De Brusselse Galerie Greta Meert brengt een hommage aan de stamvader van het minimalisme.
Hou je van een harde zit en strakke vormen, dan vind je de meubelen van Donald Judd het einde. De Brusselse Galerie Greta Meert brengt een hommage aan de stamvader van het minimalisme.
Nu kunst en design bijna met elkaar versmelten, komt ook Donald Judd (1928-’94) weer in de kijker. In de jaren zestig was hij samen met Sol LeWitt en Carl Andre in Amerika een van de tenoren van het minimalisme, een kunststroming die in de schaduw stond van de popart en het hyperrealisme. Iedereen had het over Andy Warhol, Jackson Pollock, James Rosenquist of Roy Lichtenstein, maar de kunstenaars die als reactie naar soberheid streefden, zoals Brice Marden, Ad Reinhardt, LeWitt en Judd, werden vooral gewaardeerd door artistieke fijnproevers.
Al die Amerikaanse kunst werd trouwens toen al in ons land verzameld. Judd is hier dus geen onbekende. Hij is een beeldhouwer die designer werd. In de jaren zeventig verliet hij New York voor het Texaanse Marfa waar hij enkele verlaten gebouwen tot leef- en exporuimte verbouwde en daarvoor simpele kasten, tafels en stoelen maakte, eerst van hout en later ook van metaal. Dat was een hele poos voor het minimalisme in de interieurarchitectuur en design, lang voor John Pawson en Maarten Van Severen dus.
Productie bij familie
Helemaal origineel was Judd ook weer niet, want in het begin van de twintigste eeuw experimenteerden Koloman Moser, Rennie Mackintosh, Frank Lloyd Wright, Marcel Breuer, Gerrit Rietveld en Walter Gropius ook al met geometrische vormen. Hij is ook schatplichtig aan de benedictijnenmonnik Dom Hans van der Laan. De meubelen van Judd blijven sowieso als abstracte sculpturen mooi en interessant.
Het zijn ook sculpturen, want ze worden niet verkocht in het designcircuit, enkel via kunstgaleries. De metalen meubelen worden in Zwitserland vervaardigd, de houten in de States, de productie is in handen van de familie en zit niet bij een designproducent. De prijzen voor de stoelen en zetels schommelen tussen twee- en tienduizend euro, de grote stukken, de tafel en boekenkast kosten twaalf- tot vijfentwintigduizend euro, de houten meubelen zijn minder prijzig dan de metalen.
Piet Swimberghe
