Weinig reisschrijvers hebben meer lezers en aanzien dan Paul Theroux (73), u weet wel : de vader van de inmiddels nog bekendere televisiemaker Louis Theroux. In De tao van het reizen lijst hij zijn heilige principes op in tien simpele puntjes. 1. Vertrek. 2. Ga alleen. 3. Neem weinig mee. 4. Neem een kaart mee. 5. Ga over land. 6. Passeer grenzen. 7. Houd een dagboek bij. 8. Lees een boek dat niets te maken heeft met de reisbestemming. 9. Gebruik geen mobiele telefoon (als je die al meeneemt). 10. Maak vrienden.

Zijn tien geboden mogen dan logisch en aannemelijk klinken, toch haal ik amper twee op tien. Ik vertrek, dat is het zowat. Nee, allenigheid vind ik niet zo’n aangename reisgezel. Tegen wie zeg je dan : “Kijk daar eens, hoe mooi” ? Of : “Kom, nog een uurtje stappen en we zijn boven” ? Travelling light is absoluut de nuttigste tip van Therouxs tao, zeker niet de gemakkelijkste. Keer op keer zeul ik te veel mee. Vraag ik me bij het uitpakken thuis af : “Waarom heb ik dit en dat eigenlijk in mijn koffer gestopt ?”

De kaart ! Een twijfelgeval, goed voor een half puntje. Meestal denk ik er wel aan om die mee te nemen, soms reken ik er stiekem op dat er ter plekke wel een handig stadsplannetje te rapen valt. Of blijkt de meegenomen kaart toch niet het alleraccuraatste of nieuwste exemplaar op de markt.

Ga over land. Ook een mooie. Definieer je reizen als je verplaatsen door een (vreemd) landschap, dan zijn vliegtuigen uit den boze. Die verplaatsen je niet, maar droppen je ergens. Alweer niet gescoord. Jammer, dit punt had ik eigenlijk wel willen binnenhalen, ook omwille van mijn ecologische voetafdruk. Onder ons gezwegen : vandaag, om 18.35 uur ga ik alweer zondigen.

Passeer grenzen. Sinds de Europese grensovergangen gereduceerd zijn tot banale wegmarkeringen, klinkt nummer zes van de tao zelfs een beetje nostalgisch. Nee, ik heb geen heimwee naar douanekantoren, slagbomen en wachtrijen. En aan de gesprekken met de vreemdelingenpolitie in luchthavens heb ik niet Ć©Ć©n onuitwisbare herinnering. Een nul zonder spijt.

Een dagboek bijhouden, of thuis laten liggen of verliezen onderweg, ik krijg het er warm noch koud van. Voor wie zitten die dagboekschrijvers zich uit te sloven ? Voor hun enige lezer ?

Tijd om nog eens te scoren, al was het maar een half punt. De meegenomen roman heeft inderdaad het liefst niets met de reis te maken. Mario Vargas Llosa leest vlot in ScandinaviĆ«, net als Jonas Jonasson in de VS. Alleen blijft zo’n roman weleens ongelezen in de koffer. Schande, dit had een vol punt moeten zijn.

Vijftien jaar geleden kon ik het gsm-verbod zonder moeite aanvinken, maar sinds ik er een heb, blijkt zo’n mobieltje wĆ©l handig. Als reiswekker, bijvoorbeeld, dat zou Paul Theroux misschien nog door de vingers zien. Maar eerlijk is eerlijk : ik verstuur toch ook wel soms een sms’je.

Over nummer tien zal ik kort zijn : helaas ben ik Paul Theroux nog nooit tegengekomen in het buitenland. “Mijn goeie vriend Paul”, het had nochtans mooi geklonken.

ignace.van.nevel@knack.be

Ignace Van Nevel

Nee, allenigheid vind ik niet zo’n aangename reisgezel. Tegen wie zeg je dan : “Kijk daar eens, hoe mooi”?

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content