Twaalf jaar geleden landde Olivia Moncarey in Santo Domingo, op zoek naar warmte. Beetje bij beetje heeft ze daar haar eigen wereldje opgebouwd, met uitzicht op zee, zand en palmbomen.

Ik hou van de warmte. Daarom ben ik van Kortrijk naar het zuiden getrokken. Om Spaans te leren werkte ik eerst in de toeristische sector in de omgeving van Barcelona.” Na drie jaar vond Olivia Moncarey de winters aan de Catalaanse kust nog te koud en ze zocht een baan verderop, met haar Spaans zat het intussen goed. Ze reageerde op een advertentie voor een pr-functie in een hotel in Santo Domingo, hoofdstad van de Dominicaanse Republiek, in de Cariben. Ze werd meteen aangenomen, ze pakte haar koffers en stond enkele weken later in Las Terrenas, ver van La Cana of Puerto Plata met hun grote hotels voor massatoerisme. Dit dorpje op het schiereiland Samaná was toen nog een klein verborgen paradijsje met prachtige stranden. Het leven was er authentiek, er woonden maar enkele tientallen buitenlanders. Behalve in de hotels, die over een eigen generator beschikten, was er nergens elektriciteit. Van telefoon was ook geen sprake, de communicatie liep over de radio.

Olivia herinnert zich nog die avonden met de petroleumlamp als enige lichtbron. “Toen de nacht viel, was het hier echt heel donker.” Zeven jaar geleden kreeg de hele stad elektriciteit. Dat veranderde veel. “Vandaag hebben we een elektrische koelkast. Vroeger koelden we met ijsblokken die geleverd werden door rondtrekkende verkopers.” Dankzij die modernisering heeft dit microgebied zich kunnen ontwikkelen, maar uitsluitend met kleinschalige toeristische infrastructuur. Intussen vestigden zich al drieduizend buitenlanders in Las Terrenas : Fransen, Italianen, Spanjaarden.

“Las Terrenas blijft nog altijd een paradijs, dat toeristen aantrekt die op zoek zijn naar iets anders, maar sinds kort ook een hele resem sterren. Robert de Niro huurde hier begin maart een huis. Veel mensen uit de Franse showbizz en televisiewereld strijken geregeld neer, sommigen kopen grond om later een vakantiehuis te bouwen.”

Olivia kent de vastgoedsector goed. Samen met haar echtgenoot Pascal zette ze een bedrijf op dat aan projectontwikkeling doet in deze paradijselijke omgeving. “Ik ben begonnen met mijn eigen huis te bouwen. Het staat een beetje weg van de grote stranden van Las Terrenas, in een heuvelachtige wijk die men Las Ballenas noemt, naar de drie grote rotsen in de zee waarvan de gebogen ruggen boven het water uitsteken, als versteende walvissen.”

Spaarzaam op hout

We zeggen het al meteen, het huis van Olivia is enig in zijn soort in Las Terrenas en wellicht ook in de hele Dominicaanse Republiek. De funderingen stonden er nog maar pas toen ze haar toekomstige man en vader van haar twee kinderen leerde kennen. De bouw werd dus meteen een gezamenlijk project. Het spierwitte huis staat op een helling en bestaat uit drie niveaus. Op het eerste bevinden zich de slaapkamers, die uitgeven op een houten buitendek. Langs daar zijn de dagvertrekken en het zwembad bereikbaar. Een trap die wentelt rond een eucalyptusstam leidt naar de slaapkamer van de ouders. Dat heeft een privé-terrasje met jacuzzi en een prachtig uitzicht op kilometers wilde kust vlakbij.

“Het begint hier stilaan te veranderen. Op het gebied van uitrusting bijvoorbeeld is er nu heel wat te vinden in de hoofdstad : Amerikaanse huishoudtoestellen, toiletten en wastafels. Maar toen wij bouwden, was er vrijwel niets te koop. De deurkrukken bijvoorbeeld hebben wij meegebracht uit België. Hout is schaars, het moet worden ingevoerd. Daarom hebben wij het gebruik van hout beperkt tot de ligbedden aan het zwembad. Dominicaanse ambachtslui zijn heel handig. Met heel weinig voeren ze uit wat je hen vraagt, naar een tekeningetje of zelfs naar een foto in een tijdschrift.”

Alle bergruimte is in beton, alleen de deurtjes zijn gemaakt van een plaatselijke houtsoort, cigua, een zeer zacht hout trouwens. De tafel in de eetkamer is een glasplaat op twee prachtige mortieren op een voet, die hier gebruikt worden om koffiebonen van de bessen te scheiden. Ze zijn honderd jaar oud, wat rekening houdend met het klimaat echt antiek is. Wie niet veel heeft, moet vindingrijk zijn. Het hele interieur, van de badkamer tot de banken in de salon, de keuken, de bedstructuur in de ouderkamer, alles is opgebouwd uit betonblokken. Alles werd afgewerkt met een pleisterlaag met mooie rondingen. “We kozen voor glad en lichtjes gekleurd beton. Waar het in aanraking komt met vloeistoffen, is het geboend. Dat betekent dat wij elke week een flinke laag boenwas uitsmeren.”

Beton, het enige bouwmateriaal dat in deze streek gemakkelijk verkrijgbaar is, werd ook gebruikt voor de vloeren. De plavuizen werden gegoten in grote vierkanten van 1,20 bij 1,20 meter. Door er voor het gieten een plaatselijke zandsoort aan toe te voegen, kleuren ze lichtjes bruingeel. Omdat het klimaat het mogelijk maakt, hebben Olivia en Pascal diezelfde tegels ook buiten op het terras gelegd, om eenheid te creëren tussen binnen en buiten. Voor de rest zijn er overal grote schuiframen die vaak openstaan. De toegang tot het zwembad is trouwens helemaal open. Tijdens de winter of het regenseizoen wordt een rolluik neergelaten. Hier en daar bevinden zich enkele grote ventilators, maar er is bijna overal natuurlijke luchtcirculatie. Het is er heel aangenaam binnen, omdat de ramen zich hoofdzakelijk aan de noordkant bevinden, zodat de zon nooit diep in het huis binnendringt. n

Tekst en foto’s Jean-Pierre Gabriel

Het schiereiland Samaná is een paradijs, het verschilt volledig van La Cana of Puerto Plata met hun massatoerisme.

“We kozen voor glad, gekleurd beton. Waar het in aanraking komt met water, is het geboend.”

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content