Onze zoon van vier is enorm geïnteresseerd in eten. Hij vraagt ’s ochtends al wat we die dag zullen eten, hij kan gedetailleerde beschrijvingen geven van wat er op school op het menu stond en hij weet wat hij wil (“mijn beker melk mag niet te warm zijn, maar zeker niet te koud”). Uitgedost met een gele Nijntje-schort ziet hij eruit als een minichef wanneer hij in de keuken aan de slag gaat. Hij zet met overgave koffie, heeft het geduld om een hele stapel wortelen te schrapen, helpt pudding maken en kan in opperste concentratie het pannenkoekendeeg loskloppen. Sinds kort vraagt hij over eten vaak of het gezond is. En of er toch zeker niet te veel suiker in zit. Want dat mag niet van de tandarts, weet hij sinds een bezoek daar. Hij staat ook onder invloed van zijn zesjarige zus die in de les leerde over de voedingsdriehoek. Daarnaast kijken ze met hun tweeën graag naar het Ketnetprogramma Lazytown, met een totaal verantwoorde hoofdfiguur Sportacus. De educatieve Sportacus zet de kijkertjes aan om meer te bewegen en sportsnoep (fruit) te eten. Dat doen Tom en Sofie nu consequent. Appel, peer, kiwi, bij voorkeur op een cocktailprikker, waarmee die stukjes fruit in hun ogen een lolly worden.

Moeilijk vind ik het om kleuters ‘gewoon’ met eten te laten omgaan. Je kunt hen niet zonder controle loslaten op het overaanbod aan voeding, maar je kunt hun evenmin ‘gezondheidsstress’ bezorgen. Van vrienden met oudere kinderen hoor ik dat het er niet makkelijker op wordt. Dat blijkt ook uit onderzoek. Recent verschenen cijfers van Kathleen Custers, onderzoekster aan de KULeuven, tonen onder meer aan dat bij middelbare scholieren één op de drie meisjes minder probeert te eten. Met de vraag waarom we tegenwoordig zo verkrampt aan tafel zitten, trok Guinevere Claeys naar An Vandeputte, psychotherapeute gespecialiseerd in eetstoornissen (‘De koude oorlog met ons bord’, pagina 22). Het werd een verhelderend interview waarin ze ouders advies geeft en vooral waarschuwt niet te snel te problematiseren.

Ook over eten, maar dan een culinair hoogstandje, gaat ‘Liefdemaal in wit en rood’ (pagina 56) waarin onze Hobbykok van het jaar Olivier Deschieter kookt voor zijn vriendin. Het hoort elk jaar bij het takenpakket van de in december verkozen Hobbykok om een valentijnsmenu uit te werken. Olivier Deschieter is een gepassioneerd hobbykok en heeft zijn opdracht met verve tot een goed einde gebracht. Zijn recepten zijn misschien niet geschikt voor culinaire leken, maar zullen zeker amateurkoks kunnen inspireren.

trui.moerkerke@knack.be

Trui Moerkerke

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content