ALISON EASTWOOD Met zo’n naam mag je geen slechte dag hebben
Je maakt het niet vaak mee dat de zoon of dochter van een filmster uit diens schaduw treedt. En zeker niet als dat gebeurt in een film die door pa of ma wordt geregisseerd. Maar de rol van Alison Eastwood (25) in de nieuwste prent van papa Clint is veelbelovend. Een interview.
M idnight in the Garden of Good and Evil is een zedenschets gebaseerd op de gelijknamige bestseller van John Berendt, en draait rond een moordzaak in het Amerikaanse provinciestadje Savannah. Boek en dus film zijn bevolkt met excentriekelingen, gespeeld door onder meer John Cusack en Kevin Spacey.
Wauw, dat leren rokje is wel heel kort.
Alison Eastwood: Wat opmerkzaam. Ben je van de modepolitie?
Je bent model geweest. Combineer je het nu met acteren?
Ik ben maar heel even model geweest. Toen ik begon, was ik al meteen op mijn retour. Ik was namelijk al 22 toen ik naar Parijs ging. Daar kreeg ik te horen: “Zeg dat je 19 bent.” En ik meteen: “Tjonge, wat ben ik oud!” Ik heb het vooral gedaan omwille van de ervaring: een jaar in Parijs wonen, wat geld verdienen en reizen. Ik had daar toen een vriend en dat gaf ons de kans om samen te wonen. Maar nee, ik ben nooit een echt model geweest. Ik vond het trouwens niet leuk. Het draait uitsluitend om hoe je eruitziet. Veel stelt het niet voor.
Voor de meeste vrouwen is dat Hollywood: hoe je eruitziet.
Dat klopt, maar het is lang niet het enige. Knap zijn doet er niet toe: als je niet kunt acteren, geen persoonlijkheid hebt of niets uitstraalt, dan ben je er niks mee. Tenzij je natuurlijk enkel in Baywatch aan de slag wil. Een paar inplantingen kunnen dan wonderen doen. Maar als je echt succes wil hebben en het wilt maken, moet je iets bijzonders hebben en dat naar boven laten komen. Hoe je eruitziet helpt natuurlijk, maar heel wat vrouwen in de film zijn echt geen typische schoonheden.
Wou je vader dat je dit beroep koos?
Daar heeft hij zich nooit over uitgesproken. Hij heeft de beslissing aan mij overgelaten.
Is een familienaam als de jouwe een hulp of een hinderpaal?
Allebei. Het is nuttig voor een eerste kennismaking. Maar het helpt je niks bij een slechte dag of een slechte auditie, en die heb ik veel gehad. Ik was maar een arm groentje toen ik begon. Audities zijn zwaar. Heel wat aspecten van het acteren zijn echt moeilijk. Dan was het wel een hinderpaal. Omdat je niet anoniem kan gaan. Je hebt die naam en ze vergeten je niet. Voor je het weet, krijg je een etiket op of wordt er over je geroddeld. Dat valt niet mee. Je mag geen slechte dag hebben.
Hoe is dit gebeurd? Heeft je vader je op een dag gebeld en gezegd: “Ik ga een film maken en ik heb iets voor jou”?
Nee. Ik heb het script ongeveer een jaar geleden gelezen. Hij gaf het me toen we met vakantie waren, maar ik moest er toen niks hardop uit voorlezen. Hij zei gewoon: “Lees dit eens. Kijk eens wat je ervan vindt. Het is mijn volgende film.” Ik las het en ik vond het goed. Ik hield van de rol van Mandy, maar ik had niet zoiets van: die rol moet ik zien te bemachtigen. Ik zei gewoon: “Dit is fantastisch. Ik heb er echt van genoten. Wat zijn ze ermee van plan? Hoe gaan ze het bewerken?” Maanden later belde hij me en zei hij: “Je mag deelnemen aan een auditie voor deze film.” “O, fijn”, zei ik. Toen ben ik voor een lezing gegaan.
Heb je voor je vader gelezen?
Nee, hij neemt nooit audities af. Ik las voor de casting director, en ik heb de rol gekregen zonder dat ik ondertussen naar mijn vader gebeld heb om te zeggen hoe graag ik dat wel wou.
Weet je, audities zijn werkelijk zenuwslopend. Het is een kunstvorm op zich. Ik heb ooit voor Oliver Stone auditie gedaan en ik was doodsbang. Het was maar voor een heel kleine rol. Blijf maar eens rustig – als mens en zeker als acteur – als je in één kamer zit met iemand naar wie je enorm opkijkt. Het is beter om met een casting director te werken. Die is neutraal. Je leest samen iets en dat nemen ze op. Later krijg je de band. Dan weet je op zijn minst al hoe het er op film uitziet.
Je eerste film was Tightrope. Hou oud was je toen?
Twaalf. Ik was enorm opgewonden. Ik zat nog op de lagere school en ik kreeg een maand vrij. Het was van: “Joepie, geen school!” En ik mocht naar New Orleans, waar ik sindsdien niet meer ben geweest, hoewel ik dat graag zou willen. Het was een ongelooflijke ervaring. Mijn pa en ik een hele tijd samen, dat vond ik zalig. Ik wou toen helemaal geen actrice worden. Het ging zonder auditie. Het was gewoon: “Wil je meedoen in deze film en mijn dochter spelen?” Hij was er blijkbaar van overtuigd dat het me zou lukken. En het was een prachtig excuus om bij hem te zijn, en te werken, en even niet naar school te moeten, en een avontuur te beleven.
John Cusack zegt dat je vader veel gekker is dan de mensen denken.
O, ja. Hij is totaal geschift.
Zo zien de mensen hem meestal niet.
Dat weet ik. Hij heeft zijn publieke imago, maar zodra het wat losser kan, is hij echt grappig en een beetje dwaas. Hij is ongelooflijk humoristisch, heel droog. Hij lacht graag. We hebben ons geamuseerd met het script, en met deze film en met het hele circus. Het was pret, van begin tot eind.
John Cusack zei lachend dat hij op de dag dat jullie de liefdesscène moesten spelen naar je vader ging en zei: “Ik kom me eerst verontschuldigen.” Heb je ooit problemen met je vader gehad als je jongens mee naar huis bracht?
Nee, hoor. Ik ben grootgebracht bij mijn moeder in Pebble Beach. En hij had zijn eigen huis. Ik kwam dus niet bij hem met een jongen “naar huis” en moest niet zeggen: “Wel, dit is nu Larry…” Mijn vader werkte veel en we bezochten hem veel op de sets en we gingen zoveel mogelijk samen op vakantie. Maar hij was er niet elke dag, dus alle kleine problemen en maffe tegenvallers met jongens en fuiven en afspraakjes heeft hij niet meegemaakt.
Had je het gevoel dat je ergens tussen je ouders in stond toen ze uit elkaar gingen? Tijdens een scheiding hebben kinderen soms het gevoel dat ze van de ene kant naar de andere worden getrokken.
Helemaal niet. Mijn ouders zijn altijd heel lief en zorgzaam gebleven voor mij en mijn broer. Ze hebben elkaar ook nooit zwartgemaakt. Het was nooit bitter, het was nooit lelijk. Ze deden het omdat ze bekommerd om ons waren, en dat was heel belangrijk. Omdat kinderen al dat gedoe niet altijd begrijpen.
Je vader heeft blijkbaar zijn plek gevonden. Hij lijkt erg blij met de nieuwe baby.
O, ja. Het is geweldig. Ik ben echt blij voor hem. Ik hou van Deena, zijn vrouw. Ze is prachtig. Ik had me geen betere stiefmoeder kunnen dromen. En zo’n jong zusje is heel leuk. “Blijf maar kinderen maken”, heb ik hem gezegd. “Dan hoef ik er niet meteen aan te beginnen.” Want ik kan naar hen toegaan en met haar spelen en heel even doen alsof ik mama ben. En zodra ze huilt of een nieuwe luier nodig heeft, ben ik weg.
Jij en John Cusack hadden wat met elkaar, ook buiten de film. Is dat nog altijd zo?
Niks van. We zijn gewoon vrienden. Dat zijn we altijd geweest.
Is het dan onvermijdelijk? Je speelt een verliefd stel en meteen veronderstelt het publiek dat je dat ook echt bent?
Waarschijnlijk, ja. Het is grappig. Ik heb ook ergens gelezen dat ik de vriendin van Brad Pitt zou zijn. Helaas heb ik hem nog nooit ontmoet. Raar, hé? Het publiek speculeert altijd. John en ik zijn beste maatjes geworden. Ik heb hem heel graag, hij heeft me ontzettend geholpen. Want het was erg moeilijk voor me om daar met mijn vader te zijn en voor John was het vast ook eigenaardig. Waarschijnlijk zat hij erover te piekeren: “Hoe pak ik dit aan? Ik speel een liefdesaffaire met een meisje dat ook de dochter is van de regisseur.” Dus hebben we er voortdurend over gepraat. Het klikte tussen ons. Het is normaal, denk ik, als je veel tijd samen doorbrengt. Dan zoek je een band, iets dat leeft tussen beiden. En dan zien mensen ons en dan gaat het meteen van: “O, ze kwam uit zijn trailer… die zijn vast samen.”
Hoort dat er niet bij? Je vader is een beroemde filmster en je hebt er in je jeugd de voor- en nadelen van gezien. En dan besluit je om zelf actrice te worden. Als je zoveel succes hebt dat iedereen je kent, krijg je er ook de nadelen bij.
Juist. Het is een van de redenen geweest dat ik er niet meteen ben ingestapt. Als kind merkte ik wel dat mijn pa niet veel privacy had. Hij had geen eigen leven. En ik had zoiets van: waarom zou ik daarvoor kiezen? Ik loop graag rond zonder te worden aangestaard. Ik zit graag in een restaurant zonder te worden lastiggevallen. Hij kan niet gewoon ergens met vakantie gaan. Op een strand gaan liggen, da’s onmogelijk voor hem.
Welke film van je vader zie je het liefst?
Soms Dirty Harry, soms Play Misty for Me. Het varieert.
Ben je niet eens een keertje gearresteerd?
Ik heb ooit een kleine aanvaring met de wet gehad in Los Angeles. Ik was toen achttien, een jonge wilde meid. En nu voel ik me al een oude tante: ik ga naar huis en kruip onder de wol met een boek. Ik ga nooit naar een bar. Ik drink niet. Ik doe helemaal niets.
Wanneer heb je je laten tatoeëren?
Zo’n zes jaar geleden. Ik heb er drie. Nee, mijn vader heeft er nooit iets over gezegd. Daar is hij goed in, in niets zeggen, maar toch weet je precies wat hij denkt. Maar mijn moeder kreeg bijna een beroerte. Ze zijn opgegroeid in een tijd dat tatoeages uitsluitend iets waren voor boefjes en matrozen. Maar ik hou ervan. Het is body-art. Lichamen worden al honderden en honderden jaren getatoeëerd en versierd. Het is zoiets als een juweel, alleen is het blijvend. Dat is het enige verschil.
Waar heb je ze?
Ik heb er een op mijn rug. Dat is een purperen roos. Dan heb ik deze op mijn pols: een purperen hart met groene ranken eromheen, en een op mijn enkel. Maar in films kan men dat makkelijk camoufleren.
Heeft je vader een trekje dat het publiek echt zou verbazen?
Iedereen denkt dat hij een supermens is, een monument van een macho. Maar voor mij is hij heel gewoon. Hij ververst luiers. Hij heeft goede en minder goede dagen. Zoals alle mannen. Hij houdt van een goede film, met popcorn. Hij houdt van pompoentaart. Hij is gewoon.
Midnight in the Garden of Good and Evil, vanaf 18 maart in de bioscoop.
Jenny Peters
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier