Hirofumi Kurino, een autoriteit in de Japanse mode, getuigt over de metamorfose van een volk. Of hoe een burger hoopvol naar zijn land kijkt, voor en na de ramp.

Eerst even introduceren : Hirofumi Kurino is medeoprichter en creatief adviseur van United Arrows, een Japanse winkelketen met zo’n twintig vestigingen, opgericht eind jaren tachtig in Tokio, met een internationale selectie mannen- en vrouwenmode en huishoudartikelen.

Kurino is een grote meneer. Internationale modemensen – hoofdredacteurs en designers – vragen hem geregeld advies. Hij schrijft gastcolumns in de Japanse bladen. Ook met onze Belgische ontwerpers heeft hij een goede band (hij tafelt al eens bij hen thuis). Sinds 1996 wordt hij door de Antwerpse Koninklijke Academie voor Schone Kunsten vaak gevraagd om in de internationale jury te zetelen van het defilé van de masterstudenten.

Kurino heeft stijl. Hij is lyrisch over de Belgische ontwerpers. Dries Van Noten staat hem. Snapshots van de Japanner verschijnen op The Sartorialist, nog steeds de hipste straatblog. Daar noemen ze hem ” the coolest professor ever !” Een allusie allicht op zijn grijze haren, en bril, in combinatie met een zijden foulard, of een getailleerde trenchcoat.

Wij ontmoetten Kurino voor het eerst in 2009, toen hij voor de achtste keer, en wij voor het eerst, als jurylid present tekende aan de Antwerpse Modeacademie. We bleven hem daarna tegenkomen – de modewereld is klein – en mochten zo al veel bijleren (over obscure Japanse muziek, bijvoorbeeld.)

Identiteit kwijt

Kurino : “Ik was op terugreis van de modeweek in Parijs. Mijn vliegtuig naderde Narita, de internationale luchthaven van Tokio. Toen kondigde een stem aan dat een deel van de luchthaven vernield was door een aardbeving. Onze vlucht zou zijn bestemming veranderen naar Osaka. Ik zag twee scenario’s. Ofwel handelde de vliegmaatschappij voorzichtig, en was er een klein probleem met de landingsbaan. Ofwel was het desastreus, en wist de crew al meer dan ze ons vertelde.”

“In Osaka zagen we de eerste beelden op tv. Geen enkele filmregisseur zou dit scenario bedenken. Wat we zagen, was grootser dan fictie.”

“Daags nadien moest ik met de trein verder naar Tokio. Ondertussen had ik eindelijk mijn vrouw en dochter kunnen bereiken. In Osaka leek het alsof er niets aan de hand was. Mensen dronken, lachten, zongen. Japanners zijn er zuidelijker van karakter. In Tokio lag alles plat, het openbare vervoer, de elektriciteit. Mensen sliepen op kantoor, of wandelden urenlang naar huis. Ze kochten onderweg fietsen, of sportschoenen, om verder te geraken. En ik vroeg me af : wat moet ik hierna in godsnaam doen ? We waren onze identiteit kwijt.”

Zo boos

“Ik kreeg de dagen daarop honderden bezorgde mails van contacten uit Frankrijk, Italië, China, België. Fransen en Italianen reageren nogal hysterisch. Misschien omdat het debat rond kernenergie daar ook actueel is, ze panikeerden harder dan de Japanners. Ik vond dat ik hen volledige informatie moest geven, informatie die de burgers zelf verzameld hadden. We vertrouwden de berichten van de overheid niet, te veel propaganda. Ik wilde een positieve boodschap verspreiden, focussen op het dagelijkse leven. Anders zou de buitenwereld nog meer panikeren, en zouden wij stikken door hun paniek.”

“Ik ben dankbaar voor alle steun die we kregen, maar het was te zwaar. De media klopten de berichten op, grepen de kans om de regering aan te klagen. De beurs ging daardoor op en neer, omdat iedereen dacht dat de hele wereld zou vergiftigd worden. Tegelijk was het een kans om Japans geld te kopen aan een lage koers. Ik was zo boos op al wie zo redeneert in een noodsituatie. Maar dat is de kapitalistische wereld, niet waar ?”

“De belangrijkste les voor mij in dit verhaal is dat de Japanners te veel geloofden in de overheid en de grote bedrijven. Door deze ramp zijn mensen beginnen twijfelen, en zelf op onderzoek gegaan. Japanners zijn eigenlijk nogal grijze muizen. Geen volk van extremen. Maar dit heeft ons gehard, mensen durven nu een mening hebben. Voor of tegen kernenergie. Voor een gezonder leven, of hetzelfde.”

“We moesten beslissen over onze winkels. Alle grote merken hadden hun shop gesloten : Louis Vuitton, Chanel. De Franse overheid stuurde vliegtuigen om de Fransen die in Tokio wonen te evacueren. H&M verhuisde zijn hoofdkwartier van Tokio naar het westen. Begrijpelijk, maar tegelijk draait onze business op het verlenen van een dienst aan de klant. Wij beslisten onze winkels te openen.”

“Maart was een slechte maand, maar in april en mei steeg de omzet. Ook in de regio van de aardbeving gingen de winkels die er nog waren opnieuw open. Zelfs wie zijn huis verloren had en in een opvangtehuis sliep, kwam dingen kopen. En geen goedkope spullen, maar van een goede kwaliteit. Een man met een half verwoest huis mailde om een paar schoenen te bestellen. Dat is zeer opmerkelijk. Alsof de Japanners zichzelf wilden bewijzen en genezen. ‘Ik leef. Ik investeer in mijn toekomst !'”

“De verkoopcijfers van fast fashionketens als H&M en Forever 21 daalden in Japan. Ook die van luxehuizen als Gucci en Louis Vuitton. Maar de cijfers van Uniqlo (Japanse straatketen bekend voor basisstukken) gingen omhoog, net als die van ons. Kwaliteit en een warme service, dat is belangrijk. Op het internet riepen jongeren op om niet meer bij H&M te shoppen, omdat het Tokio ontvlucht was. Ze gebruiken ons als hersenloze consument, klonk het.”

“Met meer dan dertig jaar ervaring weet ik dat mode niet alleen een business is. Het draait om mensen gelukkig maken, betekenis geven aan hun leven, veiligheid. Daarom vertellen we in onze shops altijd het verhaal achter een collectie, zoals die van Maison Martin Margiela, of Dries Van Noten.”

Thank you

“Of ik nooit getwijfeld heb aan een job in de modewereld ? Toch wel. Zestien jaar geleden was er een grote aardbeving in het westen van het land. Ook met duizenden doden en veel materiële schade. Ik heb ermee geworsteld om vrolijk verder te gaan in de modewereld. Maar toen al heb ik ondervonden dat het mensen deugd doet om elkaar tegen te komen in een winkel, en gewoon hallo te kunnen zeggen. Ze willen geen speciale behandeling. Gewoon kalme, dagelijkse service.”

“Hetzelfde geldt voor poëten, schrijvers, muzikanten, schilders, filosofen : ze maken geen brood, geen dekens of water. Mensen hebben geen poëzie nodig om te overleven. En toch is de interesse groot voor dat waar zij mee bezig zijn. In het tsunamigebied is een boekenwinkel na twee dagen weer opengegaan. Zonder dak, noch muren. Er stond enkel een tafel met boeken op, en de mensen kwamen langs. Een van de meest verkochte boeken behandelde how to write a thank-you letter. De bevolking uit het rampgebied ontving zoveel liefde dat ze hun dank wilden uiten en er een boek over kochten. Dat is toch een ongelooflijk verhaal.”

“Ik zie er een groter kantelmoment in. Elf maart was niet alleen het begin van een ramp. Het is de grootste culturele revolutie van Japan, sinds we de Pacifische Oorlog (Tweede Wereldoorlog) verloren in 1945. Ik geloof dat het ons leven op een positieve manier zal veranderen, en van daaruit de hele moderne wereld.”

“Het is ook de politieke boodschap die invloedrijke Japanners als Murakami, die miljoenen boeken verkoopt, verspreiden. Bij recente lokale verkiezingen hebben wij Hosaka verkozen, een rationele, eerder links radicale politicus die tegen kernenergie is. We moeten het systeem veranderen. Er zijn kleinere energieleveranciers nodig. En dat is nog maar één stapje. De vraag is of Hosaka een grote invloed zal hebben op onze eerste minister Kan. Hij is eigenlijk een domme man. Soms zijn de machtige personen zo dom, en de gewone burgers zo verstandig. Kijk naar Berlusconi, komaan zeg.”

“Japan heeft een catastrofe moeten meemaken om wakker geschud te worden. Maar de rest van de wereld kan leren van onze mentaliteit. Japan heeft toch nog altijd internationale invloed. Ik hoop dat dit wereldwijd een trigger is geweest.”

“Weet je, het gaat om een groter verhaal. Ons moderne streven naar vrijheid en onafhankelijkheid is in de twintigste eeuw de drijvende motor geweest achter politiek, economie, kunst en wetenschap. Dat is eigenlijk zo sinds Descartes : het idee dat we door intelligentie en logica alles aankunnen. Dat is een heel westers mensbeeld, God is dood. Maar de natuur is nog altijd zo groots, die kunnen we niet overwinnen.”

“In Japan hebben we aardbevingen, orkanen, tyfoons. We worden regelmatig aan de natuur herinnerd. We weten dat alles eindig is, dat is onze zenfilosofie. Daarom vieren we in maart ook altijd de bloei van de kersenbloesem. Het symbool van nieuw leven. Dan drinken we sake en zingen we.”

“In februari stierf mijn moeder. We hebben een boeddhistische ceremonie gehouden. Die draait niet rond afscheid nemen. Het is veeleer een ‘bedankt en tot ziens.’ Een vorm van onsterfelijkheid, ik draag haar met me mee. Ik voel me daardoor sterker en positiever. Alleen de natuur kunnen we niet overwinnen. We moeten veel nederiger worden. De mens is een zwak ras.”

www.united-arrows.co.jp

DOOR ELKE LAHOUSSE . PORTRET DIEGO FRANSSENS

“Japanners zijn eigenlijk nogal grijze muizen. Maar dit heeft ons gehard, mensen durven nu een mening hebben. Voor of tegen kernenergie. Voor een gezonder leven, of voor hetzelfde.”

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content