Adonis
:: Reacties : jp.mulders@skynet.be
Niet het beste moment om een stukje te schrijven, zo’n dag waarop verkiezingsresultaten uit de radio opstuiven als verschrikte vliegjes uit een mandje rottend fruit. Ik neem me voor er niet meer naar te luisteren tot alle uitslagen bekend zijn. Met ijzeren discipline leg ik ook de treurbuis het zwijgen op. Inge Vervotte was nochtans net aan het woord. Terwijl mijn vinger op de knop blijft rusten, vraag ik mij af waarin het sex-appeal van deze vreemde vrouw toch schuilt. Ik heb daar al vaker mijn hoofd over gebroken. Pienter is Inge, zoveel is zeker, en aan haar dictie kan menig door de wol geverfde politicus een puntje zuigen. Maar er is meer. Dat heeft te maken met dat devote, dat puriteinse dat zij óók uitstraalt, met dat gestroomlijnde neusje van haar dat iets zuinigs en afkeurends heeft. Inge is niet zomaar een mooi meisje, maar een engel die gevallen is. Iets tussen Madonna en de Mona Lisa in, waarover ik nu echter ophoud voor iemand opmerkt dat het weer over seks gaat in dat stukje van mij. Alsof dat in het leven anders is.
Als ik de knop loslaat, verschrompelt Vervotte tot minuscule lichtgevende puntjes, die nog even nazinderen op het scherm. De buitenthermometer geeft twintig graden aan, maar er waait een kille wind. Zonlicht valt verdwaasd naar binnen. Adonis, heet het boek dat ik lees. Het is geschreven door Guy de Maupassant, van wie ik een fan ben sinds ik zijn eerste kortverhaal las.
Ik wandel weer rond in het mondaine Parijs van de belle époque, een periode die mij fascineert. Waar ze vandaan komt, mijn bijna overdreven belangstelling voor het verleden ? Geen idee. Je kunt het escapisme noemen, al had ik die hang naar het verleden ook al toen er nog niets was om aan te ontsnappen. Vooral dol ben ik op boeken die geen historische romans zijn, maar in dat verleden zelf zijn geschreven, zo toegankelijk dat je ze nu nog kunt lezen alsof je er zelf bij bent geweest. De Maupassant verstond die kunst als geen ander. Je volgt zijn hoofdpersonage, de superaantrekkelijke journalist Georges Duroy, in zijn onstuitbare klim naar de top, geplaveid met ontgoochelde vrouwen en bedrogen echtgenoten. Duroy wordt een van de rijkste Parijzenaars, maar treedt tegelijk zo herkenbaar uit het boek naar voren dat hij een verlopen vriend van je kon zijn. Hij observeert de hypocrisie van de rijken en bezingt de schoonheid van vrouwen die meer dan honderd jaar geleden zijn gestorven : “Hij bleef staan om een geparfumeerde vrouw langs te laten die in een rijtuig stapte en naar huis ging, ademde begerig diep de lucht van citroenverbena en iriswortel in die door de atmos-feer verspreid werd. Zijn longen en zijn hart klopten plotseling van hoop en vreugde, en de gedachte aan mevrouw De Marelle die hij de volgende dag terug zou zien nam van boven tot onder bezit van hem.”
Ze keken, dachten, voelden als wij, daar in die verzonken jaren. Hun dromen, angsten en hartstochten waren dezelfde. Dat is des te fascinerender als je bedenkt dat de man die vanaf deze roomkleurige bladzijden het woord tot je richt nooit een vliegtuig heeft gezien, noch een auto die sneller liep dan twintig per uur. Af en toe krult er wel een glimlach om je lippen, als je leest hoe het hoofdpersonage zijn ‘rotting’ afgeeft aan een lakei. Van Dale moet eraan te pas komen voor ik weet dat dit geen smerige ziekte is maar gewoon een wandelstok.
Dommer dan wij waren die voorouders van ons zeker niet. De vage superioriteit die we tegenover hen voelen, ontlenen we aan het simpele feit dat wij later leven, en dus kennen wat voor hen nog ondoorgrondelijke toekomst was. Dat maakt hen tot een soort naïeve kinderen, die spoken zagen waar er geen waren. In diezelfde periode, bijvoorbeeld, maakte het bestuur van een grote Vlaamse stad zich danig ongerust over het gevaar van de toen opkomende… fietsen. Om die plaag in te dammen, werd in 1898 een kordaat reglement uitgevaardigd : “Het is op heel het grondgebied streng verboden de rijwielen te doen rollen met eene snelheid grooter dan die van eenen man op gymnastischen pas, zij het 10 kilometer per uur. Deze vaart moet vertraagd worden aan het keeren of het kruisen der wegen, in de smalle straten en op bruggen.”
De hele stad zone-10 : tegenwoordig kunnen we ons dat amper nog voorstellen. Toch is het nog maar vier generaties geleden. Even bekruipt mij het verterende verlangen een blik te kunnen werpen op hoe het over nog eens honderd jaar zal zijn. Mocht zo’n kristallen bol mij voorgehouden worden, zou ik dan durven te kijken ? Zeker is dat niet. Voorlopig vind ik de volledige uitslag van de verkiezingen, die ’s avonds tam mijn kamer binnensluipt, al verwarrend genoeg. Inge Vervotte, de schat, haalt zelfs niet eens zoveel voorkeurstemmen als Filip Dewinter.
JEAN-PAUL MULDERS
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier