Het moest ervan komen: Amanda Lear heeft weer een plaat gemaakt. Komt de discovamp van weleer stilaan tot inkeer? La Lear over iconen, de vrouwen van Hitchcock en het mysterie rond haar persoontje.

Wim Denolf

Oh my God. Dat is het enige wat in me opkomt als Amanda Lear, met twintig minuten make-upvertraging en de nodige zwier, verschijnt vanachter de liftdeuren. Met haar indrukwekkende lengte, 1 meter 85, haar superstrakke jeans en meisjesachtig T-shirt – een rood hart met daarover het opschrift salvation – palmt ze moeiteloos de hotellobby in. De verrassing zit hem echter in haar treffende gelijkenis met Patsy, het personage uit Absolutely Fabulous dat op haar gebaseerd is. Hetzelfde blonde, stijf gelakte kapsel, die massieve, strak geplamuurde kop, dezelfde grote ogen, haar zwarte zonnebril – alleen de obligate sigaret ontbreekt.

“Ik ben een gezondheidsfreak,” zegt de vleesgeworden disco queen. “Ik train elke ochtend, ook als ik om acht uur naar Rome of Parijs vlieg. Mijn buik, mijn achterste, mijn dijen, het gewone werk. Tenminste, zolang het werkritme hoog is. Dan moet ik in vorm zijn, want een dag is te kort om alles gedaan te krijgen. Maar zodra ik geen verplichtingen heb, ben ik een luilak.”

La Lear, “ergens in de early fifties” geboren, een levende legende. Over haar jeugdjaren doen, door eigen toedoen, tientallen versies de ronde: de ene keer is ze opgegroeid in Hanoi of Hongkong, de andere keer in Transsylvanië. Feit is dat ze midden de jaren zestig in Londen belandt, in de armen van Rolling Stones-gitarist Brian Jones. Ze laat zich een eerste keer opmerken in 1965, als ze defileert voor Paco Rabanne en zo de aandacht trekt van Salvador Dalí. “Hij had een afschuwelijke adem, maar hij leerde me de wereld door zijn ogen zien. Voor hem wist ik niks,” zegt Lear, vijftien jaar lang was ze Dalí’s muze en maîtresse.

Begin jaren zeventig behoort ze tot de intimi van Andy Warhol in New York. Het is echter Bryan Ferry die haar in contact brengt met de muziekwereld, als hij haar in ’73 vraagt te poseren voor de hoes van het Roxy Music-album For your Pleasure. Die levert haar dan weer de interesse op van David Bowie. “Hij was niet verliefd op mij, maar op mijn foto. En hij was de eerste partner die meer make-up droeg dan ikzelf,” zal Lear later zeggen. Het stel gaat al na een jaar uit elkaar, maar Bowie helpt de zwaarste vrouwenstem van het noordelijk halfrond wel aan het platencontract dat enkele jaren de zwoele wereldhit Follow me baart.

“Waarom ik altijd zulke mannen heb aangetrokken? Niet met mijn schoonheid in ieder geval,” zegt Lear spottend, “Dalí kon elke chick krijgen. Het was mijn persoonlijkheid, mijn blijdschap en enthousiasme, de positieve energie die ik uitstraal. Ik trek trouwens nog steeds jonge mannen aan. Blijkbaar zijn grote tieten en een mooi gezicht toch niet alles.”

Veertien albums en minstens evenveel flops later, heeft Lear niet veel zin om nog over haar discoverleden te spreken. De diva heeft inmiddels andere bezigheden: ze presenteert al jaren een razend populaire tv-show op de Italiaanse RAI, werkt aan een tweede roman en speelt samen met de Spaanse dansster Blanca Li de hoofdrol in de Absolutely Fabulous-achtige musical The Challenge, die eind deze maand in première gaat op het filmfestival van Cannes.

“Disco is iets van de jaren zeventig, de tijd van glitterfiguren als Grace Jones. Nu zijn mensen nostalgisch naar die periode van onbekommerd feesten en luistert iedereen weer naar dansmuziek, maar ik kijk nooit achterom. Verwacht van mij dus geen Best of, ik wil alleen nog nieuw materiaal zingen. En dat zijn veeleer trage, wat sentimentelere nummers.”

Haar jongste album, Heart, telt er een hele hoop: covers van onder meer Hier Encore van Charles Aznavour, The Look of Love van Burt Bacharach en zelfs Lili Marleen, onsterfelijk gemaakt door Marlene Dietrich. Elders citeert Lear dan weer teksten van Baudelaire en Paolo Coelho. “Ik sla nieuwe wegen in, ik ben meer dan een dance-artiest. Eigenlijk wilde ik niet eens een plaat meer maken. Voor de grote labels was ik toch een has been, afgeschreven. Het was de jongere generatie die me overtuigde, de jonge mensen die aan de plaat werkten. Zij geloofden in me. En nu hermixt Junior Vasquez de eerste single! Het flatteert me dat ik jonge mensen inspireer. Twintig jaar geleden schreven Kraftwerk en Lou Reed nummers voor mij en fotografeerden Pierre & Gilles de hoes van Diamonds for breakfast, vorige week belden de Pet Shop Boys me nog om samen wat te doen. Dan denk ik: why not? Die gasten zijn gespecialiseerd in dode zangeressen.”

De nieuwe plaat is geen eerbetoon, zegt Lear: “Ik heb geen idolen, al heb ik altijd gehouden van soul en rhythm and blues. ( Knipt met de vingers) Zwarte muziek: Tamla Motown, Diana Ross, Billie Holiday. Iets als Lili Marleen zing ik gewoon, omdat de platenmaatschappij Duits is – je weet hoe gek ze daar zijn op blonde vrouwen met een lage stem. De enige échte icoon is voor mij Kim Novak, de ultieme Hitchcock-girl. Zijn vrouwen waren altijd heel koel en mysterieus – zo wilde ik als tiener ook zijn. Nu goed, ik ben een wilde meid geworden ( lacht).”

In de miljoenen zullen de verkoopcijfers alvast niet lopen. Lears fans zijn flink geslonken, al heeft het fenomeen een stevige voet aan wal in homoland. Reden ook waarom Lear een optreden gaf tijdens de jongste Belgische Pride-optocht: “Homomannen zijn het trouwste publiek ter wereld. Voor mij is dat heel belangrijk, vooral nu jongeren van de ene artiest naar de andere zappen. In die zin lijk ik op Cher: dankzij mijn fans overleef ik alle shit. Bovendien is het belangrijk af en toe je stem te laten horen. De jongste presidentsverkiezingen in Frankrijk hebben bewezen dat we niet moeten denken dat alles verworven is. We moeten waakzaam blijven voor ideologieën die intolerantie prediken. Het gevaar is reëel: wat vandaag normaal is, is morgen verboden.”

Hoe ook, Lear heeft wel haar portie drama gehad. Zo brandde vorig jaar haar villa in de Provence af, waarbij haar echtgenoot Alain Philippe Malagnac het leven liet. Lear trouwde met de voormalige producer van Sylvie Vartan in Las Vegas in april ’79, met Twiggy en Sacha Distel als getuigen. Meteen ontstond het gerucht dat Lear zijn dood zelf beraamd had. Het zoveelste gerucht, na de theorie dat Lear in haar jeugdjaren een mannelijke stripper was en Dalí begin jaren zestig een geslachtsoperatie in Casablanca betaalde.

“Het leven was niet altijd goed voor mij,” beaamt Lear, “maar voor de fans is dat niet belangrijk: zij moeten me maar beoordelen op mijn werk. Mensen willen zo graag alles weten – met wie je uitgaat, waar je school liep, wat je allemaal denkt. Eigenlijk hou ik dat liever voor mezelf. Wat heb je er nu aan te weten dat Dietrich een lelijk kind was of wie het haar doet van Kylie Minogue? I couldn’t give a fuck! Maar ik lig er niet wakker van, ik zal nooit een rechtszaak aanspannen omdat iemand rommel schrijft. Als publieke figuur moet je dat aanvaarden, anders word je beter kruidenier. Kritiek en hysterie horen erbij. Het enige wat me echt kwaad maakt, is internet. Dat staat niet alleen vol met pornografie en pedofilie, maar ook met leugens en foute informatie over mezelf, en daar kan ik niets tegen beginnen. Mocht ik president zijn, ik zou het meteen bannen.”

Nochtans had Lear zelf een aardige hand in alle mysteries. In de glamrock-periode, begin jaren zeventig, waren seksuele ambiguïteit en androgynie immers uiterst modieus, en dus was Lear de laatste om de twijfels over haar lage stem uit de weg te ruimen. Nu luidt het dat het een door Dalí bedachte publiciteitsstunt was, al kan de diva het nog steeds niet laten: “Ik cultiveer helemaal niks, ik heb niets te verbergen. Maar toen ik trouwde en besloot een naaktsessie te doen voor Playboy, waren de mensen teleurgesteld. Want ik was ‘gewoon’ een vrouw, met schaamhaar en alles erop en eraan. Ik was zoals alle anderen, en dat was duidelijk niet de bedoeling. Blijkbaar houden mensen niet van normaliteit, ze hebben liever freaks, mysterieuze creaturen die van Mars komen. Misschien was die reportage een vergissing, al was het wel de eerste keer dat Playboy met een transseksueel werkte.”

De jongste jaren komt Lear echter tot inkeer, onder meer door te schilderen. “Ik was nog niet succesvol als schilder, maar ooit hoop ik het fulltime te kunnen doen. Het zou leuk zijn als ik zo de huur zou kunnen betalen ( een Lear kost algauw 10.000 euro). Uiteindelijk vind ik dat veel leuker dan zingen en optreden. Een plaat maken is teamwerk. Als die goed is, is dat niet mijn fout. Als ik schilder, zit ik helemaal alleen voor het canvas, er is niemand om je advies of aanwijzingen te geven. Het komt echt uit jezelf. Schilderen is een lonely affair.”

Voor de onmiddellijke toekomst heeft Lear maar twee doelstellingen: “Koken! Ik krijg graag mensen over de vloer en ik wil een goede gastvrouw zijn, maar dat is een kunst. Voorlopig kom ik niet verder dan salades. En ik zou graag een goeie plaat maken. Ik heb al zoveel slechte gemaakt, één goede voor ik dood ben, zou leuk zijn.”

“David Bowie was niet verliefd op mij, maar op mijn foto. En hij was

de eerste partner die meer make-up droeg dan ikzelf.”

“Blijkbaar houden mensen niet van normaliteit, ze hebben liever freaks,

mysterieuze creaturen die van Mars komen.”

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content