Vlaams bouwmeester Leo Van Broeck: ‘Verandering wordt niet van bovenaf opgelegd’

© Fred De Brock
Wim Denolf
Wim Denolf Wim Denolf is journalist bij Knack Weekend. Liefst schrijft hij elke week over een ander thema.

Architect Leo Van Broeck (60) woont in Brussel en is medeoprichter van het bureau Bogdan & Van Broeck. In 2016 volgde hij Peter Swinnen op als Vlaams Bouwmeester, om kwaliteit in architectuur en stedenbouw te bevorderen. Op vraag van Anuna De Wever leidt hij ook een denktank rond de klimaatproblematiek.

Ik wil mijn morele keuzes niet uit handen geven. Ik deed destijds burgerdienst omdat ik niet verplicht wilde worden om geweld te gebruiken en ook als architect wil ik geen dingen doen waar ik niet achter sta. In een groot architectenbureau of bij een vastgoedgroep had ik bijvoorbeeld vrijstaande woningen moeten neerzetten of bouwen in verkavelingen die alleen bereikbaar zijn met de auto en peperdure infrastructuurwerken vergen. Zulke projecten doet ons bureau al jaren niet meer. Eens je beseft hoezeer de mens de vrije ruimte, de natuur en het ecosysteem uitput, kun je dat niet meer verantwoorden voor jezelf.

Leven in uitgesteld geluk, je innerlijke zelf verwaarlozen: dat ontploft in je gezicht.

Architecten en stedenbouwkundigen waren vroeger de tanden waarmee de mens de planeet opeet. Als bedenkers en ontwerpers van onze ruimtelijke aanwezigheid op de aarde zijn ze nu de laatste verdedigingslijn van de open ruimte. De vraag gaat al lang niet meer over mooi of lelijk, maar over ethische keuzes: hoeveel natuur, vrije ruimte en andere levensvormen maak je kapot, hoeveel mobiliteit veroorzaken je projecten, wat is hun maatschappelijke meerwaarde? Gelukkig zijn architecten steeds meer systeemdenkers – de meest schuldige stroper kan dus de beste boswachter worden.

Verandering wordt niet van bovenaf opgelegd, omdat het moet. Wat mensen zelf willen, doen ze beter, dus kan ik mijn pleidooi voor zuinig grondgebruik, verdichting in stads- en dorpskernen en kleiner, maar beter wonen niet alleen tot beleidsmakers richten. Plannen voor plaats, de film die Nic Balthazar in onze opdracht maakte en die op onze website staat, helpt daar enorm bij. Vroeger gaf ik soms drie lezingen per dag, maar dat put je uit. Nu geef ik er een tweetal per week, liefst voor grote gezelschappen, en probeer ik vooral internationaal lezingen te geven via Skype. Burgers informeren en inzicht geven in de problematiek werkt: mensen zijn mee met wat ik vertel, en dat dwingt beleidsmakers dan weer om betere keuzes te maken.

De politiek is niets voor mij. Dan zou ik me moeten houden aan het regeerakkoord, het partijstandpunt en de beloften die ik de kiezer gedaan heb, terwijl ik graag ruimte laat voor voortschrijdend inzicht. Als de omstandigheden en nieuwe wetenschappelijke inzichten erom vragen, wil ik van mening kunnen veranderen. Ik hoef ook niet mordicus één oplossing te bepleiten: ik mag meerdere alternatieven voorstellen, met al hun voor- en nadelen. Die vrijheid is het voordeel van mijn adviesplicht: ik mag alles vertellen omdat ik niets te zeggen heb.

Gelukkig zijn architecten steeds meer systeemdenkers – de meest schuldige stroper kan dus de beste boswachter worden.

Vijfentwintig jaar geleden werd mijn verhaal weggelachen. Nu vertellen anderen het door. Dat wil niet zeggen dat we er al zijn: investeren in passiefwoningen, energiezuinige apparaten en elektrische wagens haalt weinig uit als we onze ruimtelijke ordening en versnippering niet willen herbekijken. Dan plegen we een CO2-neutrale natuurmoord en blijven we het planetaire ecosysteem uitputten. Anderzijds bewijzen de klimaatmarsen en de spijbelende scholieren dat de geesten al enorm geëvolueerd zijn. Dat doet deugd, want dat betekent dat ik mijn verhaal straks met een gerust hart kan loslaten: anderen zullen de fakkel overnemen.

Elke dag kan je laatste zijn. Sinds ik een tiental jaar geleden een hersentrombose had, ben ik me daar nog meer van bewust. Ik was ervan af met een week in het ziekenhuis, intraveneuze voeding en de nodige rust, maar vijf millimeter verder en ik was er niet meer geweest. Sindsdien leef ik in extra time en zie ik het leven als een chronisch cadeau. Ik prijs me ook gelukkig dat ik mijn dromen, de fotografie en andere dingen die ik graag doe, niet op de lange baan geschoven heb. Leven in uitgesteld geluk, je innerlijke zelf verwaarlozen: dat ontploft in je gezicht.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content