten achteraf hun slachtoffer. In het tweede boek van Samuel is ook sprake van een verkrachting, maar daar zegt de verkrachter nadien tegen Tamar: ‘Ik walg van je, ga weg’.

Overigens waren het enkel de broers van Dina die beweerden dat ze verkracht was. Je hoort het haar niet zeggen. Ik vroeg me af hoe haar versie van de feiten zou luiden, en volgens mij maakte ze een keuze. Zij was niet iemand die alleen maar onderging, maar die zelf ook besliste. Ik vond het belangrijk erop te wijzen dat vrouwen ook zelf handelden, hun leven in handen hadden. In plaats van een verkrachting, werd het dus een liefdesverhaal.

Dit is ook een verhaal in de bijbel waarover je verontwaardigd bent, en dat is altijd een goed uitgangspunt voor iemand die een verhaal wil vertellen.

Ergert u zich als u de bijbel leest?

Nee, ik erger ik mij niet. Maar verhalen waarin een probleem aan de orde is, smeken wel om een interpretatie. Ze roepen vragen op: wat is er gebeurd? waarom? wat betekent dit? De joodse traditie kent een literaire vorm – midrash, Hebreeuws voor (onder)zoek – die probeert die leegtes in te vullen. Wat gebeurde er met Dina? Waarom reageerden haar broers zo? Volgens oude interpretaties namen de broers wraak, omdat ze het volk wilden verdedigen tegen huwelijken met andere stammen. Die interpretatie staat niet in de bijbel, het is een poging om wàt er staat betekenis en zin te geven. Als joodse kende ik die werkwijze en daar haalde ik het idee voor dit boek. Ik wou een eigen interpretatie maken.

Wilt u wat in de bijbel staat in vraag stellen, door er een totaal andere versie tegenover te plaatsen?

Nee. Eigenlijk heb ik enkel een plot uit de bijbel gehaald en op mijn manier verwerkt. Ik denk niet dat het nodig is om de bijbel te lezen om mijn verhaal te begrijpen: het is historische fictie. Maar ik heb het idee wel ergens geleend en ben ermee aan de slag gegaan. Nee, het boek is zeker niet bedoeld als een commentaar op de bijbel.

Heeft de rode tent echt bestaan?

Ik kan niet bewijzen dat die dààr en in die tijd heeft bestaan, maar in andere culturen bestaan er wel plaatsen waar vrouwen naartoe gaan zolang ze menstrueren: hutten, tenten of andere afgezonderde plaatsen. Die gewoonte maakte deel uit van de premoderne cultuur. Maar de taferelen die ik beschrijf, zijn fantasie. Ik heb het allemaal verzonnen, maar het kàn op deze manier gebeurd zijn, het is niet onmogelijk. Waarom zouden vrouwen die met dezelfde man getrouwd zijn, niet solidair met elkaar kunnen zijn? Als wij terugblikken op die periode, keuren we polygamie af. Maar ik denk dat die vrouwen veel met elkaar deelden. Ik weet ook van mensen die harems bestudeerden, dat daar veel samenwerking bestaat tussen de vrouwen en dat die vrouwencultuur erg sterk is.

Stel je even voor dat je elke maand een paar dagen niet hoeft te werken, maar mag gaan zitten, een beetje babbelen, je voeten op een bankje, en dat je je verder van niemand iets hoeft aan te trekken. Dat klinkt toch aantrekkelijk voor mensen die hard werken. En in die tijd was men voortdurend aan ’t werk. Het hield nooit op. Als je wakker was, werkte je. In de rode tent konden de vrouwen even uitblazen.

U schrijft dat de karavaan zelfs paar dagen halt hield omdat de rode tent moest worden opgezet. Had menstruatie in die tijd dan zo’n invloed?

Dat heb ik verzonnen. Ik weet niet of mannen daarover praatten. Mannen en vrouwen leefden gescheiden van elkaar. In mijn fantasie werd er bij de nieuwe maan gestopt. Ik weet niet of de mannen wisten waarom. Misschien had die halte in hun geest evenveel te maken met de stand van de maan als met het vrouwelijk lichaam.

U vermeldt anticonceptiva als het pessarium en een abortief kruidendrankje. Hebt u daar historisch materiaal over gevonden?

Jawel. In Egypte bestonden er recepten voor contraceptiva. Mensen hebben altijd geprobeerd hun reproductie te controleren. De middelen die ik beschrijf, haalde ik uit lectuur, uit historische documenten. Sommige zaken zijn erg veranderd, maar andere nauwelijks. Als je radeloos bent omdat je geen kind wil, grijp je naar middelen waarvan sommige werken en andere niet, en waarvan sommige zelfs heel gevaarlijk zijn. Dat is altijd zo geweest.

Soms ging het om pure nonsens. Ik las over een bepaalde remedie in Egypte, waarbij men over een vuur moest hurken. Bij een bepaald soort rook zou een jongen geboren worden, een ander soort rook zou tot een abortus leiden. Uiteraard werkte die techniek niet, maar andere middelen waren wel efficiënt. Bepaalde kruiden waren een voorbehoedmiddel; pessariums of andere barrières werkten soms. Ik heb geprobeerd daarin geen fouten te maken. Ik verwijs naar kruiden die in die tijd bekend waren. Over dat soort dingen was in bibliotheken heel veel materiaal uit Egypte te vinden.

In ieder geval heb ik geen heimwee naar die tijd. Ik hou van mijn comfort en van de moderne geneeskunde. Het waren toen harde tijden voor vrouwen. Vrouwen stierven tijdens bevallingen. Ze konden verkocht worden door hun man. Sommige taferelen zijn weliswaar lief en teder, maar het was ook beangstigend en gevaarlijk. Nee, nostalgie zou te makkelijk zijn.

Ik wilde me eigenlijk alleen maar inleven in een heel andere tijd. Ik wilde me proberen voor te stellen hoe het leven in een andere wereld er zou kunnen uitzien – zonder te oordelen.

Vreemd dat in de rode tent geen lesbische relaties bloeiden?

Oh, ik geloof dat er wel aanwijzingen zijn. Ik denk bijvoorbeeld dat Zilpah – die erg geïnteresseerd was in de spirituele wereld – absoluut geen belangstelling had voor mannen. In mijn hoofd was zij wel zo iemand. Jozef is ook een beetje meer voor jongens dan voor meisjes. Over hem wordt in de bijbel ongeveer zes keer gezegd dat hij knap is. Dat viel me op, en dus vroeg ik me af: waarom? Dat hij meer belangstelling had voor jongens had gekund, toch? Bovendien schrijf ik fictie, dus kàn zoiets. Niemand kan zeggen: controleer de feiten! Ik heb geprobeerd er een beetje van alle soorten menselijke ervaringen in te stoppen.

In de Israëlische film ‘Kadosh’ is te zien hoe vrouwen in een strenge orthodox-joodse gemeenschap ten onder gaan. Ze moeten tegen hun zin trouwen, wie kinderloos blijft wordt verstoten. Ook daar lijkt alles nog steeds rond vruchtbaarheid te draaien.

Die mentaliteit bestaat inderdaad bij een kleine groep joden, niet bij de meerderheid. Die wereld is voor mij even vreemd als voor jou. De meeste joodse vrouwen zoals ik, kiezen zelf de partner met wie ze willen trouwen. Ik ben joods maar progressief, niet orthodox. Ik ben wel een actief lid van mijn synagoge, en dat is ook belangrijk voor mij.

Ik heb een paar handleidingen over het moderne joodse leven geschreven. Bijvoorbeeld voor mensen die gaan trouwen en zich afvragen hoe ze dat op een joodse manier – met respect voor de traditie en toch hedendaags – kunnen doen. Die boeken zijn enkel bedoeld voor de joodse gemeenschap in Noord-Amerika.

De rode tent, een verhaal dat zich overigens afspeelt in een tijd dat er nog geen sprake was van joden, richt zich uiteraard tot een veel breder publiek, eigenlijk tot iedereen die graag historische romans of fictie leest. Zoals bekend, lezen overwegend vrouwen romans. Zij vormen negentig procent van mijn publiek, ook al kreeg ik heel fijne reacties van mannen. Een kleine groep mensen reageerde negatief, die vonden dat ik de bijbel of het judaïsme aanviel.

Ik wil wat ik schreef niet met de bijbel vergelijken, maar ik geloof niet dat vrouwen de bijbel hebben geschreven. Als vrouwen de bijbel hadden geschreven, zouden ze zeker hun miskramen vermeld hebben. In die grote familie van Jakob met al die zonen en één dochter, kan het niet anders dan dat tussen al die zwangerschappen iemand een miskraam had, of dat er veel miskramen waren. Als vrouwen de bijbel hadden geschreven, zouden ze zich de kinderen herinneren die ze verloren.

Marianne Fredriksson schreef pas een boek over Maria Magdalena. Toeval of het begin van een nieuwe trend om vrouwelijke versies van de bijbel te maken?

Ik ken het boek van Fredriksson niet, maar het verrast me niet echt. In Amerika is er een nieuwe versie van Moby Dick vanuit het perspectief van kapitein Ahabs vrouw. De grote literaire werken van onze geschiedenis zijn meestal vanuit mannelijk standpunt geschreven. Tijdens de laatste 25 jaar hebben vrouwen op een andere manier over zichzelf nagedacht, ze kijken nu naar al die boeken en vragen zich af wat de vrouwen daarin zouden gezegd of gedacht hebben. Twintig jaar geleden werd in The Mists of Avalon, de legende van koning Arthur ook vanuit vrouwenperspectief verteld. Ik denk dat je onze boeken inderdaad als het onderdeel van een trend kan beschouwen.

Anita Diamant, De rode tent, uitg. De Kern, 320 blz., 690 fr.

Johanna Blommaert / Foto Lieve Blancquaert

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content