Adlon oblige

Berlijn. Een mastbos van kranen die hun armen in alle richtingen uitzwaaien, een enorme werf waar het nieuwe Duitse regeringskwartier uit de grond wordt gestampt : dat is het decor waarin het pasgeopende Hotel Adlon verrijst als een rekwisiet van een toneelstuk waarvoor de acteurs, de titel en zelfs de schrijver nog gevonden moeten worden.

Piet de Moor / Foto’s Jan Verlinde

Met de wederopbouw van dit Grand Hotel in de onmiddellijke omgeving van een der beroemdste historische Berlijnse plekken, de Pariser Platz aan de Brandenburgse Poort, gaat de droom in vervulling van Hedda Adlon. Voor de oorlog was ze mede-eigenares van het hotel, en meer dan twintig jaar geleden vertelde ze de geschiedenis van dit complex na in de bestseller Hotel Adlon Het Berlijnse hotel waarin de grote wereld te gast was.

Dat einde was vreemd en pijnlijk. In 1945, toen de oorlog terugkeerde naar de plek waar zich de misdadigers bevonden die hem ontketend hadden, stond Hotel Adlon nog overeind tussen de zwartgeblakerde gebouwen die door de geallieerde bommenregen getroffen waren. Nu er vrede was en de Russen het voor het zeggen hadden in Berlijn, zag het ernaar uit dat het hotel, dat inmiddels als lazaret voor gewonde Duitse soldaten was ingericht, van het ergste gespaard was gebleven. Onder die soldaten bevond zich officier Walter Schmidt, die zich herinnert hoe in de nacht van de tweede op de derde mei Hotel Adlon toch nog door de vlammen werd verteerd. Het verhaal doet de ronde dat zes Russische soldaten tot de wijnkelder waren doorgedrongen en daar een indrukwekkende verzameling kwaliteitswijnen hadden ontkurkt. Toen een van de drinkebroers zijn brandende sigaret in een kistje met houtwol gooide, was meteen het doodvonnis getekend van een gebouw dat al in 1907 een echte mythe was, het jaar dat het plechtig geopend werd door keizer Willem II. Slechts een kleine vleugel ontsnapte aan de vlammenzee.

Het hotel zou nooit meer worden wat het was : het oord waar de rijken, machtigen en beroemden samenkwamen om er te lanterfanten. Het Adlon verwerd in de jaren vijftig en zestig tot een soort spookkasteel in de Russische zone, gelegen aan de voet van de Muur, een naargeestig hol waarin astronomische prijzen werden betaald voor een luxe die er allang niet meer was.

De naoorlogse geschiedenis van Hotel Adlon was er een van voortschrijdend verval. In 1984 werd het gebouw met de grond gelijkgemaakt. Elke herinnering eraan leek uitgewist. Het was nochtans groots begonnen. In 1907, precies negentig jaar geleden, werd Hotel Adlon opgetrokken op de plek waar voordien het mondaine Palais Redern van de beroemde architect Karl Friedrich Schinkel had gestaan op de Pariser Platz, in die tijd zowat het openluchtsalon van het Duitse keizerrijk. Met de steun van de keizer, die op heftig protest van vele Berlijners stuitte, werd Palais Redern afgebroken en trok de ambitieuze Lorenz Adlon hier een hotel op dat de vergelijking kon doorstaan met de Grands Hotels zoals Claridge en Savoy in Londen of Ritz en George V in Parijs.

Willem II had als keizer nog het privilege om over het uitzicht van de gevels in zijn hoofdstad te beslissen. Hij was blij met de bouw van dit hotel omdat zijn eigen kasteel, dat zich aan het andere uiteinde van de chique boulevard Unter den Linden bevond, hem niet meer beviel. Het nieuwe hotel Adlon leek hem een geschikter oord om zijn gasten in uit te nodigen, en in die mening werd de keizer gesterkt toen hij het hotel opende en het als eerste gast betrad. In die tijd was het de gewoonte dat de genodigden van de soeverein sliepen in het Berlijnse slot van de keizer, maar toen Hotel Adlon geopend was, waren het alleen nog de onbeduidende vorsten die op de uitvoering van deze regel van de etiquette stonden. Tot zijn staatsgasten placht de keizer te zeggen : ?Kinderen, neem toch uw intrek bij Lorenz Adlon. Bij mij in het slot is het koud en tocht het, en in de paar badkamers die er zijn functioneert het warm water niet.?

Lorenz Adlon spaarde moeite noch kosten. Een Grand Hotel als het Berlijnse Bristol Hotel had destijds ongeveer 8000 mark per bed geïnvesteerd. Maar Lorenz liet zijn rivalen ver achter zich door gemiddeld 42.500 mark per slaapstede te besteden. Hotel Adlon telde toen 305 kamers en 391 bedden. De 140 baden konden razendsnel met warm water worden gevuld, wat een nieuwigheid was in een tijd waarin stromend water in huis lang niet vanzelfsprekend was. Ook in Duitsland beantwoordde het fenomeen van het luxehotel aan de behoeften van de aristocratie en de nieuwe rijken. De elite van die tijd werd gelokt door de glitter van de steden. Op hun uitgestrekte landgoederen, waar hun families soms reeds generaties volgens de tradities hadden geleefd, verveelden ze zich stierlijk. Maar omdat ze niet over voldoende middelen beschikten om in de stad nog eens paleizen op te trekken en zich met een grote schare personeel te omringen, vonden ze in de luxehotels een alternatief om in volle comfort aan de oude conventies te ontsnappen. Wie het geld had om in het Adlon zijn intrek te nemen, hoefde zich om niets meer te bekommeren op zijn eiland van gelukzalige behaaglijkheid, en kon zich naar eigen luim overgeven aan de duistere verleidingen die de grootstad daarbuiten te bieden had.

Maar niet iedereen die in het Adlon zijn intrek nam, betrachtte de discretie van de adel. In 1914 zette de beeldschone en wereldberoemde Spaanse danseres Carolina Otéro, de Marilyn Monroe van haar tijd, het hotel op zijn kop toen ze met haar uitzet arriveerde, waaronder een papegaai, twee mopshondjes, een parelhoentje, een Siamese tempelkat, 38 koffers en een kamermeisje. Dat was nu la belle Otéro, over wie de gasten in de bar van het Adlon fluisterden dat ze pas terug was uit Sint-Petersburg, waar ze in restaurant Couba op een grote zilveren schaal naakt was rondgedragen door twaalf Russische vorsten. Dat zijn geruchten, want toen ze eens op het middaguur schaars gekleed het balkon van haar kamer betrad en door een Franse fotograaf werd geflitst, zette ze de boel op stelten en dreigde ze ermee bij niemand minder dan de keizer zelf haar beklag te doen.

Adlon was toen het Berlijnse top- en cultadres aan het worden waar de beroemdheden neerstreken : de Amerikaanse industrieel Rockefeller vertoefde er met zijn lijfarts, die streng toezag op het dieet van zijn baas. De miljonair Oppenheimer sprak er een page aan die voor hem moest uitrekenen wat het goedkoopst was : een rit naar Frankfurt met wagen en chauffeur of per trein in de slaapwagen. Billy Wilder, in 1927 nog een nobody, interviewde er de multimiljonair Cornelius Vanderbilt, die tijdens het gesprek drie bouletten en vier glazen bier gebruikte die Wilder moest betalen omdat Vanderbilt geen frank op zak had. Op doorreis naar Stockholm, waar hij zijn Nobelprijs in ontvangst zou nemen, liet de schrijver Thomas Mann zich in Hotel Adlon verwennen. Chaplin bood er Marlene Dietrich ooit rozen aan en Josephine Baker, Ernst Lubitsch en Edgar Wallace behoorden er tot de vaste cliënteel. Ernst Ludwig Kirchner schilderde de cocottes die in de buurt van het hotel hun diensten aanboden.

Er waren ook vrouwelijke gasten die niet alleen om thee te drinken in Hotel Adlon logeerden. Ze vertoefden er omdat ze wilden dansen, maar omdat het niet denkbaar was dat een heer daarvoor door een dame zou worden aangesproken, gaven de dames aan de pages de betaalde opdracht om een heer te strikken. Heinz Maier, die vlak voor de oorlog nog page is geweest : ?Die heren waren gewoon gigolo’s, meestal mislukte officieren, die goed konden leven van hun bijberoep. Met het geld kon een van hen zelfs een auto kopen.?

Service stond toen al hoog in aanzien, ook al kon het aardig op spionage beginnen lijken. Van graaf x werd genoteerd dat hij graag met twee hoofdkussens ging slapen, van mevrouw y dat ze een warmwaterkruik onder de lakens waardeerde. Van bankier Svenström werd opgetekend dat hij in het geniep whisky binnensmokkelde en dat hij nooit een fooi gaf.

Als je uitgaat van de huidige geldwaarde, heeft de bouw van het oude Hotel Adlon de enorme som van 700 miljoen mark gekost. Dat is een gigantisch bedrag als je beseft dat het nieuwe hotel ?slechts? 425 miljoen mark verslond, een beetje minder dan 10 miljard Belgische frank, die vooral opgebracht werden door 3500 aandeelhouders. Die formule was een succes, waardoor de initiatiefnemers steeds meer gingen geloven in de goede afloop van hun onderneming. Een enorme troef was het dat het nieuwe hotel de genius loci zou uitademen van het oude, al was het maar omdat het, na de val van de Muur in 1989, op exact dezelfde plek was opgetrokken als het oude hotel. Daarmee was de wens in vervulling gegaan van Hedda Adlon, die eerder alle voorstellen had afgewezen om het oude Adlon in West-Berlijn of West-Duitsland te doen herrijzen. ?Ik zou de Adlon graag weer opbouwen,? schreef ze in Hotel Adlon, ?maar alleen wanneer er niet meer over een west- en een oostsector hoeft te worden gesproken, en alleen daar waar het ooit stond en waar ik de gelukkigste tijd van mijn leven doorbracht.? Nu staat het er weer, eerder als een citaat dan als een kopie van het oude gebouw. Het is een kolos waarvan de gevel uit heldere zandsteen bestaat en het dak het patina vertoont van de verweerde koepels van een Midden-Europese stad als Praag. Het uitzicht en de compactheid doen denken aan een botertaart.

In de monumentale trappenhal heeft de page zijn handen vol met het tegenhouden van toeristen op sandalen en in shorts : tot wanhoop van de directie hebben zij helemaal geen drempelvrees en begapen ze de gasten van het Adlon ?als waren het zeldzame dieren uit de zoo?. Kamers (er zijn er 337) zijn er in alle soorten, maar goedkoop is er geen enkele. Voor een gemiddelde executive kamer, waarvan er 94 zijn, betaal je iets meer dan 13.000 frank, ontbijt inclusief. Een suite kost meer dan het dubbele, per nacht vanzelfsprekend. Daarvoor kan je de airconditioning vanuit je bed regelen, 39 tv-kanalen ontvangen (waaronder Algerije), faxen, e-mailen en telefoneren. Elke kamer heeft een draadloze telefoon die alleen functioneert in het hotel, zodat je met service, inlichtingen en andere kamers steeds kan communiceren. Geen enkel detail is over het hoofd gezien : zo zit de dop van het zwarte bad in het midden, zodat van de koppeltjes die elkaar hier komen inzepen geen enkele partij met zijn bips op dat uitsteeksel komt te zitten. Op het vergulde plafond zie je de rimpeling van het badwater als in een spiegel flonkeren. Je stapt de douche in langs een glazen deur, en krijgt het gevoel dat je naakt in een veredelde telefooncel staat. En op de wc, waarvan de wanden zijn afgewerkt met dofglanzend kersenhout, heb je het gevoel dat je je bureau nog niet verlaten hebt. De matrassen zijn de comfortabelste van uren in het rond. Met de vuile was wordt hier in de gangen niet meer rondgereden, want via een luik dat uitgeeft op een buizensysteem worden lakens, slopen en dekens rechtstreeks naar de wasserij gezogen. De gast die in zijn kamer iets vergeet, mag gerust zijn dat het hem niet wordt nagestuurd, tenzij hij of zij er zelf om vraagt. Discretie is hier heilig.

M arcellus is de Nederlandse page die na veel omzwervingen als een Cerberus de toegang van Hotel Adlon bewaakt. Hij spreekt graag in oneliners. Als ik hem vraag of hij zijn job graag doet, knikt hij overtuigd. Dit ligt hem nog meer dan butler zijn in zeg maar een Japanse ambassade, een werk dat hij ook met plezier deed. En als we willen weten of hij tevreden is met de opbrengst elke maand, haalt hij de schouders op : ?Om het even wat je verdient, het is nooit genoeg.?

Of Hedda Adlon met het nieuwe hotel ingenomen geweest zou zijn ? We denken van wel. Voor Hedda stond het hotel gelijk met klasse en soliditeit. Toen er na de oorlog een film werd gedraaid die Hotel Adlon tot decor had, werd ze woedend over het resultaat en verliet ze de première. In het echte hotel kwam je op je kamer via een dubbele deur, maar in de film was dat een enkele deur geworden. Wie weet dat iemand over vijftig jaar opnieuw een boek schrijft dat begint met de woorden waarmee Hedda Adlon een paar decennia geleden haar memoires opende : ?Het Adlon was een gelukskind, haast een wonderkind, en ik zou zijn levensloop met een ‘er was eens’ kunnen beginnen, ook al klinkt dat misschien een beetje ouderwets.?

Als je uitgaat van de huidige geldwaarde, heeft het oude Hotel Adlon 700 miljoen mark gekost. Het nieuwe verslond slechts 425 miljoen mark, een beetje minder dan 10 miljard Belgische frank.

Er zijn 337 kamers in alle soorten, maar goedkoop is er geen enkele. Voor een gemiddelde executive kamer betaal je iets meer dan 13.000 frank per nacht.

Uitzicht en compactheid doen denken aan een botertaart.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content