Binnenkijken in de lichtrijke bel-etage van het koppel achter Britsom / Philips Architecten

© Thomas De Bruyne

Hoe woont de architect zelf? Alexander Van Britsom en Sofie Philips, het koppel achter Britsom / Philips Architecten leiden ons rond in hun opengewerkte rijhuis.

Wie?

Alexander Van Britsom en Sofie Philips, het koppel achter Britsom / Philips Architecten.

Wat?

Een opengewerkte rijwoning met sobere, natuurlijke en tactiele materialen.

Verrassend?

Een bel-etagewoning qua structuur, maar met veel meer licht én wooncomfort.

Bouw je als architect voor jezelf, dan heb je vanzelf veel ideeën en inspiratie. Wij kunnen die gelukkig kanaliseren, omdat we met twee zijn: Sofie en ik wonen en werken samen’, zegt Alexander Van Britsom, die vier jaar bij Glenn Sestig werkte. In 2008 begon hij samen te werken met zijn vrouw Sofie Philips. ‘Een moeilijke bevalling was de verbouwing niet. Nog vóór we een bod deden, hadden we al enkele plannen klaar. Als ik de uitvoering daarvan nu bekijk, lijkt het heel erg op die eerste schetsen. In de doorsnede vonden we de burgerwoning heel interessant, ook al was ze compleet opgedeeld in appartementen. Nu ze verbouwd is tot gezinswoning, lijkt het evident dat het zo moest worden, terwijl er enorm veel aan te pas kwam om het zo te krijgen.’

Door het huis helemaal open te gooien, maakten we de circulatie veel hedendaagser en zuiverder

Geen bel-etage

Ultieme creatieve vrijheid hadden Alexander en Sofie op papier. Maar de Gentse burgerwoning zelf – een klassieke rijwoning van 17 meter diep met art-decoinvloeden – stuurde veel van hun ingrepen. Het visgraatparket en de marmeren schoorsteenmantel zijn nog sporen van het originele huis. ‘De rest van de bestaande elementen van de woning hebben we opnieuw geïnterpreteerd. We wilden hier hedendaags kunnen wonen. Daarom hebben we de ruimten helemaal opengetrokken’, zegt Sofie Philips, die vijf jaar bij Beel & Achtergael Architecten werkte. ‘De vertrekken en de trap voor de vroegere diensters hadden we bijvoorbeeld niet meer nodig. Dat servicedeel is nu bij de woning betrokken. We wilden onze leefruimten graag naar de eerste verdieping brengen, zonder dat het een klassieke bel-etagewoning zou worden, met moeilijke toegang tot de tuin. Nu profiteren we op de eerste verdieping van het licht én het uitzicht over de Schelde. Achteraan hebben we connectie met de tuin.’

Door de achtergevel naar achteren te schuiven en te beglazen, ontstaat er een lichtrijke vide waar het hele burgerhuis van profiteert. © Thomas De Bruyne
Door de achtergevel naar achteren te schuiven en te beglazen, ontstaat er een lichtrijke vide waar het hele burgerhuis van profiteert. © Thomas De Bruyne

Alles is verlicht

De belangrijkste ingreep? Britsom en Philips ‘verplaatsten’ de achtergevel anderhalve meter naar achteren en vervingen hem door een glaspartij over de twee verdiepingen. De vide die daardoor binnen ontstond, verbindt nu het gelijkvloerse salon met de eerste verdieping: de etage waar ze koken, leven en eten. De eetplaats zweeft er als een balkon boven de vide. Subtiel: zowel het tuinterras als de eetkamer zijn bekleed met muschelkalk. Zo eet je als het ware visueel in de tuin. ‘De ruimten zelf zijn wel nog steeds 5 op 5 meter, zoals in de originele woning. Maar er zijn geen deuren meer nodig om elke kamer af te bakenen’, zegt Alexander. ‘Tussen twee aanpalende ruimten zit nu enkel nog een verlaagde plafondbalk, die als een fries de zone afbakent. Door het huis helemaal open te gooien, maakten we de circulatie veel hedendaagser en zuiverder. Dankzij bandramen, wisselende plafondhoogtes en de vergrote lichtkoepel valt nu overal voldoende daglicht binnen. Dat was vaak niet het geval in zulke diepe rijwoningen. Ons huis is zo ontworpen dat natuurlijk licht diep in de woning binnendringt. Je hoeft bij wijze van spreken overdag nergens meer het licht aan te steken.’

Het klassieke herenhuis is niet meer opgedeeld in aparte, donkere kamers, maar opengewerkt tot een hedendaagse woning waar licht van overal binnensijpelt. © Thomas De Bruyne
Het klassieke herenhuis is niet meer opgedeeld in aparte, donkere kamers, maar opengewerkt tot een hedendaagse woning waar licht van overal binnensijpelt. © Thomas De Bruyne

Buitenbeentje?

Beschouwen Alexander en Sofie dit huis dan als een staalkaart van hoe ze als bureau ontwerpen? Of is het toch eerder een buitenbeentje in hun oeuvre? ‘Qua zorg voor details en materialen ligt dit absoluut in de lijn van wat we normaal doen. Voor elk project zoeken we heel lang naar de juiste behandeling voor natuurlijke materialen. De eik is hier behandeld met ammoniak en olie, het Emperadormarmer op het keukenblad wordt normaal gezien gepolierd, maar wij lieten het zandstralen voor een sobere en discrete look. Textuur is ook belangrijk op de muren: met kaleiverf en een gewolkte schildertechniek laten we de historische gelaagdheid van het gebouw bewust zien. Dit project toont aan hoe we als bureau woningen kunnen openwerken, zowel horizontaal als verticaal. Maar zo’n klassieke kamerstructuur zouden we in een nieuwbouw nooit ontwerpen. Hier hadden we respect voor de bestaande lay-out van de woning. Daar voegden we eigen hedendaagse accenten aan toe.’

Alexander en Sofie houden van koken en vrienden ontvangen, maar hun keuken ziet er niet uit als een open kooklaboratorium. Bewust afgesloten van de traphal, heeft hij de allures van een sculpturaal meubel, dat de connectie maakt tussen de tuin achteraan en de rivier vooraan. Maar het beste zicht op de Schelde heb je op hun dakterras, eveneens bekleed met muschelkalk. Daar is net plaats voor een barbecue en een paar stoelen om optimaal van het panorama te genieten, inclusief de jachthaven Portus Ganda én de torens van Gent.

Het interieur is een samenwerking met Vive Ma Maison. © Thomas De Bruyne
Het interieur is een samenwerking met Vive Ma Maison. © Thomas De Bruyne

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content