Calatrava’s stationsgebouw zal de deadline voor Mons Culturele Hoofdstad 2015 niet halen, maar Daniel Libeskinds congrescentrum staat er al. Van topaccordeonist tot toparchitect, van het Joods Museum tot Ground Zero. Een interview.

Mons 2015 kan onze regio in één klap twintig tot dertig jaar vooruithelpen.” Een krasse uitspraak van burgemeester Elio di Rupo. Rijsel kreeg als Culturele Hoofdstad in 2004 inderdaad een cultuurshock die tien jaar later nog nazindert. Maar is zo’n stunt ook mogelijk in Bergen ? Di Rupo hoopt alvast op een Bilbao-effect, dankzij vijf nieuwe musea én een architectuurinjectie van internationaal niveau. Helaas, het nieuwe stationsgebouw van Santiago Calatrava zal niet op tijd af raken. Enigszins te verwachten natuurlijk, want ook bij het nieuwe station van Luik-Guillemins overschreed hij deadline (en budget) ook al ruimschoots. De New Yorkse architect Daniel Libeskind (68) hield zich wél aan de afspraken : zijn congrescentrum is opgeleverd. Het MICX (Mons International Congress Xperience), geëxploiteerd door Artexis, is gebouwd voor seminaries, colloquia, concerten, lezingen en beurzen. “Voor het krappe budget hebben we een zeer groot gebouw voor de 21ste eeuw kunnen neerzetten. Zonder veel decoratieve toeters en bellen, maar wel met veel licht en ruimte. Samen met het station zal dit de stad een verse identiteit geven. Nieuwe faciliteiten zorgen voor nieuwe opportuniteiten”, aldus Libeskind.

DIENSTVERLENER

Calatrava en Libeskind zijn vrienden en collega’s : ze werken samen aan de wederopbouw van Ground Zero in New York. Toch kunnen hun gebouwen in Bergen niet verder uiteenliggen. Calatrava’s bouwsels zijn iconische XL-sculpturen, Libeskinds ontwerpen zijn pragmatisch en bescheiden qua visuele impact. “De gebouwen zijn niet uit hetzelfde hout gesneden, maar ze gaan wel met elkaar in dialoog”, zegt Libeskind subtiel. “Samen geven ze Bergen het imago van een metropool. Calatrava bouwt een tempel voor het openbaar vervoer, ik wou vooral een gebouw maken dat geënt is op de geschiedenis van deze plaats. Als architect voel ik me geen sculpteur, maar een dienstverlener : een klant vraagt mij om zijn concrete probleem op te lossen met een bepaald budget. Daarom beschouw ik architectuur ook als een duurzame kunstvorm. Ik wil zoveel mogelijk mensen zoveel mogelijk meerwaarde bieden voor zo weinig mogelijk geld. En het liefst op een zo klein mogelijke oppervlakte : dit land is al zo volgebouwd.”

AMERICAN COFFEE

Voor Libeskind is een gebouw pas duurzaam als de opdrachtgevers het zich kunnen permitteren. Als het praktisch én technisch goed in elkaar zit. En als het memorabel genoeg is, zodat het niet snel weer afgebroken wordt. “Ik geloof in expressieve gebouwen, die uitstraling geven aan een plaats. Architectuur is als espresso, koffie met een smoel. ‘Verwaterde’ gebouwen die te veel op Amerikaanse koffie lijken, daar zit echt niemand op te wachten”, zegt hij. “Dit congrescentrum is een statement. Het toont aan dat Europa meer is dan de grote centra als Parijs of Londen. Er zijn ook kleine plekken, zoals Bilbao, die door goeie architectuur culturele hotspots worden. Bergen heeft ook die potentie, ondanks de crisis. In economisch uitdagende tijden moeten steden durven investeren in hun toekomst. Tijdens de Grote Depressie in de Verenigde Staten zijn de meest fantastische gebouwen neergepoot. We moeten bouwen voor de toekomst, niet als reflectie op vandaag. Architectuur moet geloof in de toekomst uitstralen. Want een open samenleving gaat maar vooruit als er architectuur is waar mensen elkaar kunnen ontmoeten. Denk maar aan scholen, musea, universiteiten, congrescentra, maar ook woningen of parken.”

Waar was jij op 9/11 ? Het is een vraag die New Yorkers elkaar geregeld stellen. Daniel Libeskind weet het nog zeer goed. Op 11 september 2001 was hij in Berlijn voor de opening van zijn allereerste gebouw ooit : het Joods Museum. Libeskind won in 1989 de anonieme competitie, ook al had hij toen niet één realisatie op zijn palmares. Toen hij het nieuws over de aanslag hoorde, keerde hij meteen naar zijn thuisstad New York terug. Als twintiger had hij het World Trade Center nog weten opbouwen, zijn ouders woonden er op een boogscheut vandaan. Een jaar na 9/11 werd Libeskind gevraagd als jurylid voor de architectuurcompetitie voor Ground Zero. Hij was helaas verhinderd, maar besloot dan maar om zelf mee te doen aan de wedstrijd. Die hij vervolgens won. “In twee van de vier woontorens zijn al zeventigduizend mensen ingetrokken. De helft van de oppervlakte is publiek domein. Maar liefst 25 miljoen mensen hebben het Memorial op Ground Zero bezocht. En het is nog niet eens helemaal afgewerkt. Het Joods Museum en het masterplan voor Ground Zero zijn mijn eerste en mijn laatste grote architecturale verwezenlijking”, zegt hij. “Het zijn allebei monumenten die traumatische geschiedenispassages in positieve architectuur omzetten.”

SENSATIE

Het leven van Libeskind is met beide mo(nu)menten nauw verweven. Zijn ouders waren Poolse Joden, die maar nipt aan de Holocaust ontsnapten. Hun tweede zoon Daniel, geboren in 1946, bleek een muzikaal wonderkind. Op zijn zeventiende was hij al de beroemdste accordeonvirtuoos ter wereld. Hij speelde overal zalen plat en werd in één adem genoemd met zijn Joodse broeders-virtuozen Itzhak Perlman, Isaac Stern en Daniel Barenboim. “Zoek de reviews in de New York Times maar eens op : ik was een sensatie in die tijd”, vertelt hij. “Maar ik stootte al snel op de grenzen van mijn instrument. Iedereen raadde me de piano aan. Maar dat zag ik niet zitten. Ik ben dan maar gestopt met muziek en een nieuw leven begonnen. Zelfs toen onze kinderen piano speelden, is mijn liefde voor het instrument niet meer teruggekomen.”

Libeskind koos voor een carrière in architectuurtheorie en werd (gast)docent aan universiteiten in Europa en Amerika. “Architectuur ligt heel dicht bij muziek. Een masterplan is een partituur, die zeer precies uitgeschreven moet zijn. Een groot orkest – zeg maar : een aannemer – moet die aanwijzingen heel nauwkeurig interpreteren. En het eindresultaat moet een harmonieus gebouw zijn, dat mensen raakt.”

COMPLIMENT

Zijn vrouw Nina hoorde Daniel Libeskind zelfs nooit accordeon spelen : ze leerden elkaar pas kennen in 1966, toen Libeskind al docent én Amerikaans staatsburger was. Hun huwelijksreis was een rondreis langs de huizen van Frank Lloyd Wright in de States. Sinds 1989 werken de twee nauw samen : Nina werd de COO van Studio Daniel Libeskind, die intussen vestigingen heeft in New York, Zürich en Milaan. “Onze studio heeft geen eigen stijl, maar een eigen taal. Hier rollen geen herkenbare gebouwen van de band, we bedenken per project telkens volledig nieuwe oplossingen. Architecten grijpen vaak terug naar iets wat ze al gebouwd hebben. Dat is zo twintigste-eeuws. Mies Van der Rohe herhaalde zich ook altijd. Tijdens een bespreking zeggen klanten ons soms : jullie ontwerp ziet er helemaal niet uit als ‘een Libeskind’. Wel, dat is voor ons een groot compliment.”

Anno 2014 bouwt Studio Libeskind overal ter wereld zowel publieke projecten als private realisaties. Lange tijd weigerde het bureau om in China te bouwen, vanwege het regime. “In elk bouwproject is de overheid betrokken, dat stoorde me enorm. We aanvaarden er enkel opdrachten als die volledig privaat zijn. Veel grote architecten in Europa en de States tasten gretig toe, omdat de budgetten in China nog enorm zijn. Maar veel van hun recente gebouwen zijn nu al ruïnes, omdat ze te snel gebouwd zijn door mensen zonder ervaring. Wij kregen al zeker vijfhonderd projecten aangeboden in China. We konden al lang in een Lamborghini rondrijden, als we dat wilden. Maar we hebben geen auto.”

WONEN OP DE MAAN ?

En wat denkt Libeskind over architectuur op de maan ? Concurrerende architectenbureau als Foster + Partners denken al hardop na over 3D-geprinte woningen, gemaakt met maanstof. “Steven Hawking, de belangrijkste wetenschapper van onze tijd, zegt dat de aarde geen toekomst heeft. Het beste wat we volgens hem kunnen doen, is raketten ontwikkelen en andere planeten bevolken. Ik ga daar niet mee akkoord. We hebben inderdaad de aarde misbruikt en overgeëxploiteerd. Maar migreren is niet de oplossing. Laat ons een volledig nieuw ruimtevaartprogramma ontwikkelen om onze eigen aardbol te herontdekken. Vanuit vogelperspectief zullen we misschien tot nieuwe inzichten komen.”

DOOR THIJS DEMEULEMEESTER

“Ik wil zoveel mogelijk mensen zoveel mogelijk meerwaarde bieden voor zo weinig mogelijk geld. En het liefst op een zo klein mogelijke oppervlakte : dit land is al zo volgebouwd”

“Tijdens de Grote Depressie in de VS zijn de meest fantastische gebouwen neer-gepoot. We moeten bouwen voor de toekomst”

“Klanten zeggen soms : dat ontwerp ziet er helemaal niet uit als ‘een Libeskind’. Wel, dat is een groot compliment”

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content