In de medina van Marrakech bouwden twee jonge Brusselaars een oude riad uit tot het sobere en smaakvolle gastenverblijf Tchaikana. Een groen rustpunt in de wervelende drukte, en een ode aan de Afrikaanse ambachten.

D elphine Mottet (33) en Jean-François Claeys (35) houden van reizen en raakten al snel in de ban van Afrika : Ivoorkust, Mali, Ghana, Burkina Fasso, maar ook Egypte en Marokko. Vooral de ambachtelijke werkplaatsen in Marrakech brachten Delphine helemaal in vervoering. Een liefde die ook de leidraad werd bij het inrichten van hun riad. In 2000 vonden Jean-François en Delphine in Marrakech immers hun droomhuis. Begin januari 2001 begonnen ze met de renovatie en twee jaar later openden ze Tchaikana.

De architectuur van deze woningen heeft een vast plan : een centrale patio wordt omringd door één of meer verdiepingen met kamers. In het Arabisch betekent riad in de eerste plaats bevloeide binnentuin. Het waterbekken in het midden staat symbool voor de bron, de oorsprong van alle plantengroei, en verwijst bovendien naar de vier levenslopen uit de koran, vaak afgebeeld door twee kanalen die elkaar kruisen en op die manier de aarde in vier verdelen. Niet zonder trots vertelt Jean-François dat zij “effectief over vier parterres beschikken. In drie ervan groeien hoge sinaasappelbomen, in de vierde een mandarijnenboom”.

Hun huis is letterlijk en figuurlijk een oase. Een verademing voor wie overweldigd wordt door de drukte van de medina en het gewemel van de soeks. Vooral de grote tuin en de ruime kamers eromheen trokken de aandacht van het stel : “We bezochten heel wat huizen, maar meestal hadden ze kleine tuintjes en donkere ruimtes die vaak niet breder waren dan twee meter. Onze kamers zijn 4,5 meter breed en elf meter lang. Dat maakt dat we ze konden inrichten als studio’s of suites.”

De kamers zijn niet alleen ruim maar ook comfortabel. Ze beschikken over een salon en een aparte badkamer. Overal vind je sporen van Delphines reizen : een wandtapijt uit Ivoorkust, een bedsprei van bogolan of modderdoek uit Mali, indigoweefsels uit Guinea, batik uit Burkina. Dat alles gecombineerd met een smaakvol sober kleurenpalet : gebroken wit, donkerbruin en aardetinten. Een groot deel van het serviesgoed is hedendaags en werd gemaakt door een vriendin des huizes, Charlotte Barkowski. Het past perfect bij het uitgepuurde interieur.

Zoals alle gastenverblijven in Marrakech die zichzelf respecteren, hebben ze hier ook een eigen kokkin. Een formule die succes heeft, omdat er in de stad weinig restaurants zijn waar typisch Marokkaans en familiaal wordt gekookt. Tajines van kip met citroen of lamsvlees met pruimen, gecombineerd met vers gebakken brood en sinaasappelsap van eigen oogst. Moet het nog meer zijn ?

Jean-Pierre Gabriel

Omdat er in de stad weinig restaurants zijn waar typisch Marokkaans en familiaal wordt gekookt, hebben ze hier hun eigen kokkin in dienst.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content