Ze werd meer dan honderd jaar. Trok jarenlang door het Verre Oosten en overleefde de meest barre en gevaarlijke omstandigheden. In de jaren ’20 was ze de eerste westerse vrouw die Tibet en zijn geheime rituelen verkende. In hun biografie van Alexandra David-Neel boren Barbara en Michael Foster nog ongebruikte bronnen aan, die de verborgen levens van deze mythische dame onthullen.

A lexandra David-Neel was Française van geboorte en groeide op in België. Ze was operazangeres, anarchiste, feministe, en bevriend met mevrouw Blavatsky, oprichtster van de theosofische beweging. Ze had in Azië hevige liefdesaffaires met maharadja’s. In de jaren ’20 was ze de eerste blanke vrouw in Lhasa, de hoofdstad van Tibet. Ze woonde lange tijd in een grot in het Himalaya-gebergte waar ze werd ingewijd in de geheimen van het Tibetaanse boeddhisme. Ze was getuige van soms bloedige shamanistische praktijken. Ze beoefende tantristische seks en een meditatievorm die het mogelijk maakt vrijwel zonder kleren in bittere kou te overleven. Ze sprak vloeiend Tibetaans, inclusief diverse dialecten. Volgens de dalai lama was ze de eerste die ‘het echte Tibet’ in het Westen introduceerde. Ze was bijna 70 toen ze kort voor de Tweede Wereldoorlog vanuit Europa met de Transsiberië-expres naar China reisde en daar als gevolg van Japanse bombardementen vast kwam te zitten. Ze schreef meer dan dertig boeken die in vele talen zijn verschenen. In de jaren ’50 en ’60 was ze in de Provence een trekpleister voor spirituele zoekers. Toen ze 100 was, wilde ze nog via Moskou en Vladivostok naar New York; ze vroeg daarvoor een nieuw paspoort aan, tot verbazing van de ambtenaar.

Alexandra David-Neel (1868-1969) leidde een opmerkelijk leven. De verbazingwekkende, ontroerende, spirituele en informatieve details zijn te vinden in een pas uitgegeven biografie, geschreven door de Amerikanen Michael en Barbara Foster. Hij is historicus en (roman)schrijver, zij werkte jarenlang in een universiteitsbibliotheek. Ze stuitten op David-Neel toen ze meer dan 20 jaar geleden onderzoek deden voor een boek over reislustige vrouwen. Dat boek is er nooit gekomen, maar David-Neel liet hen niet meer los. Ze reisden naar Azië en ontmoetten mensen die haar nog hadden meegemaakt. In Frankrijk bezochten ze haar huis in Digne, spraken er met bekenden van David-Neel.

Michael Foster: “In dat huis lagen veel documenten maar het was een complete puinhoop. Haar collectie Tibetaanse voorwerpen, zeker voor die tijd volstrekt uniek, is verdwenen, verspreid, gestolen. Talloze documenten zijn zoek. Haar boeken belandden in een museum – kennelijk wilde niemand die stelen. Maar er waren ook dossiers waar nog niemand in gekeken had.” In Engeland onderzochten ze dossiers over India in de periode dat Londen het er nog voor het zeggen had, in een tijd ook dat Tibet zowel door Tibetanen als door Britten als door Chinezen werd bestuurd. De Britten hielden David-Neel in de gaten want ze wantrouwden die malle dame in de barre wildernis. Waarom wilde ze per se naar Lhasa, de hoofdstad van Tibet?

Iedereen wist dat buitenlanders er niet binnen mochten omdat Tibetaanse leiders vreesden voor aantasting van hun cultuur. David-Neel had een links verleden, en sommigen dachten dat ze misschien als spion werkte. Dankzij die argwaan staat nu in documenten te lezen wanneer ze waar was en wie ze ontmoette.

U schrijft dat David-Neel een Amerikaans temperament had. Wat bedoelt u daarmee?

Michael Foster: Ze was avontuurlijk. Ze had een voorkeur voor open gebieden, het leven in de buitenlucht en hield van de Tibetaanse vlakte. Ze kon niet tegen het gevoel opgesloten te zitten. Voor een vrouw in die tijd was ze erg vastbesloten en stoutmoedig. Ze had ook een goed gevoel voor publiciteit, wat me wel een Amerikaans trekje lijkt.

Barbara Foster: Ze werd ziek van de structuur van de Franse bourgeoisie, waaruit ze voortkwam. Ze wilde geen Mevrouw zijn, ze wilde niet voldoen aan de verwachtingen. Vrouwen in Frankrijk hadden geen rechten meer van zodra ze getrouwd waren, wat voor een feministe als David-Neel natuurlijk onaanvaardbaar was. Iedere keer als ze in Frankrijk terugkwam, had ze problemen. Ze was een anarchiste, een vrije geest. Ze had thuis problemen met haar ouders.

Wat voor ouders had ze?

Michael Foster: De achtergrond van haar moeder kennen we niet zo goed. De een zegt dat ze van Scandinavische afkomst was, de ander dat ze joods was, en er is ook sprake van een Russische achtergrond. In België bestaan dossiers over de familie omdat David-Neel wegens haar politieke opvattingen door de politie in de gaten werd gehouden. We kregen helaas geen toestemming om die dossiers in te kijken; dat recht is voorbehouden aan de nabestaanden maar die zijn er niet. We weten dat haar vader een vriend was van Victor Hugo, en dat hij een liberale inslag had. Ze was een uitgesproken tegenstander van het religieuze establishment. Toen ze drie was, nam haar vader haar in Parijs mee de straat op waar de Commune net was neergemaaid door het leger. Ze zag de lijken liggen. Dat waren haar vroegste herinneringen. Niet verwonderlijk dus dat die haar sociaal-politieke kijk op het leven hebben beïnvloed.

Ooit voer ze op een rivier in India, zag langs de kant een lijk liggen waaraan een hond zich tegoed deed, en maakte er een foto van. Wat boeide haar zo in die situatie?

Michael Foster: Het heeft te maken met een gevoel dat veel westerlingen in India krijgen. Enerzijds heb je de fantastische gebouwen, kunst, cultuur, en anderzijds een hardvochtige werkelijkheid die je bij ons niet meer tegenkomt. Bij sommige begrafenisrituelen wordt het lichaam niet verbrand maar meteen in de Ganges gegooid. Kennelijk had de hond het lijk uit het water gevist. Het zijn van die tegenstellingen die moeilijk onder woorden zijn te brengen. Een goede foto kan de indruk beter weergeven.

Barbara Foster: Ze zag dat als een situatie die typisch was voor een boeddhistische kijk op het leven. De onvermijdelijkheid van de dingen, evolutie, leven en dood.

David-Neel had al een nostalgisch gevoel voor Azië voordat ze er ooit geweest was. Hoe kwam dat?

Barbara Foster: Ze geloofde in vroegere levens en was ervan overtuigd een reïncarnatie te zijn van Djengis Khan. Dat gevoel heeft ze altijd gehad. En toen ze een jaar of 18 was, had ze een indringende ervaring in een museum waar een groot gouden boeddhabeeld stond. Daarna moest ze zeker naar Azië. En zodra ze daar was, wist ze dat het haar thuis was. Frankrijk niet, daar voelde ze zich beroerd. Ze hield van uitgestrekte landschappen waar ze door niemand werd tegengehouden of lastiggevallen.

Ze was seksueel niet zo actief, lijkt het. Met haar man had ze een afstandelijke relatie. En twee affaires met Aziatische prinsen is niet veel op honderd jaar.

Michael Foster: In de tijd dat ze nog actrice wilde worden, had ze een langdurige affaire met een arme Franse musicus. Eenmaal in Azië, raakte ze betrokken bij tantristische seks. We zijn ervan overtuigd dat ze overging tot de praktijk, hoewel we omwille van die opvatting bijna in de ban geslagen zijn door sommige van haar fans. Maar wij deden wat elke biograaf behoort te doen: we hebben gepraat met mensen die haar kenden. Haar arts in Digne bijvoorbeeld, die haar op latere leeftijd veel zag, zei dat David-Neel met zoveel woorden had verteld dat ze het had gedaan.

Had ze wat met haar geadopteerde Tibetaanse zoon? Ze zijn tenslotte jarenlang samen opgetrokken.

Barbara Foster: Dat wilde Allen Ginsburg ook weten. Telkens als we hem ontmoetten, vroeg hij: ‘En, ging ze met hem naar bed? Kom op, vertel de waarheid.’ Ik denk niet dat het is voorgekomen, het zou niet passen in die relatie. Maar we weten het niet zeker want ze was er niet open over. Over niks trouwens. Ze wilde gekend worden door haar werk. Alleen in brieven, waarvan ze er later veel heeft vernietigd, gaf ze iets prijs over zichzelf. Maar die waren gericht aan haar liefhebbende echtgenoot die haar steeds van geld voorzag. Ze zal hem wellicht niet van alles op de hoogte hebben gehouden. Bovendien vertoefde ze vaak in betere kringen en dat vereiste een goede reputatie.

Michael Foster: Waarschijnlijk is ze op zeker moment sowieso met seks gestopt. Het avontuur werd belangrijker. Een beetje zoals Lawrence of Arabia. Ik geloof niet dat hij nog veel aan seks deed na zijn avonturen. Zulke mensen bevinden zich dan in een andere wereld.

Ze had indringende spirituele ervaringen maar het lijkt erop dat ze er zich nooit helemaal aan overgaf.

Michael Foster: Er is een mooie uitspraak van Lawrence of Arabia: een mens wordt gek als hij te zeer opgaat in een andere cultuur. Alexandra heeft die grens nooit overschreden. Maar wat het boeddhisme betreft, was ze wel gelovig.

Barbara Foster: Boeddhisme is meer een filosofie dan een geloof. Het heeft studenten. David-Neel geloofde wel in de kracht van boeddhistische praktijken. Ze identificeerde zich met mensen die tijdens hun leven verlichting trachtten te bereiken. En later beantwoordde ze vragen van bezoekers met boeddhistische teksten.

Ze accepteerde het bestaan van telepathie in Tibet maar verklaarde het vanuit de fysieke omstandigheden. Is dat typisch voor David-Neel?

Michael Foster: Ze rationaliseerde graag haar mystieke ervaringen. Ik ken een man die de arts was van de dalai lama en die lang in een Chinese gevangenis heeft gezeten. Hij gebruikt een bijzondere ademhalingstechniek om in leven te blijven. Maar hij geeft daarvoor geen wetenschappelijke verklaring want hij zit te veel in die cultuur. Telepathie was in Tibet een veel voorkomend verschijnsel dat werd gebruikt als communicatiemiddel om de enorme afstanden te overbruggen. Een soort ‘internet’. Het unieke van David-Neel was dat ze veel van die cultuur kende en had beleefd, terwijl ze er niet toe behoorde. Daardoor had ze die observerende instelling.

Ooit ‘schiep’ ze een fantoom-monnik die niet alleen in haar belevingswereld bestond maar ook in de fysieke wereld. Wat moeten we daar van denken?

Michael Foster: Ik zou niet zeggen dat het om een fysiek bestaand persoon ging, maar om iemand die door anderen als echt werd ervaren. Het is vanuit de westerse wetenschap moeilijk te verklaren. Je komt dan in discussies terecht over de vraag wat echt is en wat niet.

Barbara Foster: Het fenomeen komt ook voor in de joodse traditie, in Transsylvanië, in allerlei occulte kringen, en ook in Tibet.

Ze heeft tijdens haar trektochten vreselijke ontberingen doorstaan. Deed ze dat voor een hoger doel? Of was het, gezien haar neiging tot depressie, ook om te voelen dat ze leefde?

Barbara Foster: Ze was nooit uit op verzetjes, op luchtige pret. Het bestaan is moeilijk, vond ze, en dat strookte met haar boeddhistische opvattingen. Dat gaf haar een reden om te vechten. En daarmee bestreed ze meteen de depressies. Wie anders kon zulke tochten doorstaan? In letterlijk bevroren, vieze kleren. Hoe en waar ga je al die tijd naar de wc? Het was ook een vorm van masochisme. In een welvarende samenleving kwijnde ze weg.

Zag ze zichzelf als een missionaris die het Tibetaanse gedachtegoed over de wereld moest verspreiden?

Barbara Foster: Dat geloof ik wel. Ze vond ook dat zij degene was die het moest doen en niemand anders. Tot aan haar dood bleef ze als een bezetene schrijven om zoveel mogelijk kennis vast te leggen en over te dragen. Ze had in Digne een goeroe kunnen worden maar ze wilde geen leerlingen om zich heen. Ginsburg en vele anderen in de jaren ’50 en ’60 wilden haar ontmoeten. Ze heeft ook wel studenten ontvangen maar ze wilde als wetenschapper serieus genomen worden en dus haar kennis publiceren. Want dat is wat wetenschappers doen. Oriëntalisten namen haar niet serieus omdat ze een vrouw was en geen wetenschappelijke opleiding had. Dus zorgde ze ervoor dat ze unieke informatie had.

Michael Foster: Zelfs een gerespecteerd boeddhist als Robert Thurman (de vader van Uma) nam haar niet helemaal au sérieux. Hij veranderde pas van mening na een lezing van Barbara. Hij was zeer verbaasd toen hij hoorde wie David-Neel eigenlijk was, wat ze deed en wat ze wist.

Sinds een paar jaar is Tibetaans boeddhisme nogal populair in Hollywood, getuige films als ‘Little Buddha’ en ‘Seven years in Tibet’, en de houding van acteurs als Richard Gere en Goldie Hawn. Is die belangstelling oprecht of een trend?

Michael Foster: Gere is volkomen oprecht. Hij was er al mee bezig lang voordat het mode werd. Ik heb met hem gemediteerd en hij maakte een bijzonder integere indruk. Hij gaat vaak naar Azië en heeft een grondige kennis van de boeddhistische filosofie.

Wat zou David-Neel van New Age hebben gevonden?

Barbara Foster: Niet veel goeds, denk ik. Te zweverig voor haar. Ze was te rationeel en wetenschappelijk ingesteld en bijzonder sceptisch.

U bent wel in de buurt van Tibet geweest maar nooit in het land zelf. Waarom niet?

Barbara Foster: Het leek ons niet zo’n goed idee gezien de gebeurtenissen daar (de Chinese onderdrukking, j.s.). We horen er veel over van de Tibetanen die we inmiddels kennen. Maar ik ben ervan overtuigd dat het ooit goed komt en dan zal er een groots feest zijn. Ik ben geen praktiserend boeddhist maar wel nauw betrokken. We hebben er via David-Neel veel over geleerd. Ik vind het een van de mooiste filosofieën.

U hebt het ergens over ‘de ware Tibetaanse geest’. Wat is dat?

Barbara Foster: Er is iets in het Tibetaans boeddhisme dat David-Neel in Frankrijk nooit tegenkwam. Een zekere blijheid, een bepaald vertrouwen in de toekomst maar zonder te overdrijven. Het land heeft verschrikkelijke dingen te verduren gehad maar de Tibetanen die ik ken, zijn er niet door gedeprimeerd.

Michael Foster: Het is de geest van pelgrimage. Tibetaans boeddhisme is een religie van beweging. Het heeft ook te maken met uitgestrekte vlaktes, met het dak van de wereld, met een uniek gevoel.

U hebt bijna twintig jaar met David-Neel doorgebracht. Is ze nu een goede bekende?

Michael Foster: Het is als met die monnik, alsof we haar weer tot leven hebben geroepen. Alsof ze hier zit. Misschien komt er ooit een film van. Actrices als Meryl Streep en Glenn Close hebben belangstelling getoond. Misschien laten we haar pas los als de film klaar is.

Barbara Foster: Ze is als een tante. Een lastige tante.

“De Verborgen Levens van Alexandra David-Neel” door Barbara en Michael Foster, uitg. Atlas, 995 fr.

Samten Dzong, het huis van Alexandra David-Neel in Digne is het hele jaar open voor bezoekers.

Fondation Alexandra David-Neel: 27, av. Maréchal Juin, Route de Nice, 04000 Digne-les-Bains. Tel. (00-33) 4/92.31.32.38, fax: 4/92.31.28.08; http://www.alexandra-david-neel.org

Jim Schilder

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content