Het is waar wat ze over reizen zeggen : dat het je blik verruimt en de oogkleppen optilt van het trouwe trekpaard dat je doorgaans bent. Verandering van lucht doet een frisse wind door je kop en door je zorgen waaien, zodat alles lichter lijkt dan je in de heimat dacht. ’s Avonds, op een terrasje in een zinderende stad, lijkt het piece of cake om je leven in handen te nemen en in de goede richting te dwingen, met blote handen ijzer te breken, die paar kleine beletseltjes ruim je wel op, die dingen tussen woord en daad die alleen in de kop van de kleine burgerman leven. Bij je terugkeer wachten echter weer de syndicus, de auto die ‘precies minder goed trekt’, de ministers die nog steeds ontslag nemen alsook brieven van maatschappijen met ongeïnspireerde of te swingende namen, die je aanmanen om te betalen voor schimmige rechten waarop je nooit daadwerkelijk aanspraak kunt maken.

Reizen is voor de meesten van ons een verfrissende bezigheid, ondanks de vaststelling dat een reuzenhand onverdroten bezig is schellekes eenheidsworst te versnijden over de steden van de wereld. Reizen blijft een groot genot, en een prima manier om de schrik te bezweren : schrik om uit te doven of om tot stilstand te komen. Schrik voor de beperktheid van onze dagen. Schrik voor de vergrijzing en voor de vergeling. Schrik voor de verrechtsing, schrik voor de veronelinisering, schrik voor komkommers en sojascheuten en schrik voor beleggers die bij het minste nerveus worden.

Zeven miljard mensen met die ingebakken drang : zoveel en zo snel mogelijk heen en weer te rennen, springen, vliegen, duiken, varen, rijden en door elkaar te wriemelen als een wereldomvattend organisme met een hyperactiviteitsstoornis. Misschien is die rusteloosheid wel waar we écht schrik voor moeten hebben. Dat oude vermoeden van mij zag ik onlangs bevestigd tijdens een toevallig bijgewoonde lezing van de Low Impact Man, u weet wel, die weirdo die probeert de wereld te redden door zijn kleren te wassen op dertig graden. Hij was geestig en inspirerend en confronteerde ons met het groeiende aantal obesen op de planeet, het aantal mensen die vandaag al van honger zijn omgekomen, de hectaren woud die verloren gaan en de diersoorten die voorgoed zijn verdwenen (www.worldometers.info – waarom krijgt milieubewustzijn zo vlug iets autistisch en akeligs ?).

Een grote hond bleek een ecologische voetafdruk te hebben van 1,1 hectare, wat meer is dan de gemiddelde inwoner van Vietnam. Pittoresk was ook de berekening dat de in het auditorium toevallig aanwezige Richard (63) in zijn leven al 1283 dieren had opgepeuzeld, waaronder 18 varkens, 834 vissen, 395 kippen en 36 mysterieuze ‘andere’. Ik vernam dat oneerbiedwaardige lieden momenteel blauwvistonijn opslaan in vrieskamers, erop speculerend dat die veel meer waard zal zijn als hij over luttele jaren is uitgestorven.

Gevraagd naar zijn tips (“iedereen wil altijd tips”, pruttelde hij tegen) kon Low Impact Man kort zijn : minder auto / minder vlees / dak isoleren / groene stroom. Het klonk als een bezwering. Eén tip echter stak met kop en schouders boven alle andere uit : Niet Meer Vliegen. De cliché-Vlaming met 4×4 en ‘hier waak ik’-sticker op zijn afsluithek, maar met jaarlijkse vakantie in Blankenberge, bleek een zachtere voetafdruk te hebben dan de hippe bakfietspapa die drie keer per jaar de kneuterigheid ontvlucht op verre bestemmingen.

Die truth bleek enigszins inconvenient voor de milieubewuste jongens en meisjes uit mijn omgeving die zowat maandelijks door het luchtruim zoeven, de ecologische pootafdruk achterlatend van een streelzachte tyrannosaurus. Enigszins aangeslagen verlieten zij de aula, met het laag profiel van een baasje dat vaststelt geen zakje bij te hebben om de drol van zijn hond op te ruimen. Intussen voelde ik iets prikken ter hoogte van mijn achterhoofd, dat een aureooltje bleek te zijn. Ondanks het talrijke moois dat ik mis, kon ik een plus toevoegen aan mijn toch al aanzienlijke deugden : in vergelijking met vrienden en collega’s zal ik zowat altijd de groenste blijken. Niet door zelfkastijding of versterving, maar door een gelukkige speling van het lot : mijn instinctieve weerzin tegen verre verplaatsingen in het algemeen, en gevleugelde buizen in het bijzonder.

Groener dan iedereen – behalve dan Low Impact Man zelf natuurlijk, en de 95 % procent van de wereldbevolking die volgens hem nog nooit de binnenkant van een vliegtuig heeft gezien. Voor ons nageslacht valt te hopen dat die verworpenen der aarde niet de eerstvolgende zomer zullen ontwaken om zich massaal op de websites met last minutes te storten.

jp.mulders@skynet.be

Jean-Paul Mulders

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content