Als jongens mannen worden
De indianen hadden er een overgangsritueel voor, maar in onze maatschappij is het lang niet meer zo duidelijk wanneer een jongen precies man wordt. Als hij zelf vader wordt ? Of toen zijn balzak scheurde, zoals een schrijver zei ? Wij vroegen het aan enkele bekende mannen, en bundelden de verrassendste antwoorden.
Mannen uit mijn omgeving waren de voorbije maanden niet veilig voor mij. Met de research voor dit stuk als alibi terroriseerde ik het gros van de mannelijke BV’s uit mijn adressenboekje, evenals al mijn vrienden, met die ene prangende vraag : “Wanneer ben je man geworden ?” Een kwestie, zo bleek al snel, waar ze nog maar zelden bij stil hadden gestaan. Om hen met een concreet voorbeeld op weg te helpen én om het ijs te breken, deed ik eerst mijn eigen ‘man-wording’ uit de doeken.
Bij mij was de legerdienst een scharniermoment : ik behoor tot de laatste generatie die het ‘genoegen’ kende om het land te mogen dienen. Het was zeker niet de dril die me tot man schopte – in het militaire hospitaal in het Duitse Soest waar ik ondergebracht werd, was het regime allesbehalve streng -, maar wél de afzondering. Ik stond in de mess van de onderofficieren, en vermits daar in de weekends en zelfs op vakantie- dagen permanentie voorzien was, zat ik soms een maand lang in het verre Duitsland ‘gevangen’. Ik heb er mijn eenzaamste oudejaarsavond ooit beleefd. Omdat ik als student nooit op kot had gezeten, werd ik toen pas écht losgewrikt van pa en ma. Het moment dat ik afzwaaide, kon ik niet meer terug naar af. Ik moest en zou alleen gaan wonen, en had intussen zoveel tijd gehad om te bezinnen dat ik eindelijk wist wat ik met mijn leven aan wou.
Terwijl ik dit verhaal aan mijn seksegenoten prijsgaf, hoopte ik stilletjes dat er nog véél meer mogelijke antwoorden op dé vraag waren dan ‘het soldatenbestaan’ of dat andere cliché, ‘het ontluiken van de seksualiteit’ (“Ik was een man toen de zon weer opkwam”, zoals Rob De Nijs zong in Het Werd Zomer, over een affaire met twaalf jaar oudere vrouw). Eerlijk, ik was aangenaam verrast door de variatie aan replieken. Het ging van medische bulletins (“Ik was veertien toen ik van mijn fietszadel schoot en een zakbreuk opliep. Dat ik vervolgens door een gespecialiseerde ballendokter werd onderzocht, gaf me het gevoel dat ik een echte vent was”, dixit auteur Herman Brusselmans) tot het gebruik van fysiek geweld (“Toen ik elf was, werd ik nogal gepest op school. Tot ik na de paasvakantie een sterke jongen die me uitlachte een gigantische dreun gaf en ik plots respect kreeg”, aldus acteur Manou Kersting).
Anderen ketsten de bal onmiddellijk af : ze beweerden bij hoog en bij laag dat de kwestie hen onverschillig liet. Wat vooral opviel, was dat de overgrote meerderheid van de ondervraagden ronduit aan het twijfelen sloeg. Konden ze zich wel man noemen ? Mijn vraag deed hun verwarring enkel nog toenemen. Is dit een teken des tijds ? Moeten we dan écht de legerdienst herinvoeren om weer onvervalste mannen te kweken ? Serieus nu, de zes mooiste en origineelste verhalen die ik te horen kreeg, voor u geselecteerd.
Davy De Beule
Ik kan onmogelijk één ogenblik aanduiden waarop in mijn geval de jongen man werd. Zoiets gaat heel geleidelijk aan. Wat ik wél al vrij snel inzag, het moet rond mijn zestiende geweest zijn : dat een voetballer alleen staat als het erop aankomt. Je moet, zelfs in de jeugdploegen, zo hard voor je plaatsje knokken dat het vaak échte vriendschap in de weg staat. Een sleutelmoment was toen ik mijn rijbewijs haalde, ik was amper achttien. Dat leek me vooral heel praktisch : ik was daardoor niet langer afhankelijk van anderen om op de trainingen te geraken. Het gaf me een groot gevoel van vrijheid. Voordien kwam ik nauwelijks buiten Hamme, vanaf dat moment heb ik geleerd mijn plan te trekken. Wat me echter nog een pak wijzer heeft gemaakt, is de rechtszaak waar ik vorig jaar in ben verwikkeld geraakt. ( De Beule sleepte zijn toenmalige werkgever Lokeren voor de rechtbank omdat hij uit de ploeg was gezet nadat hij had geweigerd zijn contract te verlengen, PVD.) Dat opende me de ogen : ik kreeg stilaan door hoe de wereld in elkaar zit. Was ik vroeger helemaal gefixeerd op het voetbal, na die juridische strubbelingen kon ik veel beter alles relativeren. Ik heb vijf maanden in onzekerheid over mijn toekomst geleefd, maar ik weet maar al te goed dat die situatie verbleekt bij de ellende die de slachtoffers van een natuurramp treft. Doordat ik mentaal al wat verder stond, heb ik me na die zware periode goed kunnen herpakken. Zonder die klare kijk was ik er misschien onderdoor gegaan.
Davy De Beule is voetballer bij AA Gent
Axl Peleman
Natuurlijk was de geboorte van Thor belangrijk. Maar geef toe dat een man toch als een lompe beer op zo’n bevalling staat te kijken. Je trilt op je benen, die baby komt purper en onder het bloed uit de buik en wanneer je achteraf moe naar huis rijdt, vraag je je af : was dit nu het moment van mijn leven ? Eigenlijk ben je de eerste dagen té verward om veel te voelen. Hét moment waarop ik man werd, was toen ik voor het eerst die kleine in zijn autostoeltje zette. ‘Shit, nu moet ik godverdomme voorzichtig zijn’, flitste toen door mijn hoofd. Ik zweer het : ik heb sindsdien geen enkele snelheidsovertreding meer begaan. Wat wil je, elke keer wanneer ik aan de kant van de weg een houten kruisje zie staan, van een jong verkeersslachtoffertje, komen mijn haren overeind. Het vaderschap verandert je leven niet, je moet hooguit je agenda wat aanpassen, maar in je hoofd brengt het heel wat teweeg. Ik ben meer gaan reflecteren over het leven. Om een stom voorbeeld te geven : vroeger vertikte ik het om afval te sorteren, terwijl ik nu veel bewuster met het milieu bezig ben. Plots plaats je je ouders ook in een heel ander perspectief. Als jonge gast vond ik mijn moeder een zeur omdat ze er altijd op wees dat mijn helm op moest als ik met de brommer ging rijden. Nu weet ik dat die bezorgdheid steek hield. En toch ben ik ervan overtuigd dat een vent nooit zijn kinderachtigheid verliest en een vrouw daarentegen al vroeg volwassen wordt ; dat is voor mij de schoonheid van de twee seksen. Mannen blijven kinderen tot ze sterven. Alleen gaan ze iets meer nadenken wanneer ze zelf een zoon krijgen.
Axl Peleman is muzikant en tv-figuur
Jackie ‘Zaki’ Dewaele
Ik was een stadsjongen, en kwam uit een groot gezin waar een gezonde openheid samenging met een chronisch gebrek aan geld. Ik zag en hoorde veel, en dacht dat ik mijn mannetje wel kon staan. Met mijn vriend M. ging ik geregeld op stap. We hielden er een speelse, maar intensieve vorm van meisjesjacht op na. Vergeet niet dat we spreken over het einde van de jaren vijftig : van anticonceptiva hadden we al wel eens gehoord, maar ze nog nooit van dichtbij gezien, en abortus was nog een dure ingreep waarvoor je in het geniep naar Nederland moest. Toen M. een meisje zwanger maakte, wist hij niet beter dan naar Kongo te vluchten. Het meisje reisde hem echter vastberaden na, en ze trouwden in het verre Katanga. Het huwelijk was een kort en ongelukkig bestaan beschoren, of wat dacht je ? Dat was het moment waarop ik, de streetwise jongen, een man werd met een gevoel voor verantwoordelijkheid. De wetenschap dat het leven je klappen zal uitdelen, werd plots heel tastbaar. Dat besef is de bron van het geluk. En je bent pas een man als je weet hoe je met het geluk moet omgaan.
Jackie Dewaele is radio- en tv-maker en auteur
Tom Coninx
Eigenlijk wíl ik geen man worden, maar je kunt dat niet tegenhouden. Het is een fabeltje dat je er een vrouw voor nodig hebt. Een keerpunt voor mij was toen ik in ’98 bij Studio Brussel begon te werken. Voordien neigde ik naar een ‘we zullen wel zien’-houding, en hoewel ik dat toch een beetje wil behouden, ben ik door mijn job meer mijn verantwoordelijkheid gaan opnemen. De start van Sporza in de zomer van 2004 was nog zo’n stap. Hoewel ik achter de schermen goed gecoacht werd, was het alsof ik zonder reddingsboei in het water werd gegooid. Rond dezelfde tijd verloor ik een goeie maat in een motorongeluk. Iets wat me aan het denken zette : zoiets kan mij ook overkomen. Niettemin hou ik net van de sportwereld omdat daar de illusie wordt gevoed dat je eeuwig jong kunt zijn. Sporters krijgen een alibi om te blijven spelen. Volwassen mannen die in korte broek over een veld draven en die zo uitgelaten kunnen zijn als de bal tegen de netten gaat. Mooi om te zien, toch ? Het zijn jongens-onder-elkaar : ze trainen, winnen en lachen samen, en nemen elkaar in de maling. Het is typisch dat ze pas beseffen wat een schitterende job ze hebben wanneer ze stoppen. Ook dat inzicht hoort bij het man-worden. Tom Coninx is Sporza-presentator
Danny Mommens
Ik wou al heel vroeg man zijn. Ik voelde me dé man toen ik op mijn twaalfde in de lokale krantenwinkel pornoblaadjes ging pikken én betrapt werd. In die tijd was ik de koning van het doolhof in Bokrijk. Ik heb er véél plezier beleefd met, vaak oudere, schoolmeisjes die hun weg kwijt waren geraakt. In die buurt hingen ook machokereltjes van de Chiro rond. Die heb ik een keer goed liggen gehad. Ik pochte dat ik net een meisje had gevingerd. Ik liet hen aan mijn vinger ruiken en ze geloofden me, terwijl ik enkel aan mijn eigen achterste had gekrabd (lacht). Nu ik stilaan de leeftijd heb om mezelf als een volwassen man te beschouwen, merk ik de omgekeerde reflex : ik zou liefst van al het eeuwige jongetje zijn. Zo heb ik pas onlangs mijn kinderdroom waargemaakt en mezelf een kleine motorfiets gekocht. Als jonge gast wou ik zoiets al, maar botste ik op het veto van mijn ouders. Eerlijk, ik weet het niet : ben ik nu een beruchte flierefluiter of een verwarde moderne man ? Enerzijds waan ik me een echte vent als ik in mijn Pontiac zit of als mijn vriendin Els me er attent op maakt dat ik naar vrouwen sta te gapen. Anderzijds roep ik weer op mijn mama als ik met een vreselijke kater wakker word. Waar ik wél zeker van ben, is dat ik graag muziek speel omdat dat iets jongensachtigs heeft. Els en ik hebben geen kinderen, enkel dieren, en dat helpt om je een tiener te blijven voelen. Ik kan me voorstellen dat een vaderfiguur als Axl Peleman al man is geworden, maar ik ?
Danny Mommens is muzikant
Luc Van Acker
Het ritueel bijde indianen om jongeren te stimuleren op eigen benen te staan, heeft me altijd erg aangesproken. Om daar man te worden, moet je de stam verlaten en een daad stellen. Ik ben ervan overtuigd dat het goed is je kinderen de wijde wereld in te laten trekken en een doel te laten najagen. Zelf heb ik op mijn achttiende op mijn slaapkamer een album opgenomen, Taking Snapshots Vol. 1. Ik perste er duizend exemplaren van, sprong mijn R4 in – ik had net mijn rijbewijs gehaald – en doorkruiste Europa om ze eigenhandig aan kleine, alternatieve importzaken te slijten. Het was een heuse overlevingstocht. Ik sliep in mijn auto of bij die platenboeren. Lieve mensen waren dat, de ene verwees mij door naar de andere. De beruchte punkmeidengroep The Slits bood ik een lift van Berlijn naar Oostende aan. Dat gaf toestanden : aan de Oost-Duitse grenspost bijvoorbeeld sprongen die anarchistische meisjes voor de ogen van de gewapende soldaten uit mijn auto om wild te dansen op de muziek die uit hun gettoblaster knalde. Drie maanden en honderd avonturen later kwam ik weer thuis en kon ik het voor de persing van de plaat geleende geld, 50.000 frank, aan mijn moeder terugbetalen. Mission accomplished : ik was nu man. Exact tien seconden later besloot ik weer jongen te worden, en dat ben ik gebleven, ondanks de inspanningen van mijn vrouw. Een vrouw probeert immers altijd haar man opnieuw op te voeden. Het heeft niet gebaat. Geef mij maar mensen die het kind in zich koesteren in plaats van mensen die zich op hun titels laten aanspreken. Mocht iedereen zijn zoals ik, zou de wereld uiteraard vierkant draaien, maar enkele onnozelaars heb je nodig, en laat mij daar maar één van zijn.
Luc Van Acker is muzikant
Door Peter Van Dyck / Foto’s Guy Kokken
Wat opviel, was dat de meeste ondervraagden aan het twijfelen sloegen. Konden ze zich wel man noemen ?
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier