Amélie Rombauts

‘Na de modemerken focust ook de designwereld op Instagrammability’

Amélie Rombauts Journalist Knack Weekend

‘Ontwerpstudio’s worden ingeschakeld om aantrekkelijke hoekjes te creëren die erom smeken gefotografeerd en gedeeld te worden’, merkt Knack Weekend-redactrice Amélie Rombauts op.

Instagram was de eerste app die ik downloadde toen ik een iPhone kreeg van mijn toenmalige werkgever. Het was december 2010 en het cadeau kon niet op een beter moment vallen. Ik was een paar maanden daarvoor moeder geworden en wist meteen het enorme aanbod aan filters voor mijn babyfoto’s te appreciëren. Als ik terug scrol naar mijn eerste posts en ze vergelijk met wat ik vandaag deel, lijken de beelden van twee verschillende personen te komen. Licht, onderwerp en kadrering maakten weinig uit. Het waren momentopnames, meer niet. Ik dacht niet na over wat ik deelde en of mensen het zouden belonen met een like. Op dat ogenblik had ik het te druk met vrienden op Facebook te poken of onnozele hersenspinsels te delen als status.

Na de modemerken focust ook de designwereld op Instagrammability

Acht jaar na de lancering van Instagram valt de impact van het sociale netwerk niet meer te onderschatten. Volgens Statista.com had het platform in juni 2018 een trouwe fanbase van 1 miljard actieve gebruikers die samen bijna 100 miljoen foto’s en videofragmenten delen. Per dag. Tegen 2021 verwacht het onderzoeksbureau een verdubbeling van de resultaten. Na de modemerken, die het potentieel al snel doorhadden en inzetten op influencers, focust ook de designwereld op Instagrammability. Ontwerpstudio’s worden ingeschakeld om aantrekkelijke hoekjes te creëren die erom smeken gefotografeerd en gedeeld te worden. Ze vallen op in hotels, restaurants en conceptstores, op evenementen, catwalks en beurzen. Van urbanisatieprojecten tot musea, iedereen is zich ervan bewust. ‘Bezoekers verkennen en bekijken de ruimtes meer gekadreerd, en sommigen zien ze vooral door hun telefooncamera’, zegt Evelien Bracke, de eerste curator van Design Museum Gent. Dat er doorgaans veel meer mee gemoeid is dan gewoon fotogenieke objecten of kleuren bijeen te zetten, lees je hier.

De individuele Instagram-gebruiker vindt het natuurlijk ook fijn om mooie hoekjes te creëren in zijn interieur. ‘Een huis zegt wie je bent, maar ook hoe je gezien wilt worden’, vertelt Els De Vos, docent wooncultuur en architectuurgeschiedenis aan de UA, in dit artikel. Vandaar dat we na onze lunch, wat we dragen en onze vakantiebestemming nu ook de plek waar we wonen graag willen delen op sociale media. En dan nog het liefst wanneer het licht mooi valt op de werf en de kinderkamer net is gepoetst.

Vandaag zet mijn dochter haar eerste stappen in de wondere wereld van de sociale media. Niet op Instagram, maar op TikTok, het vroegere Musical.ly. Een paar keer per week kijken we samen naar een eindeloze stroom van filmpjes waarin kinderen en tieners hun favoriete hits lipsyncen. Ik probeer intussen haar drang naar hartjes en fans in te perken, haar kritisch te laten omgaan met wat ze ziet en haar bewust te maken van wat ze deelt. Ik hoop haar te leren dat wat ze ziet geen maatstaf is, maar een momentopname door een gekleurde bril (of gezichtsfilter). Want als je dat doorhebt, zijn social media geen bron van stress, maar van eindeloze inspiratie. Voor je volgende uitstap, danspas of renovatieklus. Het hangt allemaal af van de manier waarop je ze bekijkt.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content