Pierre Darge
Pierre Darge Freelancejournalist

Tijdens de dertig jaar nadat de eerste Civic werd gelanceerd, heeft het model allerhande metamorfoses ondergaan. Van kleine stadsmus tot sportieve compact en weer terug. De nieuwste en zevende generatie tapt uit weer een heel ander vaatje en lijkt nu de richting van de compacte monovolume uit te gaan. In ieder geval werd grondig over de efficiëntie van het interieur nagedacht. De vijfdeurs waarmee we reden, werd bijvoorbeeld vier centimeter korter dan zijn voorganger, maar tegelijkertijd werd de wielbasis zes centimeter langer, en dat is altijd goed nieuws voor de bruikbare ruimte binnenin. Bovendien werd de wagen ook nog eens een ruime tien centimeter hoger. De ontwerpers benadrukken dat bij het ontwerpen de wagen consequent van binnenuit werd gebouwd, zodat de interieurruimte de vorm van het uiterlijk heeft gedicteerd. Dat lijkt een logische werkwijze, maar we weten dat ze in de praktijk zelden wordt toegepast.

Opvallend in dat interieur is de volledig vlakke vloer en het feit dat de ruimte tussen de voorstoelen bijna geheel werd vrijgemaakt. Om dat te realiseren, verhuisde de versnellingspook naar het dashboard. Jammer genoeg werd die filosofie niet helemaal doorgetrokken en bleef de handrem tussen de voorstoelen, in plaats van die bijvoorbeeld links van de bestuurderszit te monteren.

Het gevolg van die ‘menselijke’ aanpak is de ruimte tussen voor- en achterstoelen die bij compacte wagens meestal erg krap is, en een doorgang tussen de voorstoelen. Bij de Civic, met een lengte van 4,28 meter, wijst dat in de richting van een gezinswagen. Zelfs een lang uitgevallen basketbalspeler komt in de middelste stoel achterin geen ruimte te kort, omdat hij de benen ook nog tussen de voorstoelen kan strekken. Het ontbreken van een middentunnel onderstreept dat ruimtelijk effect nog meer, en in die denktrant is het verwonderlijk dat de achterstoelen er niet kunnen worden uitgetild.

De vijfdeurs Civic wordt met twee benzinemotoren aangeboden, een 1.4 die 90 pk levert en een 1.6 die 110 pk op de voorwielen overzet. Beide motoren zijn aan een manuele vijfbak of aan een viertrapsautomaat gekoppeld, en voor onze testrit kozen we voor de krachtigste variant in de automatische versie. In tegenstelling tot sommige andere modellen kreeg de 1.6 liter motor een veeleer bescheiden potentieel: in vergelijking met de vorige generatie zakte het maximum vermogen naar 110 pk, maar het koppel steeg dan weer van 143 naar 152 Nm, terwijl het ook nog bij een lager toerental (nu 4300 toeren/minuut) wordt bereikt. Ook dat wijst erop dat een groter gebruikersgemak en meer soepelheid boven sportieve prestaties werden verkozen. Daarnaast werd de motor wat minder luidruchtig, zonder daarom een voorbeeld te worden. In de praktijk schakelt de automaat bijzonder zacht, maar het nieuwe schakelprogramma met Grade Logic Control, dat zich aanpast aan de rijstijl van de chauffeur, overtuigde ons niet echt bij fors optrekken. Maar het rijcomfort en de afwerking bleken berispelijk.

Ook onderweg werd snel duidelijk dat met de veeleer gezapige stijl en de zachte ophanging eens te meer de kwaliteiten van een echte gezinswagen werden nagestreefd. Maar ook op het gebied van de veiligheid bleek de Civic behoorlijk goed uitgerust: zelfs de basisversie heeft twee frontale airbags, laterale airbags voorin en ABS met elektronisch geregelde remkrachtverdeling en vier schijfremmen. De 1.6-versie krijgt daar standaard een manuele airconditioning, elektrisch bediende zijruiten en centrale vergrendeling bovenop. In zijn manuele versie wordt voor deze comfortabele gezinswagen 699.000 frank gevraagd, voor de automaat waarmee wij reden, is dat 745.000 frank.

foto 1:

PIERRE DARGE

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content