Van kleins af aan zit Alberta Ferretti in de modewereld. Allure, sensualiteit en eenvoud zijn haar handelsmerk. Creëren blijft haar grootste drijfveer.

In alle seizoenen vertonen de Adriatische kusten, en vooral die van de provincies Emilia Romagna en Forli, een bijzonder kleurenpalet. Overdag baden Cattolica, San Giovanni Marignano en het kasteel van Montegridolfo in een gouden gloed onder een azuurblauwe hemel. ’s Avonds valt over de villa’s, visrestaurants en bonte winkeltjes een rozig licht, dat de smaragdgroene zee een warme glans geeft. Begrijpelijk dat ontwerpster Alberta Ferretti (50) nooit haar geboortestreek heeft willen verlaten voor Milaan, hoewel het Palazzo Donizetti dat ze daar bezit en waarin ze haar showrooms en pr-afdeling heeft ondergebracht, een juweel is van de 19de-eeuwse Milanese architectuur.

Signora Ferretti werd geboren in Gradara Pesaro, niet ver van de populaire badstad Rimini en van de kunststad Ravenna. Daar heeft ze haar ontwerpbureau gevestigd en het bedrijf Aeffe, dat haar eigen creaties én die van enkele andere beroemde labels produceert en verdeelt, zoals Gaultier, Narcisso Rodriguez, Rifat Ozbek en alle lijnen van Moschino. Kwestie van de zaken van nabij te controleren. Maar Alberta wou ook dicht bij de mensen zijn, in de vertrouwde omgeving waar ze is grootgebracht.

Aeffe werd precies twintig jaar geleden opgericht. Het is een familiebedrijf zoals je die alleen bij de grote Italiaanse modeclans aantreft. Alberta (vice-presidente en stiliste van het huis) en haar broer Massimo hebben allebei die typisch Italiaanse feeling voor kunst én commercie, die de Medici’s ook al hadden. De Ferretti’s slaagden erin om van de ingedommelde vestingstad Montegridolfo een elegante place to be te maken. Ook in de winter- en zomerverblijven van de familie, schitterende palazzi aangekleed met kunstwerken en antieke meubels, herken je de hand van de donna met het aangeboren gevoel voor elegantie.

Trouw aan zichzelf, gaf Alberta haar zomercollecties 2000 eens te meer die zo typerende combinatie mee van allure, sensualiteit en eenvoud. Een stijl die vooral tot uiting komt in haar eerste lijn (Alberta Ferretti genaamd) en die door de Franse krant Le Monde beschreven werd als “ineengeknutselde barok vermengd met onverwachte luxe.” Een overvloed van borduursels made in India, plastic noppen, franjes, mousseline, lichte weefsels in laagjes, een weelde aan kleuren, opvallende accessoires zoals brede, neo-hippieceinturen, goedgeplaatste ruches op een discreet sexy jurkje of rokje, en een misleidende indruk dat alles met de losse hand in elkaar is gezet. Toch stralen de ontwerpen van donna Ferretti een soort ‘discrete luxe van de bourgeoisie’ uit, sensueel onder een schijn van urban chic: eigentijds, met klasse, verleidelijk zonder uitdagend te zijn.

“Voorspelbaar, maar zeer mooi”, schrijft moderecensente Suzy Menkes in The Herald Tribune over de eerste Ferretti-collectie van het nieuwe millennium. De tweede lijn, Philosophy di Alberta Ferretti, jonger van opzet, is aan haar 16de editie toe. Ze kan best worden omschreven als landelijke chic: iets tussen het knap boerinnetje en het coole stadsmeisje dat aan handwerk doet. Smokwerk dat de schouder blootlaat, een kleurige sjaal waaronderuit wilde haren wapperen, jasjes in patchwork gedragen op de blote huid, shorts en kniebroeken in daim of ruwe katoen om te stoeien in het hooi… Kortom, Het kleine huis op de prairie maar dan met Gina Lollobrigida en Lea Massari in hun gloriedagen.

“Er is heel veel gezegd en geschreven over mijn Philosophy-lijn. Voor de gespecialiseerde pers was het een gedroomde vette kluif”, zegt de ontwerpster met een licht ironische ondertoon. Dat heeft te maken met de belangrijke rol die Miuccia Prada en haar man Maurizio Bertelli hebben gespeeld in de vaudeville van overnames en fusies van grote groepen in de luxegoederensector ( LVMH-Bernard Arnault, Gucci-Tom Ford-Ppr-Yves Saint Laurent en tutti quanti). Nu Prada Helmut Lang, Jil Sander en Sergio Rossi heeft opgeslokt, neemt het huis een gewichtige plaats in op de grote markt van de internationale mode. Sommigen hebben daaruit afgeleid dat Alberta Ferretti met haar Philosophy-collectie, die uitzonderlijk veel gelijkenis vertoont met de collectie Miu-Miu van Prada, bij laatstgenoemde in het gevlei wil komen met het oog op een eventuele fusie. “Laat ons dit meteen duidelijk stellen”, repliceert Alberta. “Ik kom heel goed overeen met Miuccia en Maurizio. Maar Prada heeft zijn klanten en ik de mijne. We bemoeien ons niet met elkaars zaken.”

Haar blonde haren drogen nog in de zon terwijl ze al onderweg is in haar Jaguar coupé XJS. Haar blik is helder, haar bewegingen fel maar beheerst. Onder de zachte gelaatstrekken gaat een ijzeren karakter schuil. Alberta gaat altijd recht op haar doel af, zowel verbaal als creatief. Met het lef dat haar zo eigen is, lanceerde ze eind 1999 de sportswear-collectie Alberta Ferretti Tech. “Ik heb nooit het gevoel gehad dat ik daarmee anderen achterna holde. De eeuwwisseling leek mij gewoon het ideale moment om uit te pakken met een lossere interpretatie van het Ferretti-imago (synthetische stoffen, rokken en broeken met regelbare tailleband, aanpasbare vormen, ritsen, velcrosluitingen…), zonder afbreuk te doen aan mijn oorspronkelijke ideeën of aan mijn filosofie.” Ook in de Tech-lijn vind je dus die typische vrouwelijkheid en het raffinement terug: sportswear with a sexy touch, zoals het Amerikaanse blad Women Wear Daily het formuleerde. Toch was de lancering voor Aeffe een enorme uitdaging. Gelijkaardige lijnen zijn er immers genoeg. En vanaf het eerste seizoen werd gemikt op 300 verkooppunten en een jaarlijkse omzet van een half miljoen stuks (waarvan 70 procent via export). De prijzen liggen bovendien 20 tot 30 procent lager dan de twee andere lijnen, kwestie van modebewuste jongeren met een beperkt budget te verleiden.

“Alberta is poëtisch en pragmatisch tegelijk”, zeggen degenen die haar goed kennen. “Ze laat zowel haar hoofd als haar hart spreken en ze houdt van wat ze doet. Dat merk je aan haar kleren. Zowel vormelijk als inhoudelijk weerspiegelen ze een zeer sterke persoonlijkheid.”

Alberta Ferretti wist blijkbaar al heel vroeg waar ze naartoe wilde. Haar passie voor kleren dateert van toen ze als klein meisje in het atelier van haar moeder rondhuppelde tussen de stoffen en de garens en lawaaierige naaimachines. Het was daar dat zij, op eigen kracht en met een enorm doorzettingsvermogen, leerde tekenen, knippen en naaien en zich bekwaamde in de stiel. Ze trouwde op haar 18de, kreeg twee zonen, Giacomo en Simone, en opende haar eigen winkeltje. Ze woonde en werkte in de kleine ruimte boven de winkel. Dat speelde zich af in 1968, het jaar van de studentenrevolte en de doorbraak van het feminisme. “Toen kregen de vrouwen (opnieuw) zelfrespect en recht van spreken. In één klap kwamen ze in de moderne tijd terecht”, zegt ze. Alberta gelooft in de romantisch-moderne heldin, die ’s morgens bij wijze van spreken de batterij van haar wagen controleert, ’s middags een zeurende baby paait en zich ’s avonds hult in een aansluitende jurk die haar op het lijf genaaid lijkt. “Dat typisch vrouwelijke mee-zijn-met-de-tijd probeer ik al bijna 30 jaar te vertalen in mijn collecties.” De naam van haar tweede kledinglijn, Philosophy, is dan ook allesbehalve toevallig. “Daarin wilde ik alle krachtlijnen van mijn levensfilosofie en mijn visie op elegantie leggen: kleren moeten draagbaar en combineerbaar zijn, vrouwelijk, met allure maar zonder franje, de expressie van een sterke individualiteit wars van alle modedictaten. Trouwens, mannen zien graag een ontplooide, veelzijdige vrouw die iets uitstraalt en goed zit in haar lichaam én in haar hoofd. Geen opgedirkte poppen meer. Ik ben geen feministe van de harde kern, maar ik geloof in de gelijkheid van de geslachten, de zelfbepaling en mogelijkheden van de vrouw.”

Alberta Ferretti heeft een uitgesproken visie op mode, die ze ook perfect weet uit te drukken. In het begin, eind de jaren ’60, verkocht ze creaties van illustere collega’s (onder wie Versace), want volgens haar “leer je veel door het werk van anderen te observeren.” Beetje bij beetje begon ze vrouwen aan te kleden, zoals zichzelf. En haar klanten, die er mooier van werden, waren haar erg dankbaar.

In 1974 lanceert Alberta Ferretti haar gelijknamige kledinglijn. Daarna gaat alles snel. In 1980 richt ze samen met haar broer Aeffe op, het jaar daarop showt ze Alberta op de Milanese podia en doet dat nog eens over met Philosophy, een jongere lijn.

Al snel had Alberta door dat in de Angelsaksische wereld een grote belangstelling leefde voor Italiaanse merken. Daarom opende ze in 1996 boetieks en showrooms in de Big Apple en in 1997 in Londen. Nu overweegt ze pilotwinkels in Parijs en Brussel, omdat ze weet dat Italiaanse merken hier goed aangeschreven staan en dat ze haar merknaam hier alleen nog kan versterken.

Eind 1998 haalde Aeffe een omzet van zo’n 5 miljard frank en een nettowinst van 68 miljoen. Alberta’s volgende zet was de overname van Moschino, waarvan ze sinds 1983 alle collecties onder licentie produceert en verdeelt. Nu lonkt de groep naar de Beurs. Aeffe wil er inderdaad wel tegenaangaan, maar alleen op voorwaarde dat commerciële ambities en overindustrialisering niet belangrijker worden dan de kwaliteit en knowhow. “Ik ben gelukkig als moeder, als ontwerpster en als bedrijfsleidster. Waar ik me nooit mee zal kunnen verzoenen, is de ijdelheid en opschepperij die in het milieu zo welig tieren.” Schone schijn is aan Alberta niet besteed. Zoals alle grote talenten is ze eenvoudig gebleven. Haar familie, vrienden, medewerkers, huizen, landerijen, de dingen die ze doet… het zijn voor haar allemaal bronnen van geluk. “De streek is mooi, het klimaat is zacht, hier heerst nog rust, en gastvrijheid is geen ijdel woord. Hier haal ik bijna al mijn inspiratie vandaan en hier kan ik op adem komen. Waarom zou ik dan in Milaan of elders gaan wonen?”

Wat zou Alberta nog kunnen doen als haar passie voor mode plots zou overgaan? Automatisch denkt men dan aan het schitterende hotel-restaurant dat ze van het kasteel in Montegridolfo heeft gemaakt en waar ze zelf graag gaat lunchen. Alberta is immers iemand die met volle teugen van het leven kan genieten zonder zich om haar lijn te moeten bekommeren, die door de knieën gaat voor een sorbetto all’limone, en die graag kokkerelt voor vrienden en kennissen. Zou ze zich met gastronomie willen bezighouden? “Geen slecht idee”, lacht ze. “Maar ik heb mijn ziel nu eenmaal aan de mode verpand. Dit beroep heeft zoveel te maken met vindingrijkheid, het zoeken naar ideeën, vakbekwaamheid, ambachtelijkheid en technologische vooruitgang. Dat word ik nooit beu.” Afscheid nemen is dus nog niet voor morgen. Daarvoor is de uitdaging nog veel te groot.

Marianne Hublet

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content