Alles in orde?
De moderne mens ziet het niet meer zitten. Het leven, daar is met momenten geen touw aan vast te knopen. Gebrek aan duidelijkheid is één van de grootste oorzaken van stress.
Mensen willen zekerheid en regelmaat. En ze willen overzicht. Als ze hun zaken niet meer op een rijtje krijgen, beginnen er dingen te haperen. Hun relatie bijvoorbeeld, of hun gezondheid.
Waarom die nood aan klaarheid? En wat gebeurt er als hij niet langer wordt bevredigd? Professor Jacques Claes, erehoogleraar psychologie en emeritus aan de UFSIA, Antwerpen, meent dat mensen tegen veel zijn opgewassen zolang de situatie duidelijk is. In klare situaties zijn de meeste mensen zelfs niet kapot te krijgen. In onklare situaties worden ze echter kwetsbaar en zelfs neurotisch. Die drang naar helderheid is zo oud als de beschaving zelf.
Professor Jacques Claes:”De Magna Charta van het bestaan is dat licht belangrijker is dan duisternis. Duisternis kan leuk zijn, maar bij wijze van contrast tegenover licht. De geschiedenis van de kosmos leert ons dat licht ontstaat bij een bepaalde ordening van de materie. In het begin is de kosmos oerdonker, zoals de zwarte gaten nu nog zijn. In dat beginnende universum komt een eerste ordening tot stand wanneer de protonen (van het Griekse protos, eerste) ontstaan. Dit zijn de eerste bouwstenen van de materie waarrond andere elementen zich op een overzichtelijke wijze kunnen manifesteren. Bij de eerste elementen die rond deze ankers draaien, zijn de fotonen, die licht brengen. Het schijnt een grondwet in de natuur te zijn dat ordening leidt tot licht. Helderheid heeft dus iets te maken met ordening. We zijn evenwel beducht voor dat besmette woord orde, zeker in onze tijdgeest. We weten wat de nazi’s en de communisten ervan gemaakt hebben. En toch snakken we ernaar, want de chaos is het meest vreesaanjagende wat er bestaat. Het Griekse woord voor orde is kosmos. Voor de oude Grieken was het hele leven een strijd tussen kosmos – orde – en chaos – wanorde. Kosmos heeft nog een andere betekenis, namelijk schoonheid. We spreken van cosmetica om het minder mooie te verfraaien. Een goede schikking, een goed ritme leidt dus tot schoonheid.
De Griekse tempel is een toppunt van ordelijkheid die ook leidt tot een hoge vorm van schoonheid. Dat is een van de ankers van de West-Europese cultuur. Ook in de gotiek leidt orde tot schoonheid. De gotiek, ontstaan in Frankrijk rond 1140, is een gewrocht van geometrie. Alles is harmonisch doorberekend. Vanuit haar geometrisch evenwicht is een gotische kathedraal haar eigen luister, zij heeft geen versiering nodig. Helderheid heeft daarnaast ook te maken met eenheid. Als iets te verscheiden en te veelvuldig is, wordt het ondoorzichtig. Het is de passie van wetenschappers om de verscheidenheid in de natuur, die zeer belangrijk is en zonder dewelke we niet kunnen, begrijpelijk te maken vanuit het licht van één theorie (theorie van het Griekse theoreo, schouwen).
De verscheidenheid schouwen vanuit één lichtpunt, dat vergemakkelijkt de zaken. De kwaliteit van ons leven gaat er blijkbaar op vooruit als alles klaar en helder is.
Ja, want deze filosofische maar zeer reële ideeën vinden we terug in de psychologie. En wel op een merkwaardige wijze. Een groot fysioloog-psycholoog uit het begin van deze eeuw, is de Rus Pavlov, die de voorwaardelijke reflex ontdekte. Hij kwam tot de verbijsterende vaststelling dat je een hongerige hond die speeksel afscheidt wanneer hij vlees ziet, ook kunt leren speeksel af te scheiden bij het zien van een rood lichtje. Je moet alleen het vlees en het rode lampje samen aanbieden zodat er een associatie tussen beide tot stand komt. Daarna doet zich het wonderlijke verschijnsel voor dat de hond ook speeksel afscheidt als hij alleen het lampje ziet. Dit betekent dat je bij de hond nieuw gedrag opbouwt dat van nature niet aanwezig is.
Pavlov kwam op het idee om diezelfde hond, tegelijkertijd, dubbel te conditioneren. Deze keer met projecties van geometrische figuren. Bij de eerste projectie, een cirkel op een wit scherm, wordt vlees aangeboden. De hond maakt na een tijd spontaan speeksel als hij de cirkel ziet. Tegelijkertijd bouwt Pavlov een tweede voorwaardelijke reflex op. Hij projecteert een ellips op hetzelfde scherm en koppelt daar een elektrische schok aan. Telkens als de ellips verschijnt, wordt de hond angstig en kwaad, en springt en blaft hij. In het begin is er niets aan de hand. De hond reageert zuiver op beide projecties: hij maakt speeksel of hij springt en blaft. Maar nu laat Pavlov in kleine, haast onzichtbare stapjes de ellips cirkelvormig worden en de cirkel ellipsvormig. De hond merkt eerst niets, hij kan zich verweren in deze dubbele situatie. Maar er komt een cruciaal moment waarop de hond niet meer goed ziet of hij met een cirkel of met een ellips te maken heeft. Hij kan de situatie niet meer beoordelen.
Zolang alles duidelijk is, is hij opgewassen tegen wat komt. Maar komt er tweeslachtigheid in de signalen, dan stort hij in wat Pavlov een kunstmatige neurose noemt. Je kunt dit ook toepassen op mensen. Ik denk dat een vrouw heel goed opgewassen is tegen een vervelende echtgenoot, op voorwaarde dat hij altijd vervelend is. Wee de vrouw met een man die maandag een en al charme is, dinsdag niet aan te spreken, en woensdag zelf niet weet wat hij is.
Speelt gebrek aan duidelijkheid een rol in het ontstaan van stress?
Uit het eenvoudige experiment van Pavlov leren we dat levende wezens tegen veel bestand zijn op voorwaarde dat de signalen in situaties eenduidig en helder zijn. Het wordt heel moeilijk in toestanden van ambiguïteit. Stress is een vrij nieuw verschijnsel. Veertig jaar geleden werd het woord nauwelijks gebruikt. Wat is stress? De term komt uit de metallurgie, en duidt daar op de weerstand van metalen onder hoge druk. Stress in de psychologie heeft te maken met ambiguïteit in de situatie. Mensen zijn goed bestand tegen hoge druk als die druk zich voordoet in een leesbare, duidbare situatie. Maar in situaties waarvan ze niet goed weten wat te denken, wat te verwachten, krijgen ze het moeilijk. De Amerikaanse psychiater Harry Sullivan noemt het grote kenmerk van de hedendaagse mens met een geleerd woord de parataxe. Moderne mensen worden zwaar opgeëist in zeer verschillende richtingen. Ik vertaal parataxe in gevierendeeld worden: een oude doodstraf waarbij iemand aan armen en benen vastgemaakt aan paarden uiteen werd getrokken. Dat gebeurt nu psychisch. We zijn nooit zo opgeëist geweest als in deze tijd. Vrouwen en mannen. Vroeger kon je maar wat aanmodderen, in het bedrijf, in het huwelijk, in de opvoeding. Maar nu moet alles topkwaliteit zijn. Het huwelijk moet topkwaliteit zijn, want anders is het gedaan. De inzet op het werk moet top zijn, want anders vlieg je eruit. De opvoeding van de kinderen moet ook top zijn, want het beste is niet goed genoeg als je er maar een of twee hebt.
En ook als we sporten, moeten we uitmunten. Binnen de kortste tijd weten we niet meer waar we staan. We zien het niet meer zitten. Negatieve, fnuikende stress heeft daarmee te maken. Het leven was vroeger toch veel harder. De mensen werden blootgesteld aan ontberingen. De gemiddelde levensverwachting in Vlaanderen op het einde van de vorige eeuw lag iets hoger dan 40 jaar. Nu spreken we over 79, 80 jaar. We zijn goed gevoed, gekleed, beschut en verzekerd, we hebben een vangnet van sociale zekerheid. En toch zitten we vol stress. Waarom? Omdat de situatie niet meer duidelijk is. Aan de ene kant vinden we het moderne leven fantastisch, en terecht. Maar aan de andere kant vinden we het bedreigend. We weten niet waar we voor staan, wat ons te wachten staat.
Helderheid geeft zekerheid, maar brengt het niet tegelijk onze nood aan avontuur in gevaar? Want mensen zijn toch ook bang voor sleur?
Alles in dit dal van tranen is ambigu, dubbelzinnig. De strijd om het licht, om de helderheid is moeilijk omdat we ten voeten uit ambigu zijn. Ook het avontuur is dubbelzinnig. Er is slecht avontuur en goed avontuur. Er zijn mensen die avonturen beginnen uit wanhoop. Dat is zich werpen in de chaos. Maar avontuur heeft ook een prachtige positieve betekenis. Dat is je storten in het nieuwe, in wat je nog niet kent maar wel hoopt te exploreren. En daardoor wat je wel kent, kunt verrijken. Door avontuur je emotionele, je cognitieve wereld verbreden. Dat is explorerende nieuwsgierigheid waardoor je de wereld beter kunt begrijpen. Want natuurlijk zijn we bang voor sleur. Elke mens moet de sleur in zijn leven bekampen, sleur is dodelijk voor de psyche. Maar de avontuurlijke exploratiezucht moet leiden tot een dieper inzicht in de werkelijkheid, het moet verovering zijn, het mag geen vlucht zijn. De sleur verlaten uit wanhoop en zich storten in uitzichtloos avontuur is destructief. Je moet op avontuur gaan omdat je beseft dat je de werkelijkheid nog maar zeer partieel kent, en omdat je vindt dat de werkelijkheid de moeite waard is. Het is een van de grote krachten van de westerse cultuur dat we zeer nieuwsgierig zijn. We staan voor niets, noch in de kosmos, noch in de microwereld van cellen, genen en chromosomen. Ik bewonder die intellectuele en emotionele exploratiedrift die niemand kan tegenhouden. Ik ben wel bang dat die nieuwsgierigheid ontaardt in machtsdrang. Dan zijn we heel ver van huis. Dan maken we ons zaken eigen om te gebruiken tegen anderen.
In hoeverre speelt het temperament van mensen een rol? Wil iedereen evenveel orde? En evenveel exploratie?
Sedert Marx gevallen is, is Darwin volop in opmars en mag je weer zeggen dat er sterke mensen en zwakke mensen zijn. Iedereen is een beetje van de twee. Het is goed om dit van jezelf te weten. Dat is ook het geheim van een relatie, dat je elkaars zwakten en sterkten kent. In zover we zwak zijn, zoeken we beschutting in de gewoonte en de sleur. Gewoonte beschut mensen. We zijn er bang voor, maar het is wel gemakkelijk. Dat is het grote succes van veel moderne verkoopstechnieken.
Als je waar ook ter wereld een McDonald’s binnenstapt, weet je precies wat je krijgt. Dat is vreselijk, maar het is ook gemakkelijk. We hebben gewenning en sleur nodig, omdat we niet in staat zijn om op ieder moment creatief te zijn. De gewoonte spaart ons veel energie voor de moeilijke momenten. We hoeven niet de hele tijd na te denken.
Autorijden is gewoonte, anders zouden we na een half uur doodmoe zijn. Nu rijden we uren na elkaar en houden we toch energie over voor de kritische momenten, bijvoorbeeld als er plots een obstakel voor onze wielen opdoemt. De gewoonte is dus onze bondgenoot, het is energiespaarder nummer één. Maar we zijn ook beducht, want sleur is een beetje saai, en verveelt. Verveling is verzuipen in het vele, in het gelijksoortige. De opwinding is weg. We haten sleur maar toch hebben we hem nodig. Het komt er dus op aan om veel goede gewoonten te kweken. Dat is op van alles toepasselijk, ook op de opvoeding van een kind. Maar gewenning mag geen cocon worden waarin je jezelf beschut voor het avontuur van het leven. De gewenning moet energie sparen om die te kunnen gebruiken voor de exploratie van het nieuwe.
Natuurlijk zijn er verschillende temperamenten. Ik maak het onderscheid tussen een klassiek temperament en een bohémien-temperament.
Een klassiek temperament ziet de mogelijkheid om telkens het nieuwe te ontdekken in de eentonigheid. Monniken drijven dit ten top. In de ijzeren regelmaat van een monnikenleven geestelijk wakker blijven, boeken schrijven, horizonten openen, dat is prachtig. Je kunt dit ook op het huwelijk toepassen. Er zijn mannen die veertig jaar springlevend blijven bij één vrouw. Die in de eentonigheid, want het is toch altijd dezelfde vrouw, telkens nieuwe aspecten ontdekken. Zo zijn ook de bouwmeesters die binnen de strikte modules van de gotiek creatief bleven en prachtige unieke kathedralen bouwden.
Er zijn andere mensen die meer bohémien zijn. Hun creativiteit bestaat erin te vergeten wat ze hebben en telkens iets nieuws te beginnen. Dat is ook kostbaar, maar het is helemaal anders. Gewaagder, soms schitterend. Ook op het huwelijk toepasselijk. Je hebt mensen die de liefde bedrijven wippend van bed naar bed, en misschien, als ze geniaal zijn, ontdekken ze daarin het diepste geheim van de liefde. Ik weet het niet, want het is niet mijn stijl.
Het mooiste vind ik dat je in de strenge regelmaat van een kader, en iedereen zit in kaders, creatief kunt blijven.
Minstens even dodelijk als sleur in relaties, is de sleur in onze arbeid. Mensen willen zo graag werken maar slechts weinigen zijn echt tevreden.
Een van de grote vragen in elke beschaving is hoe mensen tegenover arbeid staan. Onze grondopvatting over arbeid is ambigu. Dat heeft te maken met erfgoed uit de bijbel. Onze cultuur bulkt van bijbel, of je hem nu leest of niet. Arbeid is het nobelste wat er is. Want wat is het eerste dat we God, Jahweh, zien doen? Werken. Zes dagen aan een stuk, van ’s morgens tot ’s avonds. En wat doet hij? Hij ordent, hij is de oermanager. Hij scheidt het water van het land, de vogels van de vissen, de man van de vrouw. De zevende dag rust hij, hij is moe. Hij kijkt naar zijn werk en hij ziet dat het goed is. Vroeger keek een boer op zondag, in zijn beste pak, ook naar het resultaat van zijn werk, naar zijn land en zijn gewassen.
Tegenwoordig berekent een boer op zondag zijn mestoverschotten. Maar goed, in het paradijs is iets misgelopen. Want de mens is een eigenaardig wezen: we overschrijden altijd grenzen. We gaan altijd te ver. In onze hoogmoed kunnen we niet van die symbolische appel afblijven. We weten dat er zaken zijn die we beter met rust laten en toch gaan we telkens weer te ver. Nu nog. Met genetica en bepaalde voortplantingstechnieken gaan we beter behoedzaam om. Te ver gaan is fantastisch, iedere mens doet het, je moet alleen weten hoe ver je te ver kunt gaan. We zijn dus uit de tuin gezet, de symbolische tuin waar harmonie heerst.
Op dat ogenblik zegt Jahweh: “Gij zult uw brood verdienen in het zweet van uw aanschijn.” Arbeid wordt vervloekt. Grote dubbelzinnigheid. Arbeid is nobel, we hebben er recht op, werkloosheid is verschrikkelijk, en toch zijn we voor die arbeid beducht. Waarom? In elke arbeid zit iets vervreemdends. Je moet in arbeid altijd wel iets doen dat wordt opgelegd, arbeid is niet de hele tijd creatief. Door de mechanisering werken miljoenen mensen zonder nog te precies te zien wat ze eigenlijk doen. Alle helderheid is weg. Ze zijn met een fragment van een geheel bezig, ze zijn een onderdeel van een multinational. Mensen die zelf machine worden doordat ze aan een machine gekoppeld zijn, worden razend. Dat is helaas het lot van velen. Het is belangrijk dat mensen voortdurend worden ingelicht over wat hun bijdrage in het geheel is. De ontstemming over arbeid daalt met de mate waarin je uitgenodigd wordt om mee te werken aan de doeleinden van het bedrijf. Naarmate je uitgenodigd wordt om mee te groeien, vergeet je de vervreemding die gepaard gaat met je arbeid.
Misschien verwachten we te veel van het leven.
Verwachtingen zijn ook weer dubbelzinnig. Ze zijn onze grootste vriend, en onze grootste vijand. Niemand kan zonder leven. Als je van jezelf niets meer verwacht en als er geen mensen zijn die van jou iets verwachten, dan ben je dood. Je kunt misschien nog ademen, maar je bent een levend lijk. Van de andere kant zijn verwachtingen onze vijand omdat we eraan kapot kunnen gaan. Een relatie is niets anders dan een spel van verwachtingen. Als ze realistisch en duidelijk zijn, kunnen we erop inspelen. Dan zijn ze levenwekkend, voegen ze kracht toe. Een vader moet dingen van zijn zoon verwachten, maar dat kan ook destructief zijn. Omdat verwachtingen van anderen ons kunnen vervreemden van onszelf. We worden opgeroepen tot dingen die niet helemaal in onze natuur liggen. Van een kind dat een beetje muzikaal lijkt, moet je niet verwachten dat het een Mozart wordt. Je moet het stimuleren, je mag de lat hoog leggen, maar je mag het niet kapotmaken. De dubbelzinnigheid is zo dat we van verwachtingen leven, maar dat die er tegelijkertijd ook voor zorgen dat we een beetje sterven. Je zult door verwachtingen altijd energie krijgen. Maar door de aard van de verwachtingen van anderen zul je bepaalde dingen niet kunnen doen. Een man kan tot hoge prestaties aangespoord worden door een vrouw die veel van hem verwacht. Die verwachtingen zullen hem echter ook ergens kortwieken. Omdat er zaken zijn die hij zou kunnen doen, maar die buiten de verwachtingen van zijn vrouw liggen. Het ideaal van een relatie is dat er levenwekkende kracht in zit. En die is het grootst als de verwachtingen flexibel zijn. Verwachtingen moeten kunnen ademen. We mogen elkaar niet opsluiten in het beeld dat we van elkaar hebben. Dat is het op de koord lopen in relaties, tussen man en vrouw, tussen kind en ouders.
We schijnen er maar weinig van terecht te brengen als je bedenkt hoeveel relaties stuklopen.
Ik denk dat de mensen vroeger, ondanks hun ontberingen, psychisch sterker waren omdat ze minder verwachtten. Lichamelijk zijn we zeer hygiënisch geworden, we geven geen geurtjes meer af. Maar psychisch zijn we vaak onwelriekend. Waarom? We verwachten te veel. We maken onszelf iets wijs, want het leven is vaak niet zo leuk. In alles is leven en dood gemengd.
Kinderen verwachten veel van hun ouders, maar dat zijn ook maar mensen. Omgekeerd verwachten ouders veel van hun kinderen, maar dat zijn ook maar kinderen. Ouders vergissen zich als ze dat waarin ze zelf mislukt zijn, projecteren op hun kinderen. Verwachtingen moeten steunen op de waarneming van het kind dat je hebt.
Anderzijds moeten ze ook sterk genoeg zijn, een kind moet de prikkel voelen, maar het mag niet tot bloedens toe worden geprikkeld. Mensen verwachten gewoon te veel, te veel van de staat, te veel van de kerk, te veel van justitie. Nu verwachten mensen totale zuiverheid van de overheid. Maar dat is onmogelijk! Er is nooit totale zuiverheid, er is altijd een zekere mate van bederf. De meeste hebben ooit gesjoemeld, met de belastingen, met zwart werk, met een bouwvergunning. Hier en daar is er een totaal zuivere mens, maar geloof me, ze zijn uiterst zeldzaam. Grote universele heiligen, zoals een Franciscus van Assisi, moeten zo geweest zijn. Een man als Ghandi ook.
Is klaarheid in de zaken iets wat van buitenaf wordt geregeld of moeten we die in onszelf zien te scheppen?
Je kunt de duidelijkheid in je leven bevorderen door ritme in je activiteiten. Dat bizarre gedoe om de hele nacht te staan dansen in Thunderdome… Er is een tijd om te slapen en er is een tijd om te waken. Er is licht en duisternis, maar van dat opgelegde ritme heeft de elektriciteit ons verlost. Vroeger was het gemakkelijk, je ging slapen als het donker werd, je stond op met het licht. Ritme is belangrijk, het is de hoeksteen in de opvoeding. Er is een tijd voor gewone dingen en een tijd voor feesten. Het is prachtig als je dit een kind kunt bijbrengen. We proberen van ons leven voortdurend een feest te maken, maar dat gaat niet. Dat is de uitwendige orde. Maar er is ook de inwendige, de geestelijke pelgrimstocht. Dit is lastig voor moderne mensen omdat we zo veel prikkels krijgen. Van alle kanten worden we bestormd, we verzuipen in de informatie. De grote uitdaging is het stichten van een inwendige orde, door geestelijke helderheid, en door het maken van geestelijke keuzen. We leven in de tijd van het syncretisme, het vermengen van wijsgerige en religieuze opvattingen en meningen zonder dat een diepere synthese wordt bereikt. Een beetje van alles is goed, maar het mag niet leiden tot mikmak.
Weet je wat een verschrikkelijk begrip is? Shoppen. Er zijn er die shoppen in religie, in vrouwen, in alles. Ik geloof sterk in helderheid door eenvoud. Andere godsdiensten doorgronden is interessant als ze mij kunnen helpen in het dieper maken van mijn eigen godsdienst. Andere vrouwen zijn interessant als ze de relatie met mijn eigen vrouw helderder en rijker maken. Maar al dat gefladder, dat is gevaarlijk. Geestelijke hygiëne heeft altijd te maken met de zaken op een rijtje zetten: waar ben ik mee bezig. Helderheid veronderstelt keuzes. Kiezen voor één vrouw, voor één gedachtegoed, maar wel zoveel mogelijk verrijkt met alles wat daar rond ligt, niet met oogkleppen op. Mijn zorg is dat we naar een tijd gaan waarin we denken dat we geen keuzes meer hoeven te maken, want we hoeven maar te pakken, te shoppen. We moeten ophouden met te geloven dat we alles kunnen hebben. Helaas, wie alles wil, is niets.
Marianne Meire / Illustratie Stief Desmet
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier