Lene Kemps
Lene Kemps Lene Kemps is de hoofdredactrice van Knack Weekend.

De goud-met-zwart ketting. Het doorstikte leer. De verstrengelde C’s. De Chaneltas is veertig jaar oud en nog steeds een statussymbool.

LENE KEMPS

Ik was het zo beu mijn tas steeds te moeten vasthouden en ze voortdurend overal te vergeten, dat ik er een lange riem aan heb gemaakt en ze over mijn schouder droeg, ” vertelde mademoiselle Chanel aan Paul Morand. Het was een eenvoudig idee, afgekeken van de grote knapzakken van de militairen, maar in een kleinere en meer elegante vorm gegoten. Van de mannengarderobe naar de wereld van vrouwelijke elegantie, het is een systeem dat Chanel vaker toepaste.

Coco gebruikt haar handige schoudertas al in 1929. Haar vriendinnen zijn zo jaloers dat ze net dezelfde willen, die Coco dan ook speciaal voor hen op bestelling maakt. Het duurt echter tot 1955 voor ze het model op de markt brengt. Volgens sommigen hebben haar financiers, de familie Wertheimer, aangedrongen op de lancering. De Wertheimers zijn commercieel aangelegd en zien meteen de mogelijkheden van een accessoire-lijn. De eerste reeks tassen verlaten in februari 1955 het atelier. Dat verklaart meteen de ietwat hermetische naam van de Chanel-tas : 2.55, maand en jaartal van haar geboorte. Ze zijn er in drie formaten, vier kleuren (beige, marineblauw, bruin en zwart) en twee materialen (leer voor overdag, zijdejersey voor’s avonds). Albert Monnot heeft ze volgens de specifieke instrukties van mademoiselle Chanel gemaakt.

Gabrielle Chanel trekt zich in 1939 terug uit de mode en blijft wegens een zwart oorlogsverleden lang uit Parijs weg. Na de oorlog leeft ze in Zwitserland met haar Duitse minnaar Von Dinckelheim. Wanneer ze in 1954 haar come-back maakt in de rue Cambon, wordt haar eerste defilé de grond ingeboord. De 2.55 kent echter onmiddellijk sukses. Chanel draagt op dat moment al bijna twintig jaar haar tas op haar schouder, maar ze ziet haar klanten nog steeds krampachtig die piepkleine handvatjes vastknellen. Blijkbaar had geen enkele ontwerper eraan gedacht dat een vrouw graag de handen vrijheeft.

Door de jaren heen heeft Chanel haar eigen model verfijnd tot het volledig op haar is afgestemd. De tas heeft op dat moment zo lang haar leven gedeeld, dat de vorm en indeling ervan kompleet logisch tot stand zijn gekomen. “Een tas moet vooral funktioneel zijn, ” vindt Chanel, dus krijgt ze een grote overslagklep mee, waar je binnenin brieven kwijt kan. “La secrète, ” noemt Chanel het verborgen zakje, “pour y ranger un mot doux ou quelques billets. ” Even praktisch zijn de drie kompartimenten binnenin en de speciale tubevormige lippenstift-ruimte. Chanel eist dat de binnenkant van de 2.55 even perfekt is als de buitenkant. In het begin draait ze de tassen persoonlijk binnenstebuiten om zich ervan te verzekeren dat dit ook het geval is. Op de kontrasterende donkerrode voering volgens sommigen een ironische verwijzing naar het uniform dat ze in de kloosterschool moest dragen worden de verstrengelde C’s gestikt. De klep wordt gesloten met een hoekig draaislotje. Vandaag zijn de C’s ook zichtbaar buiten op de sluiting, op aanvraag van de klanten. Volgens het huis Chanel is dat de enige toegeving die in de loop der tijden is gemaakt.

Om de tas meer allure en vorm te geven “il faut qu’ils aient du corps, ” zei Chanel , laat ze de 2.55 met de hand doorstikken. In ruitvormen, een patroon geïnspireerd door de jassen van de staljongens die ze op de paardenrennen zag. Als geniale finishing touch krijgt de tas een ketting van goudkleurig metaal doorvlochten met leer. Een verwijzing naar de boordjes aan de tailleurs en volgens Chanel ook naar de diepe verlangens van vrouwen. Als een medewerker een simpele leren draagriem voorstelt, zegt ze : “Ik weet wat vrouwen willen. Geef ze kettingen. Vrouwen houden van kettingen. “

Zoals alle Chanel-produkten is de tas opgebouwd volgens een serie erg herkenbare details die de kracht van het ontwerp uitmaken. De Chanel-kodes maken de tas onmiddellijk herkenbaar. En makkelijk te kopiëren. “Namaak ? C’est l’hommage de la rue”, zei mademoiselle Chanel ooit. Dan zou ze zich met de vele imitaties van haar tas wel erg gelukkig hebben gevoeld. Het is ongetwijfeld één van de meest gekopieerde modellen. De verantwoordelijken van het huis Chanel zijn er vandaag niet zo blij om. “We hebben een team dat gespecializeerd is in het opsporen en vervolgen van vervalsers”, zegt men bij Chanel. “Kopies zijn meestal van slechte kwaliteit en doen afbreuk aan ons imago. “

De funktionaliteit van de 2.55 maakt ongetwijfeld deel uit van haar sukses, het geeft haar een zekere tijdloosheid. Al veertig jaar lang is de tas een statussymbool en laten deftige dames zich er graag mee fotograferen. Als Suzy Menkes van de Herald Tribune opmerkt dat ze opvallend minder gouden kettingen ziet en zich afvraagt of de tijd van de Chanel-tas voorbij is, laat Lagerfeld als reaktie een paginagrote advertentie plaatsen : Chanel forever. “De 2.55 maakt deel uit van de Chanel-legende”, zegt hij. “Ze is een bijna mytisch objekt geworden. “

Hoeveel eksemplaren van de 2.55 worden geproduceerd en verkocht, is een zorgvuldig bewaard geheim. Omdat Chanel een familiebedrijf is, is het volgens de Franse wet niet verplicht cijfers vrij te geven. Ze doen het dan ook niet. Zoals de gewoonte is bij huizen die drijven op mytes en legendes, zegt men dat nuchtere getallen afbreuk doen aan de droom.

Volgens de uitspraak van Goethe dat je “een betere toekomst kan maken met uitvergrote elementen uit het verleden”, geeft Lagerfeld de tas steeds een andere vorm. Ze bestaat nu in alle kleuren, in tweed en denim, met pailletten of raffia, reuzegroot of piepklein. Als rugzak, beauty-case of heuptasje. Maar het originele model blijft de grote klassieker. De 2.55 wordt in de ateliers nog steeds op dezelfde manier gemaakt.

Een tas wordt in 180 verschillende handelingen in elkaar gezet. De meeste operaties gebeuren met de hand. Het knippen en snijden wordt machinaal gedaan, daarna wordt alles aan experten overgelaten. Het vraagt een team van zes ambachtslui tien uur om een tas te maken. Monsieur Michelin doet in de Chanel-ateliers al dertig jaar de kwaliteitskontrole. Hij bekijkt de sluitingen, de binnenkant van de tas en de stiksels. Hij beweert dat hij in elke tas de hand herkent van degene die ze heeft afgewerkt. Wanneer zijn vinger over het leer glijdt zacht lamsleer uit midden Frankrijk doet hij voor de zoveelste keer dezelfde uitspraak : “Deze tassen leven. “

Het vraagt een team van zes ambachtslui tien uur om een tas te maken.

Chanel liet de tas met de hand doorstikken, in ruitvormen, een patroon geïnspireerd door de jassen van de staljongens die ze op de paardenrennen zag.

Een model uit 1955 : “Blijkbaar had nog geen enkele ontwerper eraan gedacht dat een vrouw graag de handen vrijheeft. “

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content